Les 1: Managementstromingen (1890-1990)
Het kennen van de stromingen, geeft kennis in het fundament van de organisatiekunde.
Maar leert ook kijken naar organisatieproblemen.
• Klassieke stromingen
• Systeem denken stromingen
• Hedendaagse stromingen
Klassieke stromingen: intern gericht, kijkt alleen naar de organisatie zelf.
1. Scientific management (F. Taylor 1856-1915): Taylorisme
* Je hebt een taak, die moet je uitvoeren, daar krijg je salaris voor.
• Richt zich op de verbetering van de efficiency van bedrijfsactiviteiten, door
systematische en wetenschappelijke studie van werkmethoden, gereedschappen en
productiviteitstandaarden.
• Nauwe samenwerking tussen arbeiders en leidinggevende,
• Stel de taak vast (gemeenschappelijk doel), omdat dit doel wetenschappelijk is
vastgesteld= verminderen verschillen hoe arbeid uitgevoerd moest worden.
• Prestatienormen + prestatiebeloning, voor verhogen productiviteit, omzetverhoging,
salarissen omhoog etc.
• Heel rationeel, minder focus op arbeiders (verhogen specialisatie en verveling)
• Train je arbeider (fysieke banen)
Uitgangspunten voor de rol van het management:
1. Ontwikkel de beste manier van het uitvoeren van een taak
2. Selecteer, train, onderwijs en ontwikkel iedere arbeider op wetenschappelijke wijze
3. Werk samen met de arbeider en lever een (financiële) stimulans, waardoor de
arbeider zijn taak op een eerder bepaalde, enig juiste manier uitvoert
4. Verdeel het werk en de verantwoordelijkheid gelijkelijk over management en
arbeiders
Herhaling Weber (1864-1920):
- Bureaucratie: is een managementtheorie die de werkmethodiek loskoppelt van
personen (de procedures regelen alles). Uitgestippeld arbeidsproces.
- Doel van de theorie was een efficiënte, effectieve, gelijkwaardigheid, ideaaltypische,
hiërarchie organisatievorm.
- Planning staat los van uitvoering. (taakspecialisatie & arbeidsdeling:
verticaal/horizontaal)
,Tentamen OP3: Ontwerpen (organisatiestrategie)
2. Gesdragskundige benadering : Human Relations benadering:
In 1950 kwam er verandering: arbeiders worden gezien als denkende wezens met bepaalde
behoefte. (verhogen motivatie, productiviteit,
Informele organisatie: samenwerking in een informele groep, toewijding organisatie en
grotere persoonlijke vrijheid).
Elton Mayo: grondlegger van de Human Relations
- Hawthorne- onderzoeken (arbeidsomstandigheden: aandacht besteden aan
arbeiders, bv. betere middelen aanbieden, meer vragen hoe het gaat)
- Behoefte piramide van Maslow (behoeftehiërarchie): motivatie wordt bepaald door
behoeftefasen. Eerst het ene bevredigen, voor het andere bevredigt kan worden.
Verschil 1 en 2:
3. Revisionisme
• Samenvoeging van Scientific Management en Human Relations.
• Inspraak en opleidingen voor personeel.
• Verschillende vormen van werkstructuring, zoekt naar balans.
• Zoekt een samenhang van de twee tegenovergestelde managementstromen.
Instrumentele sturing & mensgerichte sturing
McGregor
• X theorie = negatief: directe sturing en controle (autocratie)
• Y theorie = positief: bevorderen eigen iniatief (democratisch)
Herzberg
• Tweefactorentheorie
• Hygiëne factoren (dissatisfiers) = redenen die werknemers ontevreden
maken.
• Satisfiers = redenen die werknemers tevreden maken.
• Motivatie: Stimuleren van medewerkers, om bv. (organisatie)doelen te
behalen/ bereiken. Waarbij rekening wordt gehouden met de
organisatiedoelen en de belangen van de medewerkers.
,Tentamen OP3: Ontwerpen (organisatiestrategie)
Stromingen met betrekking tot systeem denken: naast intern, ook extern gericht,
samenleving en organisatie worden een geheel.
1. Systeemtheorie/benadering
• Organisatie en samenleving zijn één geheel, als geheel gemanaged moet worden
om de organisatiedoelen te bereiken
• Maatschappij vraagt, organisatie levert: zijn onderdeel van elkaar)
• Oprichter: Kenneth Boulding
• Complexe systemen: bestuderingen van afzonderlijke elementen, zorgt voor
verklaring en verduidelijking.
• Het denken over en de ontwikkeling van organisaties.
• Het opensysteemmodel: geheel; als een element veranderd, veranderen de andere
elementen mee. (bv. fusie organisatie)
• subsystemen (onderdelen van een groter systeem, bv. Personeelszaken,
productie, sales & marketing etc.)
• synergie (het systeem als geheel levert meer dan de som van afzonderlijke
delen).
• Sub optimalisatie
• Feedback & feed forward
2. Contingentietheorie/benadering
• “De beste manier van organiseren hangt af van de situatie waarin de organisatie zich
bevindt”. (situationele theorie)
• Het model hangt af van de organisatie en de situatie/ omgeving (intern/extern)
• Oprichter: Paul Lawrence en Jay Lawrs (1967)
• Zoektocht naar wetmatigheden
• Als de omgeving aan de volgende kenmerken voldoet,…. Dan moet men als volgt
organiseren…..
, Tentamen OP3: Ontwerpen (organisatiestrategie)
Hedendaagse stromingen: gericht op inspelen continue veranderende omgeving van
organisatie
1. TQM (Total Quality Management)
- Uitgebreide en gestructureerde aanpak van organisatiemanagement, waarbij de focus ligt
op het continue verbeteren van kwaliteit van de producten en diensten, aan de hand van
feedback. Dingen telkens gelijk goed doen. (verminderen fouten, geldinvestering).
- Proces denken en proces matig handelen staan centraal, focus op kwaliteit.
(procesoptimalisatie).
- Vanaf Jaren 80 actueel (industriële sector van Japan)
- Oprichters: J. Juran en Dr. W. Deming
- Kwaliteit en kwaliteitsmanagement (verantwoordelijkheid van alle medewerkers)
- Volledige tevredenstelling van de klant (bepalen niveau van kwaliteit).
- Besloten op basis van feiten, niet op meningen (communicatiestrategie is passend).
Concurrentiekracht kan verkrijgen
1. De consument verifieert de geboden kwaliteit van een product of dienst
2. De toename van kwaliteit gaat gepaard met een productiviteitsstijging en verhoging
van effectiviteit en efficiency
• “The Toyota way”
• productperspectief
• klantperspectief
2. Lerende organisatie
- Het succes ligt bij de inzichten en kwaliteiten van de medewerkers, geven ook input voor
organisatiedoelen. Leider creëert wel toekomstvisie.
- Aanleren nieuwe vaardigheden + capaciteiten verbeteren en afleren van oude gewoontes.
- Medewerkers krijgen voldoende vrijheid van het management (hiërarchie vermijdend)
- Oprichter: Peter Senge
In een lerende organisatie initiëren managers verandering, worden bevoegdheden zo laag
mogelijk in de organisatie gelegd en wordt hiërarchie zo veel mogelijk vermeden
• Autonomie
• Zelfsturende teams
• Faciliterend
• Flexibel houden organisatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleursanders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.