100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoofd Hals Samenvatting MBRT jaar 2 Hanzehogeschool Groningen $9.58
Add to cart

Summary

Hoofd Hals Samenvatting MBRT jaar 2 Hanzehogeschool Groningen

 130 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een complete samenvatting van het thema Hoofd Hals gegeven in jaar 2 semester 2 aan de Hanzehogeschool voor de opleiding MBRT. Het omvat: AFP, CT, ECHO, MRI, NG, RD, RT, PO. Gemaakt door Marie, Celine en Ilona

Last document update: 1 year ago

Preview 10 out of 117  pages

  • May 26, 2023
  • May 31, 2023
  • 117
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1

,INHOUDSOPGAVE

AFP.................................................................................................................................................................. 4

HOOFD HALS: COAFP1 –ENDOCRINOLOGIE ......................................................................................................................... 4

BOTSTRUCTUREN IN HET HOOFD- EN HALSGEBIED.................................................................................................................. 9

ZELFSTUDIETAAK AFP 1 – ENDOCRINOLOGIE ...................................................................................................................... 14

CT.................................................................................................................................................................. 21

HH PRCT1 .................................................................................................................................................................. 21

HH ZELFSTUDIE PRCT1 .................................................................................................................................................. 22

CT LITERATUUR ............................................................................................................................................................ 26

ECHO ............................................................................................................................................................. 30

BASISPRINCIPES VAN DOPPLER ........................................................................................................................................ 30

BEELDVORMENDE TECHNIEKEN BIJ DVT EN LONGEMBOLIE .................................................................................................... 35

HH – H8 VENEUS VAATONDERZOEK ................................................................................................................................. 39

HH PREC2 .................................................................................................................................................................. 41

HH ZELFSTUDIE ECHO DOPPLER ....................................................................................................................................... 42

ZELFSTUDIE ECHOGRAFIE VAN DE SCHILDKLIER .................................................................................................................... 44

MRI ............................................................................................................................................................... 46

HH WCMRI1 .............................................................................................................................................................. 46

MRI LITERATUUR.......................................................................................................................................................... 54

NG ................................................................................................................................................................. 71

HH CONG1 SCHILDKLIERSCINTIGRAFIE ............................................................................................................................. 71

HH: PRNG1................................................................................................................................................................ 79

LITERATUUR HH: H19.2.1-2.4 EN H24.6.1-6.2 .............................................................................................................. 82

HOOFDHALS NG ZELFSTUDIE: THERAPIE VOOR SCHILDKLIERPATHOLOGIE ................................................................................. 90

RD ................................................................................................................................................................. 92

RD CERVICALE WERVELKOLOM ........................................................................................................................................ 92

HH PRRD1.................................................................................................................................................................. 99

VOORBEREIDING CASUS PRACTICUM RD1......................................................................................................................... 102


2

,RT................................................................................................................................................................ 105

HH PRRT1 ................................................................................................................................................................ 105

ZELFSTUDIE RT: BEHANDELMETHODE BIJ HOOFDHALSKANKER.............................................................................................. 106

ZELFSTUDIE RT: ONCOLOGIE HOOFDHALS-GEBIED ............................................................................................................. 112

PO ............................................................................................................................................................... 115

HH COPO1 ............................................................................................................................................................... 115




3

, AFP

HOOFD HALS: COAFP1 –ENDOCRINOLOGIE

HOMEOSTASE
• Regeling en handhaving van constant intern milieu → zorgen voor bepaald evenwicht in het lichaam
• Verstoring: stress
o Bijvoorbeeld: schrik (fight/flight)/ kou
• Nodig: communicatie tussen cellen
• Twee reguleringssystemen:
1. Zenuwstelsel → snel + kort
2. Hormoon (endocriene) → langzamer + lang
• Beïnvloeding gebeurt door:
o Aanzetting (stimulatie)
o Remming (inhibitie)


WERKING:
• Beide stelsels: afgifte stoffen die specifiek binden aan doelcellen

• Zenuwstelsel: neurotransmitters
• Hormoonstelsel: hormonen

• (Nor)adrenaline: hormoon en neurotransmitter (komt in hormoon-
en zenuwstelsel voor)

• Welke organen maken hormonen aan: hart maakt bijvoorbeeld
naturetisch peptide voor de bloeddruk en nog veel andere organen
zoals de schildklier of de bijnieren, deze twee zijn
hormoonproducerende organen.

