Uitgebreide samenvatting van ontwikkelingspsychologie van Robert S. Feldman, 7e editie. De samenvatting bevat alle hoofdstukken die in het boek staan (1 t/m 16). De samenvatting bevat veel voorbeelden, per hoofdstuk een woordenlijst en alle belangrijke informatie die in het hoofdstuk gegeven wordt ...
Ontwikkelingspsychologie
Feldman, Druk 7
Door Romy van Dijk
Hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychologie De wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit
van conceptie tot ouderdom
Fysieke ontwikkeling Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de
zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap
Cognitieve ontwikkeling Ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop het gedrag
van mensen wordt beïnvloed door groei en verandering in de
eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling Ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties en interacties
met anderen en op duurzame eigenschappen die de ene persoon
van de andere onderscheiden
Cohort Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren
Normatieve gebeurtenis Gebeurtenis die zich voor de meeste individuen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekt
Normatieve invloeden Invloeden die leiden tot conformiteit omdat men de gevolgen van
afwijkend gedrag vreest (bijv. etnische afkomst, sociale klasse of
lidmaatschap van een subcultuur)
Continue verandering Geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau
voortvloeien uit die van de vorige niveaus (bijv. veranderingen in
lengte)
Discontinue verandering Ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij
elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in
eerdere stadia (bijv. kind plast eerst in bed omdat het sluitspieren
nog niet helemaal kan beheersen, door rijping kan het deze wel
controleren daardoor maakt zijn ontwikkeling een sprongetje)
Kritieke periode Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste gevolgen heeft
Plasticiteit De mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke
structuur kan worden gewijzigd
Gevoelige periode Een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een
organisme, waarin dat organisme extra gevoelig is voor de
omgevingsinvloeden die betrekking hebben op een bepaald facet
van de ontwikkeling
Maturatie Het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde
genetische informatie
Klassieke conditionering Een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier
leert reageren op een neutrale stimulus, die de respons
normaalgesproken niet uitlokt
Oriëntatie
Ontwikkelingspsychologie kiest voor een wetenschappelijke benadering. Richt zich op menselijke
ontwikkeling. Ontwikkeling is een continu proces. Ontwikkelingspsychologen vragen zich af op welke
gebieden en in welke perioden in het leven mensen veranderen en groeien en hoe hun gedrag zich
verhoudt tot eerder gedrag.
Onderzoek naar ontwikkeling van kinderen:
, Fysieke ontwikkeling
Invloed van het lichaam op ons gedrag. Focus op de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren,
de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap
Cognitieve ontwikkeling
Hoe gedrag wordt beïnvloed door groei en veranderingen in intellectuele vermogens.
Houden zich bezig met leren, geheugen, probleemoplossing en intelligentie
Sociale ontwikkeling
Manier waarop de interacties van mensen en hun sociale relaties in de loop van hun leven
groeien, veranderen en stabiel blijven
Persoonlijkheidsontwikkeling
Stabiliteit en verandering in de eigenschappen die de ene persoon van de andere
onderscheiden
Ontwikkelingspsychologen verdelen kinderen en jongeren in globale leeftijdsgroepen:
Prenatale periode (van conceptie tot geboorte)
Baby- en peutertijd (van geboorte tot 3 jaar)
Kleutertijd (van 3 tot 6 jaar)
Schooltijd (van 6 tot 12 jaar)
Adolescentie (van 12 tot 20 jaar)
Zijn sociale constructies= idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is, maar
afhangt van de maatschappij en de cultuur op een bepaald moment
Leeftijdsgroepen zijn in vele opzichten willekeurig. Leeftijd waarop een kind de adolescentie
bereikt kan per persoon verschillen. Tijdstippen waarop gebeurtenissen zich in het leven van
mensen voltrekken, kunnen aanzienlijk variëren: de ene mens is sneller volgroeid dan de
andere. Als ze het over leeftijdsgroepen hebben, is het dus belangrijk te beseffen dat het
over gemiddelden gaat: het tijdstip waarop kinderen gemiddeld genomen bepaalde mijlpalen
bereiken. Eerst, bij heel jonge kinderen, is groot deel ontwikkeling genetisch bepaald,
waardoor ontwikkeling van meeste kinderen grotendeels gelijk op gaat. Als kinderen ouder
worden gaan omgevingsfactoren een grotere rol spelen, waardoor er na verloop van tijd
meer variatie en meer individuele verschillen ontstaan.
