Midden 3 gehoorbeentjes: hamer (malleus), aambeeld (incus) en stijgbeugels (stapes)
→ Nut: versterker
Water = dichter dan lucht
Stijgbeugel kleiner maar sterkere beweging tegen slakkenhuis dan trommelvlies op de hamer
Hierna: membraan van het ovale venster
Binnen Slakkenhuis (cochlea, Gevuld met 2 vocht Orgaan van Corti Buitenste haarcellen ≠ Basismechanisme: vibratie-
opgerolde kegel, breder → perilymfe: scala (spiraalorgaan) = waar voldoende voor gehoor energie uitgeoefend op het
vanonder) vestibuli & tympani transductie plaatsvindt → functie: mechanisch membraan van het ovaal
→ Tunnel (= cochleair Lijkt op CSV → ligt op basiliair invloed venster
kamer) (K+ < Na+) membraan → cilia raakt tectoriaal & → buigingen in basiliair
Scala vestibuli, → endolymfe: scala Breder & basiliair membraan membraan = frequentie-
media & tympani media soepeler aan Cruciaal voor afhankelijk (tonotopisch):
• Benen (bot) Lijkt op apex dan basis “fine tuning”: hoge tonen: grootste
basisstructuur intracellulair → boven corti = preciezer buiging vlakbij de basis
= modiolus vocht (K+ > Na+) tectoriaal membraan onderscheid van lage tonen: grootste
Positiever dan met 2 soorten frequenties buiging vlakbij apex
perilymfe haarcellen met cilia Binnenste haarcellen = • basiliair
(trilharen): Buitenste essentieel voor horen membraan:
haarcellen & → cilia raakt tectoriaal drukveranderingen
Binnenste haarcellen membraan niet in vloeistof
→ ongelijke buiging in de opgevangen door
2 membranen rond venster
→ tip links thv insertional
plaques!
TRPA1 (K+ kanaal)
Gehoorzenuw = bundel bipolair neuron axonen 2 richtingsverkeer:
= cellichamen (zenuwcellen) in spiraalganglion → Efferente: brein – cochlea
→ Verbindt haarcellen met medulla (2 Nucleus olivaris superior – cochlea via olivocochleaire bundel
richtingsverkeer) • Inhiberende invloed op haarcellen (via ACh)
• Functie: bescherming tegen (verwachte) luid geluid & selectief luisteren
→ Afferent; cochlea – brein
(complexe) Nucleus olivaris superior Laterale lemniscus Inferieure colliculus: verschillende soorten
subcorticale → veel neuronen input van beide oren → vooral info van contralateraal oor neuronen
structuren → expertise: kleine verschillen in luidheid & → expertise: auditieve (schrik) reflexen → tonotopisch patronen, stiltereceptoren,
/circuits timing (door beide oren) = lokalisatie selectief bewegende geluidsbrongevoelige
Betrokkenheid trapezelichaampjes cellen,…
= geraffineerd
→ (gedeeltelijk) tonotopische organisatie
Cortex ≠ primair gericht op basale waarnemingen van Tonotopisch & hiërarchisch organisatie 2 stromen
enkelvoudige (pure) tonen → Primair auditieve cortex: kernregio → Anterieur: analyseren van complex
→ Reageert dus vooral op complexe, biologisch → Secundair a.c.: gordelregio geluid (“WAT?”)
relevante geluiden (voetstappen, kraken, → Parabelt → Posterieur: lokalisatie (“WAAR?”)
ruisen,…) Elk krijgt input van nucleus
geniculatis + van zijn voorloper
Schema toonhoogte – volume – timbre
Toonhoogte Codering door plaats (waar is de haarcel) Codering door frequentie (hoe snel vuurt de haarcel)
→ Lage toon = meer naar de apex toe (meeste tonen) → allerlaagste tonen: synchrone vuring met beweging van
Plaats van gedepolariseerde haarcel = informatief over toonhoogte meest apicale deel van basiliair membraan
Hoger tonen = sneller vuren
Volume Cochlea = zeer gevoelig (voor lage Toonhoogte dmv plaats < volume codering dmv Toonhoogte dmv frequentie < volume
volumes): ondergrens is ruis van bloed frequentie codering dmv aantal
Timbre Complexe frequentieanalyse: mengeling Timbre = eigen aan instrument + verschillen Klankkleur = gelijktijdig invloed op
van frequenties tijdens aanzet, doorklinken en afloop v/d toon verschillende delen van basiliair membraan
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dripdrop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.