Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Samenvatting van het hoorcollege tractus circulatorius II op zuyd hogeschool in module 2. Hierin wordt de autonome innervatie rondom het hart besproken, prikkelgeleiding en hormoonhuishouding.
Tractus circulatorius II
Autonome innervatie
De basale hartslagfrequentie wordt door de gangmakercellen van de SA-knoop bepaald.
Deze frequentie kan echter door het autonome zenuwstelsel (AZS) worden gewijzigd. Het
hart wordt zowel door het sympathische als door het parasympatische deel van het AZD
geïnnerveerd. Postganglionaire sympathische vezels lopen vanuit cellichamen van neuronen
in de ganglia in de hals en het bovenste gedeelte van de thorax (borstkas). Vanuit de n.
vagus (N X) lopen parasympatische preganglionaire vezels naar kleinere ganglia nabij het
hart. Beide gedeelten van het AZS innerveren de SA- en de AV-knoop, evenals de
hartspiercellen van atria en ventrikels
,Tractus circulatorius II
Autonome effecten op de hartslagfrequentie
Autonome effecten op de hartslagfrequentie komen in de hoofdzaak overeen met de reacties
van de SA-knoop op acetylcholine (Ach) en noradrenaline.
Acetylcholine, dat door de parasympatische motorische neuronen wordt afgegeven,
vertraagt de hartslag.
Noradrenaline, dat door sympathische neuronen wordt afgegeven, versnelt de
hartslag
Een langduriger stijging van de hartslagfrequentie treedt op wanneer adrenaline en
noradrenaline tijdens sympathische activering door het bijniermerg wordt afgegeven.
Autonome effecten op het slagvolume
Het AZS beïnvloedt het slagvolume ook door de contractiekracht van het hartspierweefsel te
wijzigen via de afgifte van noradrenaline, adrenaline en Ach:
De effecten van noradrenaline en adrenaline. De sympathische afgifte van
noradrenaline bij synapsen in het hartspierweefsel en de afgifte van noradrenaline
door het bijniermerg stimuleren de stofwisselingreacties in de hartspiercellen en
vergroten de kracht en de mate van ventriculaire contractie. Hierdoor neemt het
slagvolume toe.
De effecten van Ach. Het belangrijkste effect van de Ach-afgifte door de
parasympathicus is afremming, waardoor de kracht van de hartcontracties afneemt.
Doordat de parasympatische innervatie van de ventrikels betrekkelijk beperkt is, vindt
de sterkste afname van de contractiekracht in de atria plaats.
Onder normale omstandigheden hebben beide autonome delen van het zenuwstelsel een
constante achtergrondactiviteit en geven ze Ach en noradrenaline af, zowel bij de knopen als
in het hartspierweefsel. Als de n. vagus wordt doorgesneden, stijgt de hartslagfrequentie. De
hartslagfrequentie wordt vertraagt door stoffen die de sympathicus blokkeren. Via een
dubbele innervatie en aanpassingen van de tonus van de gladde spieren kan het AZS de
functie van het cardiovasculaire stelsel zeer nauwkeurig reguleren.
De coördinatie van autonome activiteit
Het hartritmecentrum van de medulla oblongata bevat de belangrijkste centra voor het
reguleren van de hartslag. Het centrum voor versnelling van het hartritme stuurt
sympathische motorische neuronen aan die het hartritme versnellen; het nabijgelegen
centrum voor vertraging van het hartritme stuurt de parasympatische motorische neuronen
aan die het hartritme vertragen. Informatie omtrent de toestand van het cardiovasculaire
stelsel bereikt het hartritmecentrum via sensibele vezels van de nervus vagus en via de
sympathische zenuwen van de cardiale plexus.
Het hartritmecentrum reageert op veranderingen van de bloeddruk en van de concentratie
van zuurstof en kooldioxide dat in de arteriën is opgelost. Deze concentraties worden
geregistreerd door baroreceptoren en chemoreceptoren die met de n. glossopharyngeus (N
IX) en nervus vagus zijn verbonden. Een daling van de bloeddruk of de zuurstofconcentratie
of een toename van de koolstofdioxideconcentratie geeft meestal aan dat de
zuurstofbehoefte van de perifere weefsel is toegenomen. Daarna zorgt het hartritmecentrum
dat het hartminuutvolume toeneemt en het hart harder werkt. Behalva dat het
hartritmecentrum automatische aanpassingen teweegbrengt als reactie op sensorische
informatie, kan het door hogere centra worden beïnvloed, met name door centra in de
hypothalamus. Als gevolg daarvan hebben veranderingen van de emotionele toestand een
onmiddellijk effect op de hartslagfrequentie.
, Tractus circulatorius II
Cardiovasculaire regulering
Homeostatische mechanismen reguleren de activiteit van het hart en de bloedvaten om
ervoor te zorgen dat de doorbloeding van de weefsels, ook wel weefselperfusie genoemd, in
behoefte aan zuurstof en voedingstoffen kan voorzien. De 3 variabele factoren die de
doorbloeding van weefsels beïnvloeden, zijn:
De meeste cellen liggen relatief dicht bij capillairen. Als een groep cellen actief wordt, moet
de bloedtoevoer naar het gebied toenemen om de benodigde zuurstof en voedingsstoffen
aan te voeren en om de gevormde afvalstoffen en kooldioxide af te voeren. Het doel van de
regulering van de bloedcirculatie is ervoor te zorgen dat deze veranderingen van de
doorbloeding optreden:
1. Op het juiste tijdstip
2. In het juiste gebied
3. Zonder dat de bloeddruk i en de bloedtoevoer naar vitale organen te veel verandert.
Mechanismen die zijn betrokken bij de regulering van de cardiovasculaire functies, zijn onder
meer:
Autoregulatie. Veranderingen van de omstandigheden in de weefsels hebben een
directe invloed op de precapillaire sfincters, waardoor de perifere weerstand wordt
gewijzigd, zodat de doorbloeding van de capillairnetten plaatselijk verandert. Een
dergelijke autoregulatie leidt tot onmiddellijke, plaatselijke, homeostatische
aanpassingen. Als autoregulatie niet in staat is de omstandigheden in het weefsel te
normaliseren, worden neurale en endocriene mechanismen geactiveerd.
Neurale mechanismen. Neurale mechanismen reageren op veranderingen van de
arteriële bloeddruk of op de concentraties van bloeddruk of op de concentraties van
bloedgassen op specifieke plaatsen. Als deze factoren veranderen, past het
autonome zenuwstelsel het hartminuutvolume en de perifere weerstand aan om een
adequate doorbloeding in stand te houden.
Endocriene mechanismen. Het hormoonstelsel geeft hormonen af die aanpassingen
op korte termijn bevorderen en die langdurige aanpassingen van de werking van het
cardiovasculaire stelsel teweegbrengen.
Kortdurende veranderingen zijn aanpassingen van het hartminuutvolume en de perifere
weerstand om de bloeddruk en de bloedtoevoer naar de weefsels te stabiliseren. Langdurige
veranderingen zijn veranderingen van het bloedvolume die invloed hebben op het
hartminuutvolume en op het transport van zuurstof en kooldioxide naar en van actieve
weefsels.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pienpeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.