Invloed van cohorten op ontwikkeling
Lidmaatschap van een cohort onderwerpt mensen aan invloeden die betrekking hebben op
historische gebeurtenissen, leeftijdsgebonden gebeurtenissen, socioculturele gebeurtenissen en
niet-normatieve gebeurtenissen.
Normatieve gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of cultureel bepaald zijn (bijv. bereiken van
puberteit want dit overkomt iedereen ongeveer in dezelfde periode).
Historisch bepaalde invloeden
Biologische invloeden en omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan een specifiek historisch
moment (bijv. kinderen die in de wijk Roombeek in Enschede woonden, werden allemaal
geconfronteerd met biologische effecten en omgevingseffecten als gevolg van de
vuurwerkramp in 2000. Hun ontwikkeling al worden beïnvloed door deze gebeurtenis)
Leeftijdsgebonden invloeden
Biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde
leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien (bijv. pubertijd of menopauze).
Normatieve invloeden
Leiden tot conformiteit, omdat mensen de gevolgen van afwijkend gedrag vrezen
(bijv. Kim is goed in rekenen en komt na snelle berekening uit op antwoord B, leraar vraagt
wie antwoord A had en bijna iedereen in de klas steekt de hand op, dus doet Kim dat ook
maar, uit vrees om uitgelachen te worden)
Niet-normatieve gebeurtenissen
, Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een specifiek persoon op een
tijdstip dat zulke gebeurtenissen en de meeste andere mensen niet overkomen (bijv. 16
jarige die een landelijke wetenschapswedstrijd wint)
Kinderen
Babybiografieën: hierin probeerden waarnemers de groei van een kind bij te houden. Eind 18e begin
19e eeuw: onderwijs universeler aanwezig, kinderen niet meer als goedkope arbeidskrachten gezien.
Eerste helft 20e eeuw: grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken naar kinderen en
naar hun ontwikkeling tijdens de rest van hun leven. Wetenschappers die basis
ontwikkelingspsychologie legde, hadden een gemeenschappelijk doel: aard van groei, verandering en
stabiliteit tijdens de kindertijd en adolescentie op een wetenschappelijke manier bestuderen.
Verschillende vraagstukken:
Continue verandering versus discontinue verandering
Continue= ontwikkeling geleidelijk en prestaties vloeien op een bepaald niveau voort uit de
prestaties op de vorige niveaus. Nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit
bestaande vaardigheden. Is kwantitatief: ontwikkeling wordt groter of meer. Onderliggende
ontwikkelingsprocessen die de aanzet geven tot verandering blijven gedurende het hele
leven hetzelfde.
Discontinue= vindt plaats in aparte stappen of stadia. Elk stadium levert gedrag op dat
kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. Er is als het ware sprake van sprongetjes
vooruit.
Meeste ontwikkelingspsychologen zijn het erover eens dat beide soorten verandering naast
elkaar bestaan. Het is dus niet OF continue OF discontinue, sommige ontwikkelingsvormen
neigen meer naar ene kant terwijl andere meer naar andere kant neigen.