HORMONEN
• Er zijn verschillende soorten hormonen, met allemaal verschillende
mechanismes
• Hormonen hebben op verschillende plekken effecten → aspecifiek (t.o.v.
zenuwen) → maar wel verschillende sleutel-slot principes
• Chemische signaalstoffen
o Vervoerd door de bloedbaan
o Komen terecht bij doelcellen met specifieke receptoren voor
specifiek hormoon


STRUCTUUR VAN HORMONEN
• Drie typen hormonen
o Aminozuurderivaten
▪ Klein en lijken op aminozuren
o Peptidehormonen
▪ Ketens van aminozuren → activeren G-eiwit
o Vetderivaten
▪ Steroïden, lijken op cholesterol → niet oplosbaar in water, transport nodig




4

, Figuur 2 Peptidehormoon Figuur 1 Schildklierhormoon




• Schildklierhormoon kan direct zijn doel bereiken, geen verschillende stappen nodig

• Hoe weet een klier nu of er een hormoon is?
o Soms door concentraties bepaalde stoffen in bijvoorbeeld bloed
• Algemeen: zenuw- en hormoonstelsel werken nauw samen
• Hypothalamus staat daarbij centraal:
o Ontvangt impulsen van het zenuwstelsel uit het hele lichaam
o Reageert door impulsen naar hypofyse te sturen
o Hypofyse is een hormoonklier


ENDOCRIENE SYSTEEM
• Bestaat uit de hypothalamus en de hypofyse




ENDOCRIENE SYSTEEM – HYPOFYSE
• Hypofyse maakt zelf hormonen aan en geeft hormonen af die in de hypothalamus zijn aangemaakt.
• De hypofyse geeft 9 hormonen af:
o Voorkwab: ACTH, TSH, GH, PRL, FSH, LH, MSH
o Achterkwab: Oxytocine en ADH
• Gelegen in sella turcica (os sphenoid)

• De hypofyse bestaat uit twee delen:
o Hypofysevoorkwab (adenohypofyse)
▪ Maakt en geeft hormonen af onder invloed van
hypothalamus
▪ Endocriene cellen omgeven door capillairnetwerk
▪ Poortadersysteem
o Hypofyseachterkwab (neurohypofyse)
▪ Geeft hormonen af die gemaakt zijn in de
hypothalamus, het maakt zelf geen hormonen
▪ ADH (anti-plashormoon) en oxytocine (knuffelhormoon)
• Hypothalamus stuurt hypofyse aan → hypofyse stuurt schildklier aan
• Bij hypofysetumor → probleem met GH en de ovaria bij de vrouw → bv: te veel aanmaak: veel groeien
of te weinig aanmaak: niet groeien (afhankelijk van soort tumor)




5

, • Voor de MBB’er van belang
o Hypofyse
o Pancreas
o Schildklier
o Bijnieren

SCHILDKLIER (GLANDULA THYROIDEA)
• Stimuleert stofwisseling en groei
• TSH (thyroïdstimulerend hormoon) uit hypofyse → afgifte
schildklierhormoon
• Te kort TSH → onvoldoende schildklierhormoon



• Follikels:
o Vormen thyroid- of schildklierhormonen

• Stoffen die aangemaakt worden door de schilklier:
o T4: thyroxine 90% (thyrosine met 4 jodiumatomen)
o T3: tri-joodthyronine 10% (thyrosine met 3 jodiumatomen)
▪ Krachtiger
▪ T3 veel actiever dan T4
• Jodium is nodig voor een goedwerkende schildklier → toegevoegd aan zout




• Schildklierhormonen passeren makkelijk door celmembranen en beïnvloeden
bijna alle cellen in het lichaam
• Binding aan mitochondriën zorgt voor ATP-productie welke de
stofwisselingssnelheid en zuurstofverbruik laat toenemen
• Calorigene effect
o Zorgt dat er energie vrijkomt voor werking van de cel
• Schildklier heeft primair een positieve beïnvloeding op de activiteit op het
vrijmaken van energie die nodig is voor de werking van de cel
• Noodzakelijk voor normale ontwikkeling van beenderstelsel, spierstelsel en
zenuwstelsel (calciumhuishouding)




