Dit bevat alle leerstof dat gekend moet zijn voor het examen ondernemingsrecht. Het bevat de inhoud kennisklips en de cursus. Ook hebben ik overal de artikelnummers aan toegevoegd.
Hoofdstuk 1: Inleiding tot het recht: enkele basisbegrippen
Wat is recht?
Er zijn veel verschillende definities
Deels tijds- en plaatsgebonden, vandaag de dag anders dan vroeger
3 Elementen die vaak terugkomen:
Een geheel van regels
Regel = uitspraak dat je doet waarin een voorschrift zit
Voorbeeld
- Auto rijdt 70 km/uur (beschrijving, geen voorschrift)
- Auto 70km/uur zal in de sneeuw uit de bocht vliegen (geen beschrijving, voorspelling)
- Auto rijdt te snel (oordeel, geen regel)
- Auto’s mogen in de bebouwde kom niet sneller rijden dan 50 km/uur (voorschrift)
Je gaat een gegeven voorschrijven
Als je een fout begaat waardoor iemand schade lijdt, dan moet je die schade vergoeden
Art. 1382-1383 in Oud burgerlijk wetboek
Regels die beogen het menselijke samenleven te ordenen
Voorbeeld: Robinson woont op een onbewoond eiland, heeft hij recht nodig? Bij menselijke
samenleving, dan is pas recht van belang
Ordenen kan veel verschillende vormen aannemen, ordenen is een abstract begrip
Regels die door gezagsfunctie worden afgedwongen, desnoods met “sanctie en dwang”
Recht wordt essentieel afgedwongen door de overheid
Dit onderscheidt recht van een aantal andere regels
vb.: beleefdheidsregels, morele regels, sportregels (worden niet door de overheid
afgedwongen, bevatten wel een voorschrift en beogen ordenen)
Op het einde van de rit staat er altijd een politieagent, het voorschrift zal worden
afgedwongen met sanctie en dwang
Indeling van het recht
Je kan recht op een aantal manieren indelen
Tweedelig onderscheidt relativeren
Publiekrecht
Regelt de verhouding tussen de burgers en de overheid (met ingang van de organisatie van de
overheid)
Beoogd de bescherming van het algemeen belang
Verticaliteit
Verticale relatie tussen burger en overheid
, Overheid stelt regels van publiekrecht in
Vb.: huiszoeking
Regels doorgaans van openbare orde
Regelt de verhouding tussen de burgers onderling
Beoogt bescherming van private belangen
Horizontaliteit
Relatie tussen burgers onderling
Vb.: schade aan iemand zijn wagen
Meer suppletieve regels (maar niet exclusief: ook regels van dwingend recht en openbare orde)
Onderverdelingen:
- Burgerlijk recht
Personen- en familierecht
Zakenrecht
Verbintenissenrecht
- Ondernemingsrecht
- Vennootschapsrecht
- Gerechtelijk (privaat)recht
Wat moet er gebeuren als u gaat procederen voor de rechtbanken
- Internationaal privaatrecht
Enkele algemene begrippen
Objectief vs. Subjectief recht
Objectief recht
Recht van buitenaf bekijken
Geheel van regels die in een bepaalde samenleving geldt in een bepaalde periode
Voorbeeld
Artikel 3.50 van het Burgerlijk Wetboek (B.W.) bevat een rechtsregel van objectief recht: “Het
eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te
gebruiken, hiervan het genot te hebben en erover te beschikken. De eigenaar heeft de volheid van
bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door wetten, verordeningen of door de rechten van
derden worden opgelegd.”
Subjectief recht
Regel concretiseren voor een individueel gedrag
Recht bekeken vanuit het standpunt van het individu dat zich beroept
, De aanspraak die een individu aan dat objectief recht ontleent om in een concreet geval
nu heb ik recht daarop
Vb.: ik heb een subjectief recht op de auto die ik heb gekocht, je kan van andere eisen dat ze
dat recht respecteren
Voorbeeld
Aïsha heeft een subjectief recht op deze specifieke laptop die voor haar op de bank ligt. Aan de regel
van artikel 3.50 Nieuw B.W. ontleent zij een “subjectief” recht op die laptop. Die is haar eigendom. Zij
heeft er een aanspraak op. Zij kan van anderen eisen (en dit in rechte afdwingen) dat zij dit subjectief
recht respecteren.