Invloed omgeving
Er is sprake van kritieke perioden wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten
omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling
aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft (bijv. betrouwbare
aanwezigheid van een liefdevolle volwassene in de vroege kinderjaren is essentieel voor het
kind om zich veilig en gehecht te voelen. Het gemis hieraan is na een paar levensjaren niet
echt meer te compenseren). Consequenties zijn dus permanent. Mensen zijn toch
tegenwoordig op veel vlakken (vooral cognitieve ontwikkeling, sociale ontwikkeling en
persoonlijkheidsontwikkeling) flexibeler dan aanvankelijk werd aangenomen. Er manifesteert
zich een aanzienlijke mate van plasticiteit. Er zijn laatste tijd steeds meer aanwijzingen dat
kinderen latere ervaringen kunnen gebruiken om eerdere achterstanden in te halen dus
lopen niet per definitie blijvende schade op als ze bepaalde soorten sociale ervaringen
hebben gemist. Daarom wordt nu liever van gevoelige periodes gesproken. Hierin zijn
organismen extra ontvankelijk voor bepaalde soorten stimuli in hun omgeving. Staat voor de
periode waarin bepaalde vermogens optimaal naar voren komen. Consequenties zijn hierbij
niet altijd permanent.
Levensloopmodel versus focus op specifieke perioden
Vroeger: meeste aandacht naar babytijd en adolescentie
Nu: hele periode van conceptie tot en met adolescentie van belang. Er is in elk levensstadium
sprake van ontwikkelingsgroei en -verandering. Om sociale invloeden op kinderen van een
bepaalde leeftijd te kunnen begrijpen, moeten we de mensen begrijpen die grotendeels
verantwoordelijk zijn voor die invloeden (bijv. 15-jarige moeder heeft heel andere invloed op
haar kind dan 37-jarige moeder) ontwikkeling van baby’s vloeit gedeeltelijk voort uit
ontwikkeling van volwassenen.
Nature en nurture
In hoeverre is het gedrag van mensen het gevolg van hun genetisch bepaalde natuur
enerzijds en de fysieke en sociale omgeving waarin ze opgroeien anderzijds.
, Nature= eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders erven (bijv.
of onze ogen blauw of bruin zijn of hoe snel we ons motorische ontwikkelen) Omvat elke
factor die het resultaat is van maturatie.
Nurture= omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. Biologische invloeden: (bijv. invloed
drank- en drugsgebruik van zwangere vrouw op ongeboren kind of soort en hoeveelheid
voedsel dat een kind krijgt). Sociale invloeden: (bijv. manier waarop ouders hun kinderen
opvoeden en invloed van leeftijdsgenoten op adolescent). Maatschappelijke invloeden: (bijv.
socio-economische omstandigheden waarin mensen zich bevinden).
Het is niet nature OF nurture, de vraag is in welke mate nature en nurture hun invloed laten
gelden
Gevolgen voor opvoeding van kinderen en voor sociaal beleid
Interactie tussen genetische factoren en omgevingsfactoren is complex. Sommige genetisch
bepaalde eigenschappen hebben niet alleen een directe invloed op het gedrag van kinderen,
maar dragen ook indirect bij aan de vorming van hun omgeving. We zijn weliswaar geneigd
tot bepaald gedrag, maar we vertonen dat gedrag niet per se zonder een passende
omgeving.
Toekomst ontwikkelingspsychologie
Meer onderzoek naar ontwikkeling en ontstaan nieuwe onderzoeksgebieden en
perspectieven
Interdisciplinariteit: meer samenwerking tussen verschillende vakgebieden
Meer aandacht voor diversiteitsvraagstukken
Groeiend aantal professionals in verschillende vakgebieden al gebruik maken van onderzoek
en bevindingen ontwikkelingspsychologie
Werkzaamheden in kader ontwikkelingspsychologie steeds grotere invloed op kwesties van
algemeen belang
Hoofdstuk 2
Theorie Verklaring van een interessant verschijnsel die een raamwerk biedt
om de relaties tussen geordende reeks feiten of principes te
begrijpen
Psychodynamisch perspectief Benadering van ontwikkeling waarbij men ervan uit gaat dat gedrag
gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen, en
conflicten waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en
waarover hij weinig controle heeft
Psychoanalytische theorie Theorie van Freud die ervan uitgaat dat onbewuste krachten
bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en gedrag
Id Het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de
persoonlijkheid dat aanwezig is bij de geboorte
Ego Het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid
Superego Het aspect van de persoonlijkheid dat iemand geweten
vertegenwoordigt en het onderscheid belichaamt tussen goed en
kwaad
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.53. You're not tied to anything after your purchase.