C-CELLEN
• Calcitonine wordt afgegeven door C-cellen (parafolliculaire cellen)
• Het kan zijn dat er te veel of te weinig calcium in het bloed zit → dit
wordt geregistreerd door de (bij)schildklier →
o Bij te veel calcium → registratie door schildklier → meer
calcium wordt uitgescheiden via urine en meer calcium
wordt opgenomen in de botten → calciumconcentratie
daalt → homeostase
o Bij te weinig calcium → registratie door bijschildklier →
parathyroïdhormoon (PTH) wordt afgegeven → minder
calcium uitgescheiden en minder opgenomen in botten →
meer calcium in het bloed → homeostase




6

,PATHOLOGIE SCHILDKLIER
• Verstoring schildklierfunctie:
o Stofwisselingsstoornissen
o Verstoring TSH-productie
o Te kort jodium (zit in schildklierhormonen)


STRUMA
o Vergrootte schildklier
o Kan zowel bij hyper- als hypothyreoïdie
o Schildklier maakt zichzelf groter, omdat hij niet zoveel T3 en T4 kan maken
o Geeft slik- of ademhalingsproblemen



ZIEKTE VAN GRAVES
o Te veel schildklierhormoon
o Te veel energie en uitpuilende ogen
o Behandeling met radioactief jodium → nadeel: er gaat soms te veel
schildklier dood → slikken schildklierhormoon


BIJNIER (GLANDULA SUPRARENALES)
• Suprarenale cortex (bijnierschors)
o Staat onder invloed van hypofyse via ACTH
▪ ACTH → adrenocorticotroop hormoon (bijnierstimulerend
hormoon)
• Suprarenale medulla (bijniermerg)
o Staat onder invloed van zenuwstelsel


BIJNIERSCHORS
• > 20 corticosteroïden → beïnvloeden stofwisseling in veel verschillende weefsels
o Cortisol (stresshormoon): stress → onder andere bloedsuikerspiegel ↑
(kans op diabetes), immuunsysteem onderdrukt
o Aldosteron → bloeddrukregulatie en waterzoutretentie, vasthouden water
• (Geslachtshormonen; testosteron, oestrogeen, progesteron)

• Glucocorticoïden (GCs): cortisol, corticosteron, cortison
• Stijging glucose Spiegel, anti-infammatoire effecten – onderdrukking
afweersysteem)


BIJNIERMERG
• Adrenaline/noradrenaline → vecht-vlucht

ADRENALINE
• Ad = bij, ren = nier
• Hormoon (bijniermerg) en neurotransmitter (sympathische zenuwbanen)
• Komt vrij bij angst en stress, maar ook bij woede, kou, hitte, pijn en fysieke arbeid
• Potentieel schadelijk en verslavend
• Zorgt ervoor dat de bloeddruk stijgt en vergroot de prikkelbaarheid van het hart




7

,NORADRENALINE
• Neurotransmitter (sympatische zenuwbanen) en hormoon (bijniermerg)
• Als hormoon vergelijkbare effecten als adrenaline
• Als neurotransmitter:
o Te veel → euforisch, gespannen, angstig of opgewonden
o Te weinig → depressief




AANDOENINGEN BIJNIER (GLANDULA SUPRARENALES)


SYNDROOM VAN CUSHING
o Te veel ACTH
o Overmaat corticosteroïden
o Onder andere hyperglycemie en gewichtstoename


TUMOR IN MERG (FEOCHROMOCYTOOM)
o Produceert (nor)adrenaline
o Te actieve bijnier
o Hoge bloeddruk, hoofdpijn, hartkloppingen
o CT/MRI essentieel voor detectie en lokalisatie




8

, BOTSTRUCTUREN IN HET HOOFD- EN HALSGEBIED

Neurocranium = hersenpan
Viscerocranium = aangezichtsbeenderen




NEUROCRANIUM
• Gepaarde beenderen
o Os temporale →B
o Os pariëtale →A

• Ongepaarde beenderen
o Os frontale →C
o Os sphenoidale → D
o Os occipitale →E

• Protuberantie occipitalis →8
• Arcus zygomatiscus → 22
• Sutura coronalis →6
• Sutura sagittalis →5
• Bregma
• Sutura lamdoidea →4
• Foramen parietale →2




VISCEROCRANIUM
• Orbita




9

, • Maxilla




Caput mandibulae


Procecessus
coronoideus




Processus condylaris


BASIS CRANII INTERNA




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinedejongx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.58  14x  sold
  • (0)
Add to cart
Added