Positief recht vs. Ideëel recht
Positief recht
Verwijst naar het recht dat op een bepaald ogenblik in de samenleving geldt
Beetje synoniem van objectief recht
Deze zullen door de overheid worden afgedwongen
Ideëel recht
Recht zoals volgens bepaalde mensen, bepaalde religies, politieke overtuigingen, … op een
bepaald ogenblik zou moeten zijn voor hun
Recht dat jij vindt dat het zou moeten zijn
Voorbeelden: natuurrecht, Nasie, jij vindt dat iedereen op vrijdag vlees moet eten
Dwingende rechtsregels vs. Wilsaanvullende (of suppletieve) rechtsregels
Ongeacht wat je wilt, je hebt niet te kiezen
Vb.: stemplicht, niet sneller rijden dan 50km/u
Binnen de Belgische rechtssystematiek vinden we binnen de categorie van dwingende regels nog
het onderscheid tussen regels van openbare orde (= zijn dwingender) en regels van dwingend
recht.
1) Regels van openbare orde
Raken de essentiële belangen van de gemeenschap of bevatten de juridische grondslagen
waarop de maatschappelijke ordening rust.
De rechter moet deze ALTIJD toepassen en degene die erdoor beschermd wordt kan geen
afstand doen van de bescherming die deze regels bieden.
Voorbeeld
Moord is een misdrijf en dus verboden: je mag niemand vermoorden. Dat is een regel van openbare
orde. Indien twee partijen een overeenkomst zouden sluiten waarbij zij akkoord gaan dat de ene de
andere mag vermoorden tegen betaling, dan is die overeenkomst absoluut nietig. De rechter mag bv.
na de feiten nooit de betaling bevelen, ook al wordt de nietigheid door geen van de partijen (bv. de
erfgenamen van de vermoorde) ingeroepen. Het slachtoffer mag geen afstand doen van de
bescherming van deze regel, niet voor de overeenkomst gesloten wordt en niet erna.
2) Regels van dwingend recht
, De overeenkomst die er afbreuk aan doet is slechts “relatief” nietig.
Slachtoffer mag afstand doen, alleen de beschermde partij mag tegen de overeenkomst
opkomen
De rechter moet die nietigheid niet ambtshalve inroepen en de partij die erdoor beschermd
wordt mag van die bescherming afstand doen zodra hij/zij in de beschermde positie zit.
Enkel de beschermende positie kan afstand doen
Voorbeeld
huurrecht, als er in contract staat dat verhuurder overeenkomst kan opzeggen op termijn van 1
maand nietig (want regel is 3 maand)
Maar de beschermde partij (de student) is niet verplicht zich erop te beroepen. Indien de verhuurder
één maand op voorhand opzegt, dan kan de student zelf beslissen die opzegging toch te aanvaarden
en het kot te verlaten. Hij zou op basis van die dwingende regelde nietigheid van die opzegging
kunnen inroepen en toch in het kot blijven. Maar hij is niet verplicht: de openbare orde verzet er zich
niet tegen dat de opzeggingstermijn van één maand wel degelijk uitwerking zou krijgen omdat de
huurder, eens die beschermd is en dus ook die bescherming zou kunnen inroepen, ervoor kiest dit
niet te doen.
Afhankelijk van hoe fundamenteel de regel is ten aanzien van maatschappelijke organisatie
Wilsaanvullende rechtsregels
Regels waarvan je van mag afwijken
Je bent vrij om andere afspraken te maken dan de rechtsregels
Rechtsregel enkel van toepassing als je geen andere afspraken hebt gemaakt
Geen dwingende regel maar wel een rechtsregel
Voorbeeld
Indien je na drie maanden stopt met studeren, mag je je kot dan voor de rest van de periode
onderverhuren aan een vriendin? Als de huurovereenkomst niets voorziet, dan niet. Onderverhuring
is verboden. Maar dit is slechts een wilsaanvullende regel: de partijen kunnen perfect in de
huurovereenkomst anders bepalen en stipuleren dat onderverhuring wél toegelaten is (eventueel
mits bepaalde randvoorwaarden). Als de partijen er niets over hebben bepaald, dan is de
wilsaanvullende rechtsregel van toepassing.
Bronnen van het recht
Hoe weet je of iets een rechtsregel is antwoord in bronnen van het recht
Materiële bronnen
Inspiratiebronnen voor de inhoud van rechtsregel
Beantwoord de vraag waarom de regel zo luid en niet anders
Voorbeelden
- De christelijke godsdienst is historisch ongetwijfeld een materiële bron geweest voor een heel
aantal rechtsregels, maar de strafrechter zal zich wel degelijk op artikel 461 van het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannesomers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.79. You're not tied to anything after your purchase.