100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting hoorcolleges klinische neuropsychologie $8.80
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting hoorcolleges klinische neuropsychologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges van het vak klinische neuropsychologie van de master medische psychologie op Tilburg University. De hoorcolleges bevatten alle tentamenstof voor dit vak. De colleges zijn gegeven door Ruth Mark en gastdocenten.

Preview 4 out of 79  pages

  • May 26, 2023
  • 79
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Hoorcolleges
Klinische Neuropsychologie
2022-2023
Hoorcollege 1: Introductie
Wat is neuropsychologie?
 Neuropsychologie is de studie van hersenen en gedrag relaties, met daarbij de impact van
een ziekte op cognitieve, emotionele en algemene adaptatie van het individu
 Klinische neuropsychologie is een tak van de neuropsychologie dat kijkt naar de interventies
die gebaseerd zijn op het menselijk gedrag en de relatie tot normaal/abnormaal functioneren
van het centrale zenuwstelsel

Wat voor patiënten zijn er?
 Er zijn veel patiënten van boven de 60 jaar oud, maar ook patiënten over de hele
levensspanne en uit allerlei socio-economische achtergronden
 Er zijn verschillen tussen individuen  inter-individuele verschillen
 En verschillen binnen individuen over tijd  intra-individuele verschillen
 Iedereen verschilt van elkaar in symptomen, ernst etc.
 Veel patiënten passen niet binnen een syndroom  comorbiditeit

Populatie: kinderen en adolescenten
 Dingen die we vaak zien binnen deze populatie zijn
- Asperger en andere vormen van autisme
- ADHD
- Beroerte in de kindertijd
- Epilepsie
- Dyslexie en andere vormen
- Fetal Alcohol Syndrome (FAS)
- Syndroom van Down
- Syndroom van Tourette
- Mentale retardatie
- Traumatisch hersenletsel

Populatie: volwassenen
 Dingen die we vaak zien binnen volwassenen zijn
- Hersenletsel
- AIDS  hierbij komt ook vaker dementie voor
- ADHD in volwassenen
- Syndroom van Down
- Schizofrenie en andere psychiatrische stoornissen
- Leasies veroorzaakt door drugs
 Belangrijk bij het afnemen van testen
- Er zijn veel verschillen in geslacht, educatie en culturen
- Het is belangrijk om te weten waar de laesie zit, zodat dit wellicht bepaalde problemen
kan verklaren

, - Patiënten met traumatisch hersenletsel zijn vaak moeilijk te motiveren, waardoor een
test moeilijk wordt
- Medicatie kan een effect hebben op resultaten
- Er kan sprake zijn van comorbiditeit

Populatie: ouderen
 Dingen die we hier vaak zien zijn
- Alzheimer en andere soorten dementie
- Parkinson en Huntington
- Beroertes: komen vaker voor bij ouderen
- Hersenletsel
 Belangrijk bij het afnemen van testen
- Gehoor, zicht en mobiliteit neemt af naarmate mensen ouder worden
- Ouderen worden sneller moe dan jongere mensen
- Sommige onderzoekers hebben gevonden dat depressie meer voorkomt bij ouderen, wat
van invloed kan zijn op de testresultaten

Gerontologie vs. geriatrie
 Geriatrie: de medische specialiteit die gefocust is op zorg en behandeling van de oudere
 Gerontologie: behalve medische specialiteiten worden ook bijvoorbeeld psychologen,
sociologen, fysiologen etc. betrokken  multidisciplinair
 Beiden hebben ze het doel om het ouder worden te begrijpen om zo de kwaliteit van leven
van ouderen te verbeteren

Typische symptomen van normaal ouder worden
 Langzamere reactietijd  kan invloed hebben op bijvoorbeeld autorijden
 Moeilijk om nieuwe dingen te leren
 “Tip of the tongue” fenomeen komt vaker voor
 Het is moeilijker om dingen te benoemen (verbal fluency) en meer problemen om een
gesprek te starten en aan te houden
 Meer problemen met gehoor en zicht, als ook reuk en smaak is aangetast
 Depressie en slaapproblemen kunnen vaker voorkomen
 Het is belangrijk om te weten wat normaal is, omdat je anders niet weet wat abnormaal is
 Crystallized intelligence: blijft stabiel of verbetert zelfs over tijd
 Fluid intelligence: kan worden verbeterd over tijd  plasticiteit van de hersenen
 Leefstijlveranderingen kunnen helpen om cognitief scherp te blijven  bijvoorbeeld gezond
dieet, genoeg bewegen

Het normale ouder worden: anatomie
 Er zijn drie hoofdzaken die gebeuren bij het ouder worden
1. Hersengrootte
- De hersenen worden kleiner op alle niveaus  celniveau, connecties tussen neuronen
- Dit kun je voornamelijk merken bij de frontale cortex
- Verlies van grijze en witte stof resulteert in vergrote ventrikels
2. Neurotransmitters en hormonen
- De productie van voornamelijk dopamine en serotonine vermindert naarmate men
ouder wordt
- Bij vrouwen worden er minder geslachtshormonen geproduceerd na de menopauze
- Ook de opname van glucose en zuurstof vermindert naarmate men ouder wordt  dit is
ook zichtbaar op een scan
3. Bloedvaten
- De aders en slagaders worden dunner

, - Bloed kan makkelijker stollen, wat kan leiden tot aneurysma’s
- Bloeddruk kan verhogen of verlagen naarmate men ouder wordt

