1.1 Waar het vooral niet over gaat
Het gaat hier niet over de hele geschiedenis van de verpleegkunde. Het is niet zo dat we bij de
geschiedenis van de verpleegkunde de waarheid in pact hebben. De geschiedenis van verpleegkunde
is te veel een opsomming van feiten.
1.2 Eventjes mee naar de vorige eeuw
De inhoud van de lessen zijn gebaseerd op het werk van een Franse theoreticus en historicus,
genaamd Michel Foucault (1926-1984). Hij had een bijzondere opvatting. Volgens hem waren de
klassieke historici te veel gericht op de grote teksten van de grote auteurs van in het verleden. Hun
werk was te veel gericht op een analyse van bijvoorbeeld de teksten van Plato of het werk van
Newton. Het gevolg hiervan was dat die historici een heel eenzijdige blik op het verleden hebben
behouden. Deze blik was er een van trage continuïteit.
Tot op een zekere moment. Tot op de moment waar de moderniteit is aangebroken (= breukpunt).
Het was de moderniteit waarin de historici leefden en terugkeken naar het verleden. Het verleden
werd door de historici vaak voorgesteld als iets heel vreemd en ver van ons bed. Daarbovenop keken
ze ook naar het verleden alsof ze heel donker, barbaars, ethisch discutabel, … was.
Met andere woorden de historici hadden de neiging zich heel normatief op te stellen en zichzelf voor
te stellen als verlichte denkers die hun licht lieten schijnen over dat duister verleden. Michel Foucault
wou daar afstand van doen en noemt zichzelf hierdoor een archeoloog. Een archeoloog die zich niet
enkel bezig hield met de grote teksten van de grote auteurs maar gaat zich ook bezig houden met de
kleinere teksten. Teksten die ergens in een archief zijn terecht gekomen en sindsdien nooit meer
gelezen waren. Deze teksten/fragmenten tekst lijken voor andere zeer banaal maar voor Foucault
waren deze minstens even belangrijk omdat deze fragmenten iets belangrijks konden vertellen over
het verleden.
Foucault gaat zich ook niet enkel bezig houden met teksten en fragmenten. Hij gaat ook gaan kijken
naar beelden en schilderijen, niet enkel die grote werken uit het verleden maar ook naar schetsen,
tabellen uit boeken. Vervolgens ging hij ook kijken naar materiele objecten die zijn overgeleverd uit
het verleden en waar andere historici niet naar zouden omkijken.
Een tweede verschil tussen Foucault en de klassieke historici is dat zijn werk zich ook niet enkel gaat
gaan focussen op de grote breuk tussen het verleden en de moderniteit. Hij probeert in zijn werk
heel veel verschillende breuken, die zich hebben voorgedaan in de geschiedenis, op te nemen.
Telkens door een ander deel van het verleden te gaan verlichten.
Ten slotte gaat Foucault proberen afstand te houden van de normatieve uitspraken die zijn collega’s
historici wel makkelijk deden. Hij probeer soms ook aan te tonen dat vandaag de dag niet veel anders
is dan het verleden. Dat er heel veel zaken zijn overgenomen vanuit het verleden. Foucault gaat zich
ook beperken tot een louter beschrijving van zowel het verleden als van het heden.
1.3 Foucault en zijn louter beschrijving van heden en verleden
Foucault heeft heel veel werken, maar we nemen er in het bijzonder 2 uit. Namelijk “Geboorte van
de kliniek: de archeologie va de medische blik” en “Discipline, toezicht en straf: geboorte van de
gevangenis”
, 1.3.1 “Geboorte van de kliniek: archeologie van de medische blik”
We beginnen bij “Geboorte van de kliniek: archeologie van de medische blik”. Je ziet meteen het
woord archeologie in zijn titel staan wat dus verwijst naar het feit dat Foucault afstand doet van de
klassieke historici. Let hierbij ook op het begin ven de titel. Hij heeft het over ‘geboorte van de
kliniek’ en niet over ‘DE geboorte van de kliniek’. Met andere woorden hij geeft zo aan dat hij maar
een ander verhaal brengt over het ontstaan van de kliniek en niet HET verhaal van HET ontstaan van
de kliniek. Hij presenteert niet gewoonweg de waarheid over dat specifiek deel van de geschiedenis
van de geneeskunde en verpleegkunde.
Wat is de betekenis van kliniek?
Klinè is het Grieks woord voor BED. De hedendaagse betekenis van kliniek is dan ziekenhuis of de
ervaring aan het ziekbed van een zorgverlener. Waarbij de ervaring verwijst naar het opbouwen van
de deskundigheid en het waarnemingsvermogen van de zorgverlener door zijn ervaringen naast het
ziekBED. Met andere woorden, de klinische blik die een zorgverlener ontwikkeld door de ervaring die
hij opdoet door het vaak zien van patiënten in hun ziekBED.
Oorsprong van het woord klinische blik.
De klinische blik kent, volgens Foucault, haar oorsprong eind 18 de eeuw, begin 19de eeuw. Dit door de
inspanningen van Xavier Bichat, die de grondlegger is van de pathologische anatomie en René
Laennec, die de uitvinder is van de stethoscoop. Laennec zal met de stethoscoop meteen zijn
waarnemingen meedelen aan artsen, studenten, verpleegkundigen,… Dit idee is ongeveer op
hetzelfde moment ontstaan als het idee van het panopticon.
Eind 18de eeuw verandert ook de functie van de ziekhuizen. Dit hangt sterk samen met het bewustzijn
van de kracht van het waarnemen. Tot dan werden heel weinig mensen opgenomen in het
ziekenhuis. In vooral de Engelse ziekenhuizen werden enkel de patiënten opgenomen waarbij de
kans op overleven heel groot was. Terwijl in de Franse ziekenhuizen aan het eind van de 18 de eeuw
meer en meer patiënten worden opgenomen en zelfs die patiënten met een lagere overlevingskans.
Dit had 2 gevolgen:
1. De patiënten gingen ze observeren. Er waren veel meer patiënten, dus ook veel meer observaties
en men probeerde deze observaties beter te registreren en te bewaren.
2. Na het overlijden van een patiënt gingen we een anatomisch-pathologisch onderzoek gaan
uitvoeren. Om na te gaan wat men kon terugvinden in het lichaam van de overledene om nadien
eventuele afwijkingen te koppelen aan de observaties die gebeurt waren tijdens het verblijf in het
ziekenhuis.
Op deze manier is er een serieuze stap vooruit gezet in de geschiedenis van geneeskunde en
verpleegkunde. Men is er zich van bewust geworden dat observaties heel belangrijk zijn voor de
verdere evolutie van verpleeg- en geneeskunde.
Samengevat: Eind 18de eeuw is er meer bewustzijn over kracht van de observaties voor het
verwerven van kennis. Men gaat dus de patiënten meer en meer gaan observeren aan het ziekbed en
in de klinieken. Terwijl voordien de patiënten heel kort werden onderzocht in de collegezalen van de
universiteiten. Verder gaat men een ziektegeschiedenis van de patiënt gaan maken door
anamnesegesprekken en observaties tijdens verblijf. Terwijl voordien er tabellen bestonden van
ziekten om zo de patiënt op die moment de gaan evalueren. De patiënt zal ook anders bekeken
worden. Terwijl voor eind 18de eeuw de patiënt gezien werd als een object, een geval zullen ze na
eind 18de eeuw gezien worden als een subject, waar de patiënt centraal is gaan staan in de
behandeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JasperVDR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.92. You're not tied to anything after your purchase.