Neurobiologische achtergrond van opvoeding en ontwikkeling (6472NA)
All documents for this subject (43)
Seller
Follow
roosvanderlans
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING
NEUROBIOLOGIE
College 1 Basis 1, 2 (26-29 en 37-41), 3
College 2 Methoden, hormonen en genetica 2
College 3 Stress, emotie en motivatie 4
College 4 Gezichtsherkenning 5
College 5 Empathie 6
College 6 Ontwikkeling van het brein 11
College 7 Relaties 8
College 8 Altruïsme en antisociaal gedrag 7 (tot 271) en 9
College 9 Moraliteit en antisociaal gedrag 10
,College 1 – basis
Niko Tinbergen (1907-1988) = eerste bioloog die gedragsonderzoek ging doen
Om gedrag echt te begrijpen moet je 4 vragen kunnen beantwoorden:
1 Mechanisme, hoe komt gedrag ten uiting?
2 Ontwikkeling, deed hij dat altijd al?
3 Functie, hoe beïnvloedt het gedrag de kans op overleving en reproductie?
4 Evolutie, hoe is dit gedrag ontstaan door de evolutie?
Vakgebieden psychologie, pedagogiek en biologie lopen in elkaar over, raakvlakken:
- Neurowetenschappen (werking van het brein)
- Neuropsychologie (breinproblemen en stoornissen)
- Developmental neuroscience (ontwikkelings neuropsychologie, bij kinderen)
- Social neuroscience (op sociaal gebied) en daar past dit vak het beste bij
Hyperscanning = techniek waarbij twee breinen tegelijk worden gemeten tijdens interactie,
hieruit blijkt dat neurale activiteit vaak correleert vanwege wederzijds begrip tussen mensen
- Sociale psychologie = proberen te begrijpen hoe gedachten, gevoelens en gedrag
van individuen worden beïnvloed door anderen
- Cognitieve psychologie = bestuderen van mentale processen
Concepten van hoofdstuk 1
Een manier om te kijken naar hoe het brein is georganiseerd is:
- Modulariteit = gespecialiseerde routines in het brein die specifieke functies uitvoeren
op een beperkt aantal inputs, dat deel van je brein is daarvoor aangewezen
Bijvoorbeeld module voor gezichtsverwerking, dus herkennen van gezichten maar
geen andere prikkels
- Domein specificiteit = het deel van het brein wat maar 1 specifieke vorm van
informatie kan verwerken (auditief, visueel)
Modulariteit is discussiegevoelig, voor het visuele systeem en taalverwerking is het duidelijk
dat er modules zijn, maar voor de vagere gebieden zoals het gebied voor religieuze
gebieden
Moderne frenologie = de denkwijze van modulariteit, waarbij ieder stukje van de hersenen
een “functie” heeft (denk aan de plaatjes waarbij hersenen opgedeeld zijn in stukjes, zoals
taal/rekenen)
Gespecialiseerde units die interacteren = meer een netwerk aanpak
Niet-gespecialiseerde units die interacteren = verschillende onderdelen die verschillende
functies hebben, die samen interacteren
,Is neurowetenschappen in staat om sociaal gedrag te verklaren?
Reductionisme = een verklaring vervangen door een meer basale verklaring
Bijvoorbeeld liefde zijn gewoon chemische processen in de hersenen, iets persoonlijks
vervangen in een basale verklaring
Omgekeerde gevolgtrekking = poging om data van neurowetenschappen te herleiden naar
sociale psychologie, is lastig als er niet veel te vinden is over bijvoorbeeld dat deel van het
brein, voorbeelden zijn:
- Reverse inference = als de amygdala is geactiveerd, dan is iemand bang
- Forward inference = als iemand bang is, dan is de amygdala geactiveerd
Er zijn verschillende verklaringen op verschillende niveaus en deze vullen elkaar aan (je kunt
het zien als andere perspectieven)
Basics zenuwstelsel
Mentale chronometrie = tijdsverloop van informatie die door zenuwstelsel gaat
Bij snellere responstijd, zoals vragen met tijdsmarge, dan worden de antwoorden minder
accuraat
Bloed-brein-barrière = beschermt het centrale zenuwstelsel, hierdoor is de uitwisseling
tussen de twee systemen niet altijd makkelijk
Sommige stoffen kunnen hier makkelijk doorheen (testosteron)
Sommige stoffen kunnen er niet gemakkelijk doorheen (adrenaline)
Somatische zenuwstelsel = coördineren van spieractiviteit (vrijwillig en/of bewust)
Autonome zenuwstelsel = onderhouden van lichaamsfuncties (onvrijwillig/onbewust)
Dat is op te splitsen in twee delen
- Sympathische zenuwstelsel = activatie
- Parasympatische zenuwstelsel = deactivatie, belangrijk voor spijsvertering en
darmen
, Zenuwstelsel bestaat uit 100 miljard zenuwcellen, elke zenuwcel heeft
zelfde structuur; cellichaam, dendrieten en 1 axon
- Cellichaam (soma) met daarin de nucleus
- Uitlopers, die zitten aan twee kanten
1 Dendrieten, daar komt info binnen
2 Axon, de uitlopers van de zenuwcellen waardoor de
prikkels naar andere zenuwcellen toe gaan
Ze zijn geïsoleerd waardoor de zenuwoverdracht sneller
gaat (myelinisatie)
Actie-potentiaal = een ultrakorte golf van elektrische ontlading die over
het membraan van een neuron of en spiercel gaat
Ze zorgen voor een snelle overdracht van informatie tussen zenuwcellen onderling en tussen
zenuwcellen en andere celtypen, zoals spiercellen
Opbouw van het brein
Het brein is te zien als een walnoot, met groeven en bulten
Gyrus/gyri = de bollingen in het brein
Sulcus/sulci= de dalen in het brein
4 kwabben in je hersenen; frontaal, pariëtaal, occipitaal en temporaal
Om richtingen aan te geven worden er termen gebruikt;
Ventraal/inferior = naar beneden toe
Dorsaal/superior = naar boven toe
Rostraal/anterior = naar de voorkant toe
Caudaal/posterior = naar de achterkant toe
Mediaal = binnenkant van het brein
Lateraal = buitenkant van het brein
Binnen het brein heb je de grijze en witte stof
Grijze stof = bestaat uit de cellichamen van neuronen
De organisatie van de grijze stof is heel netjes, het is geen wirwar van cellen bij elkaar
Witte stof = bundels van axonen en ondersteuningscellen (glia, vormen myeline en
repareren weefsel) dat is wit omdat het is gebouwd uit vet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvanderlans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.