1. Het opbouwen en het onderhouden van het lichaam (door eiwitten, mineralen,
vitamines en bepaalde vetten)
2. Het lichaam voorzien van energie (door vetten, koolhydraten en eiwitten)
Bij de hond vooral vetten en koolhydraten, kat heeft ook eiwitten nodig.
3. Voeden is voorkomen ziekten (door toegevoegde voedingsstoffen vb antioxidanten
om specifieke lichaamsfuncties zoals bvb de nieren te ondersteunen + om
ouderdomsverschijnselen te bestrijden.
4. Voeden is genezen (door voedingsstoffen die genezing bevorderen : dieetvoeding)
1. STUDIE VAN DE VOEDINGSSTOFFEN
1.1 Inleiding
Alle voedingsstoffen of nutriënten vervullen een specifieke rol.
Voedingsstoffen = chemische verbindingen of elementen die de samenstelling van
voedingsmiddelen vormen en die ieder onmisbaar zijn voor het functioneren van het
lichaam.
Voedingsstoffen kan je verdelen in 6 hoofdcategorieën = basiscomponenten :
Water (hulpstof) : kg per dag
Koolhydraten (glucose – brandstof) g per dag
Leveren Eiwitten (bouwstof) : g per dag
energie Vetten (brandstof) : g per dag
Vitaminen (hulpstof) : µg tot mg per dag
Mineralen (hulpstof) : macromineralen (g per dag) – micromineralen (mg per
dag)
Ruwvezel (hulpstof)
te weinig of te veel van deze componenten gedurende een langere periode kan
leiden tot nutritionele stoornissen en problemen. Elk individu heeft zijn eigen
behoefte aan deze componenten.
1
,1.2 Water
! de belangrijkste voedingsstof, kleine verliezen kunnen leiden tot problemen : een
verlies van % water kan ziekte veroorzaken, een verlies van 15% of meer kan leiden
tot de dood.
Bronnen :
4 vormen
Als vrij drinkwater (kwantitatief/kwalitatief)
Als water gebonden aan voedermiddelen (kwantitatief)
Als metabolisch water (condensatiereacties-oxidatiereacties – organische
stoffen + 𝑂2 𝐶𝑂2 + 𝐻2 𝑂)
Als water uit weefsels door afbraak bij negatieve voedingsbalans (vet, eiwit)
Belang voor het dier :
Water is intracellulair en extracellulair terug te vinden doorheen heel het lichaam en
is dus betrokken bij bijna alle processen in het lichaam. Het is een transportmedium
voor afvalstoffen, een circulatiemedium voor bloed en lymfecellen. Het speelt een rol
bij de vertering en de thermoregulatie.
Dagelijkse behoefte :
Van een gezonde volwassen hond/kat = +/- 50ml per kg lichaamsgewicht per dag
bvb 200ml voor een kat van 4kg. Dit kan oplopen tot 100ml/kg/dag bvb bij hoge
temperaturen, diarree, braken, lactatie … De dagelijkse behoefte
Water heeft geen energetische waarde ! Hoe hoger het vochtgehalte in de voeding,
hoe minder de hond/kat drinkt. Een voer met hoog vochtgehalte heeft doorgaans
een lage energiedichtheid.
1.3 Koolhydraten
= moleculen opgebouwd uit koolstof, zuurstof en waterstof. Kunnen voorkomen als
suiker, zetmeel en vezels.
2
, Kunnen opgedeeld worden in :
Monosacchariden : enkelvoudige suikers bvb glucose, fructose
Enkelvoudige Disacchariden : combinatie van 2 monosacchariden bvb sucrose = glucose +
suikers fructose
Oligosacchariden : korte ketens van monosacchariden die tot
enkelvoudige suikers kunnen gehydroliseerd worden. FOS = fructo-
Meervoudige
oligosacchariden : als ze fructose bevatten onverteerbare vezels die de
suikers
bacteriële darmflora verbeteren : ze voeden de darmcellen en voorkomen
diarree. MOS : manno-oligosacchariden : onverteerbare vezels die de
hechting van bacteriën aan de darmwand verhinderen, voorkomen diarree.