Fysieke veranderingen in de hersenen bij het ouder worden
 Het hersenvolume en hersengewicht kan verminderen, voornamelijk bij mensen ouder dan
70 jaar
 Het is niet helemaal duidelijk hoe en waarom dit gebeurt
 Dit kan komen door neuronale dood (afname van grijze stof)
 Witte stof kan ook afnemen doordat er minder myeline wordt geproduceerd
 De afname van grijze stof begint meestal in de vroege volwassenheid
 De afname van witte stof begint meestal later, op middelbare leeftijd

Normale “aging”
 Veranderingen in de hersenen vinden niet allemaal tegelijkertijd in dezelfde regio’s plaats
 Last in, first out hypothese: de frontale cortex wordt pas als laatste ontwikkeld, maar wordt
ook het meeste aangetast door ouder worden
 Vervolgens komt het striatum
 Daarna wordt de temporaalkwab, cerebellaire vermis, cerebellaire hemisferen en
hippocampus aangetast
 De occipitale cortex wordt het minste aangedaan
 Er zijn ook verschillen tussen mannen en vrouwen
- Frontale en temporaalkwabben zijn het meest aangedaan bij mannen
- Pariëtaalkwabben en hippocampus zijn het meest aangedaan bij vrouwen

Hersennetwerken die het meest zijn aangedaan door ouder worden
 Minder functionele connecties in de
- Executieve controle netwerken
- Dorsale aandachtsnetwerken
- “Default mode” netwerk
- Salience netwerk

Vaatstelsel van het brein
 20-30% van de ouderen hebben hele kleine microbloedingen of micro-infarcten die niet te
zien zijn op een scan
 Dit kan welllicht een rol spelen in de afname van hersenvolume en connecties in de hersenen
naarmate we ouder worden

Pathologisch ouder worden: anatomie
 Als we het hebben over “pathological ageing” dan hebben we het over ouderen die een vorm
hebben van aangetoonde neuropathologie en/of zijn gediagnosticeerd met een
neurologische stoornis
 Voorbeelden zijn
- Laesies in de witte stof
- Beroertes
- Dementie
- Hersenletsel
- Parkinson

Tekenen van pathologisch ouder worden
 Meer verwachte volumeverlies in een of meer delen van de hersenen
 Disregulatie van de homeostase van calcium
 Aangetoonde biomarkers in de cerebrospinale vloeistof (zoals amyloid of tau)

,  Een grote afname in neurogenese en plasticiteit
 Deze dingen komen ook voor bij normaal ouder worden, maar dan in mindere mate

Functioneren bij normaal ouder worden
 Het is moeilijk om een specifieke structuur in de hersenen te koppelen aan een taak  er
zijn ook andere structuren betrokken bij een bepaalde taak
 In veel taken blijkt het dat ouderen vaak beide hemisferen gebruiken, terwijl jongere mensen
maar één hemisfeer gebruiken
 Het kan hierdoor zijn dat bepaalde patiënten die een laesie hebben in de hippocampus geen
problemen vertonen met geheugen, omdat de prefrontale cortex dit overneemt
 Dit kan onderzocht worden met bijvoorbeeld ERP’s, fMRI of neuropsychologische testen

Welke test moet je kiezen voor welke cognitieve functie?
 Dit is afhankelijk van een aantal zaken
- Hoe specifiek is de laesie?
- Heeft het gebied dat is aangedaan ook veel netwerken?
- Hoe relevant zijn de testen voor het meten van het functioneren in het dagelijkse leven?
 bijvoorbeeld kan iemand zelf nog zijn medicatie innemen, gesprekken voeren, koken,
autorijden, afspraken onthouden etc.
 Als hieruit blijkt dat je te maken hebt met een specifieke laesie, kan je een specifieke test
gebruiken
 Als je het globaal wil houden, kan je een testbatterij afnemen

Wanneer spreek je van abnormaal functioneren?
 Dit kan op verschillende manieren
 Sommige instellingen houden aan wanneer iemand tussen de 0.5 en 1.5 standaarddeviatie
onder het gemiddelde zit
 Andere instellingen gebruiken schalen
 Je kunt ook het premorbide functioneren vergelijken met het huidige functioneren
 In onderzoek wordt er eerder gebruik gemaakt van statistische modellen
 Er is geen gouden standaard welke manier er gebruikt moet worden
 Er zijn wel wat problemen met normen
- Er is een tekort aan valide normen voor oudere mensen boven de 75 jaar
- De meeste normen zijn gebaseerd op cross sectional data en geselecteerde populatie,
waarvan de sample size klein is
- Er worden geen socio-demografische variabelen meegenomen, zoals educatieniveau,
geslacht etc.
 Daarnaast zijn resultaten van neurologische patiënten meestal niet normaal verdeeld  ze
zijn scheef verdeeld
- Hierdoor krijg je te maken met vloer- en plafondeffecten

OCP/SCC
 Objective Cognitive Performance (OCP) gaat over hoe de patiënt presteert op een cognitieve
test
 Subjective Cognitive Complaints (SCC) gaat over de dingen die een patiënt zegt niet meer te
kunnen doen  subjectief
 In de klinische praktijk wordt SCC meestal gerapporteerd door middel van open vragen of
interviews
 In onderzoek worden vaak vragenlijsten gebruikt
 SCC en OCP hangen niet altijd samen
 SCC is belangrijk, omdat dit is waar de patiënt waarde aan hecht, waar ze last van hebben,
wat van invloed is op de kwaliteit van leven

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkepeters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.80
  • (0)
Add to cart
Added