100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie samenvatting H6 Waarneming en gedrag, havo 4, Biologie voor jou MAX deel B $4.31
Add to cart

Summary

Biologie samenvatting H6 Waarneming en gedrag, havo 4, Biologie voor jou MAX deel B

 0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In dit document worden alle paragrafen van hoofdstuk 6 samengevat. Begrippen zijn dikgedrukt en daarna volgt de uitleg.

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • Hoofdstuk 6
  • May 26, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Samenvatting H6 Waarneming en gedrag
§6.1 Het zintuigstelsel
Externe prikkels: prikkels die van buitenaf komen.
Interne prikkels: prikkels die van binnen af komen.
Mechanische receptoren: reageren op uiteenlopende vormen van mechanische energie,
zoals aanraking, druk, beweging en geluid. Er ontstaat een impuls in een mechanische
receptor wanneer het celmembraan buigt of uitrekt.

Gehoorreceptroen en evenwichtsreceptoren: zijn mechanische receptoren met zeer fijne
haartjes. Als de vloeistof beweegt waarin zij zich bevinden, buigen de haartjes en vervormt
het celmembraan.
Tastreceptoren (onder opperhuid) en drukreceptoren (diep in huid): zijn mechanische
receptoren waarin een impuls ontstaat als het celmembraan wordt vervormd door lichte
aanraking of druk.
Chemische receptoren: kunnen bepaalde moleculen uit de omgeving binden.
Smaakreceptroen binden opgeloste moleculen en reukreceptoren binden moleculen uit de
lucht.
Temperatuurreceptoren: reageren in de huid op warmte en kou. Wanneer de temperatuur
in z’n receptor boven of onder een bepaalde normwaarde komt, ontstaat een impuls.
Pijnreceptoren: bevinden zich in het hele lichaam en zijn de uiteinden van bepaalde
zenuwen. Er ontstaat een impuls in deze receptoren door extreme druk, door extreme
temperaturen of door chemische stoffen die vrijkomen bij beschadiging of ontsteking van
weefsel.
Lichtreceptoren (fotoreceptoren): zijn zintuigcellen waarin een impuls ontstaat door
zichtbaar licht.
In zintuigcellen ontstaan impulsen als een prikkel sterker is dan de drempelwaarde. Je noemt
deze drempelwaarde de prikkeldrempel.
Adequate prikkel: Een prikkel waar een zintuig(cel) het gevoeligst is.
Adaptie/gewenning: de aanpassing van de gevoeligheid van een zintuig aan een
aanhoudende prikkelsterkte.



§6.2 Het oog
Harde oogvlies: het witte gedeelte van een oog en zorgt voor de bescherming van het
binnenste oog.
Hoornvlies: ligt aan de voorzijde van het harde oogvlies. Het is doorzichtig zodat licht het
oog kan binnenvallen.
Iris of regenboogvlies: regelt de hoeveelheid licht die via de pupil het oog binnenvalt door
de pupil groter of kleiner te maken.
Pigmenten: hiermee wordt de kleur van de iris gevormd.
Pupil: de benaming voor de opening in de iris.

, Traanklieren: produceren traanvocht.
Traanvocht: beschermt de ogen tegen uitdroging.
Glasachtig lichaam: een bindweefselachtige structuur in het oog van gewervelden. Het
glasachtig lichaam ligt tussen de lens en het netvlies.
Vaatvlies: bevat veel bloedvaten en zorgt voor de voeding van een groot deel van het oog.
Voorste oogkamer: ligt tussen het hoornvlies en de iris.
Achterste oogkamer: ligt tussen de iris en de ooglens.
Ooglens: ligt achter de iris en de pupil.
Straalvormig lichaam: zorgt ervoor dat er een scherp beeld ontstaat. Hij ligt rondom de lens
van het oog.
Netvlies: hierin bevinden zich lichtreceptoren. Het netvlies ligt in de binnenste laag van de
wand van het oog.
Gele vlek: ligt in het centrum van het netvlies. Met lichreceptoren in de gele vlek kun je het
scherpst zien.
Blinde vlek: de plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat.
Als je ergens naar kijkt, valt het beeld op het netvlies. Dit beeld is omgekeerd en verkleind. In
de lichtreceptoren in het netvlies ontstaan impulsen die door gevoelszenuwcellen naar de
gezichtscentra in de grote hersenen worden geleid. Deze verwerken impulsen zo, dat je het
beeld rechtopstaand en in het juiste formaat waarneemt.
Het ene moment zie je iets van dichtbij scherp en het andere moment iets van veraf. Je kunt
niet tegelijkertijd iets van veraf en iets van dichtbij scherp zien. Er zijn verschillende manieren
om een scherp beeld te vormen. Bij mensen kan de afstand tussen de ooglens het netvlies
niet veranderen. Om scherpe beelden te krijgen van voorwerpen op verschillende afstanden,
verandert de vorm van de ooglens.
Een ooglens hangt met lensbandjes in het straalvormig lichaam. Daarin liggen kringspieren.
Als je kijkt naar een voorwerp in de verte, dan zijn de kringspieren ontspannen. Door de druk
van de glasachtige lichamen wordt de doorsnede van de straalvormige lichamen groot.
Daardoor worden de lensbandjes strak gespannen, waardoor ze aan de ooglenzen trekken.
De ooglenzen worden hierdoor platter. Zo is het beeld scherp.
Als je naar een voorwerp dichtbij kijkt, dan ontstaat er een onscherp beeld op je netvlies. De
kringspieren in de straalvormige lichamen trekken zich dan samen. Het gevolg is dat de
lensbandjes minder strak worden gespannen, waardoor ze minder aan de ooglenzen
trekken. De ooglenzen kunnen hierdoor boller worden.
Accommoderen: het boller en platter worden van de lens.
Bijziend: de oogbol is te lang of de lichtstralen door het hoornvlies en/of de lens worden te
sterk gebroken.
Verziend: de oogbol is te kort of de lichtstralen door het hoornvlies en/of de lens worden niet
voldoende gebroken. Je ziet dan voorwerpen niet scherp, maar voorwerpen van veraf wel.
(corrigeren met bolle (positieve) brillenglazen of lenzen)
Pupilreflex: deze regelt de hoeveelheid licht die op het netvlies valt.
Straalsgewijze lopende spieren: zij bepalen samen de pupilgrootte.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller benteessens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

68175 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.31
  • (0)
Add to cart
Added