Polysacchariden : lange ketens van monosacchariden. Kunnen opgesplitst
worden in 2 types : α-bindingen kunnen opgesplitst worden door het
amylase (zetmeel) bvb amylose en β-bindingen, deze zijn de vezels voor het
dieet kunnen niet opgesplitst worden door enzymen van het dier.
!!!!! Suikers in zetmeel kunnen afgebroken worden door verteringssytemen, suikers
in vezels kunnen ENKEL door bactriële enzymen afgebroken worden !!!!!
Bronnen :
Vaak plantaardige oorsprong behalve glycogeen uit de spieren en de lever en
melklactose, plantaardig is beter dan dierlijk
Graanzetmeel (tarwe, gers), aardappelen, rijst, maïs
Dierlijk materiaal bevat weinig tot geen koolhydraten.
3
,Koolhydraten kunnen in veel vormen voorkomen:
- Suiker : snel verteerd, smakelijk en kunnen voeropname ↑, behoort tot de
niet-vezel koolhydraten
- Zetmeel : kan ook snel worden verteerd, graan-en maïssoorten =hoog %
zetmeel
- Vezels = koolhydraten met celwand bestaan uit vier onderdelen:
pectine, hemicellulose, cellulose en lignine
Er zijn ook nog :
- Verteerbare koolhydraten : kan het lichaam opnemen en gebruiken als
energiebron vb glucose, fructose, …
- Niet-verteerbare koolhydraten : dit zijn voedingsvezels, kan het lichaam niet
opnemen, maar zeer belangrijk voor de functie van de darmen.
Belang voor het dier :
Katten en honden kunnen overleven zonder koolhydraten in hun voeding omdat ze
deze op basis van aminozuren zelf kunnen aanmaken. Het organisme zal wel beter
werken wanneer extra koolhydraten worden toegevoegd.
Functie van enkelvoudige koolhydraten en zetmeel = bron voor glucose :
o Zorgen voor energie : glucose vooral voor hersenen, rode en witte
bloedcellen/ zetmeet ! ongekookt en overmaat leidt tot diarree
o Zorgen voor opslag van energie in de vorm van glycogeen (vooral voor
spieren)
o Produceren warmte
4
, Functie van de voedingsvezels :
o Bevorderen en reguleren van een normale darmfunctie door de transittijd te
normaliseren en de maaglediging te vertragen.
o Helpen behouden van de gezondheid van de dikke darm. Vezel zorgt voor
massa en water in de darm wat constipatie en diarree helpt voorkomen.
Nadeel van vezels :
o Flatulentie (winderigheid) en borborygimi (darmgeluiden)
o Stijging in faecale output
Vertering :
Van enkelvoudige koolhydraten en zetmeel.
Mechanische processen (afbraak in de mond – Hond/kat hebben geen
amylase in speeksel)
Enzymatische processen : de maagsappen (slechts een klein gedeelte van de
koolhydraatvertering vindt hier plaats) en de dunne darm-enzymen (hier vindt
het grootste gedeelte plaats).
Microbiële processen : dikke darm (bacteriën produceren enzymen) en extra
energie door fermentatie van de vezel.
!!!!! Aanwezigheid van onvoldoende gekookt zetmeel in de voeding kan diarree
veroorzaken. !!!!!
Vertering van vezel.
Fermentatie = proces waarbij koolhydraten afgebroken worden in een omgeving met
weinig tot geen zuurstof zodat energie gegenereerd wordt. Bacteriën in de dikke
darm = anaëroben kunnen zonder zuurstof leven. Om energie te produceren om
te overleven moeten deze fermentatie toepassen. Ze gebruiken enkel een deel van
de energie die beschikbaar wordt door fermentatie en de rest wordt benut door
mucosacellen van de darm.
Behoefte van het dier :
Honden/katten geen absolute behoefte aan koolhydraten in hun voeding. Ze
hebben WEL voldoende glucose om te zorgen voor deze brandstof voor het centrale
zenuwstelsel.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ildicel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.