Wim Weterings, ‘De economische analyse van het recht’
1. Inleiding
Rechtseconomie de economische analysering van het recht. Door het toepassen van economische
concepten op juridische vraagstukken tracht de rechtseconomie het recht en haar werking te
analyseren. De economische analyse van het recht wordt aangewend om de effecten van juridische
regels op het gedrag van mensen te beschrijven en te voorspellen, te evalueren of deze effecten
maatschappelijk gezien wenselijk zijn, en zonodig alternatieve oplossingen te formuleren.
Klassieke juridische gedachtegang doelstelling bereiken van rechtvaardigheid. Vraag of een
bepaalde rechtsregel tot redelijke of billijke uitkomsten leidt.
Economische benadering van het recht bestudeerd hoe efficiënt rechtsregels zijn. Doelstelling
rechtseconomie is een maximale maatschappelijke welvaart oftewel maximale efficiëntie. Kijken naar
efficiëntie van bestaande rechtsregels en rechtsinstitutites, maar ook naar wat de consequenties van
alternatieve regels zouden zijn, om suggesties te doen voor hervormingen van rechtsregels en
rechtsinstituties.
2. Ontwikkeling van de moderne rechtseconomie
Rechtseconomie begon in de VS, uitgegroeid tot wetenschappelijke discipline. Veel juristen en
economen hielden zich bezig met onderzoek op het terrein van de rechtseconomie en hebben het
toegepast op verschillende rechtsgebieden. Veel tijdschriften, organisaties en invloed op Amerikaans
onderwijs en rechtspraak wat betreft rechtseconomie.
Ook verder verspreid naar NL en BE.
3. De economische analyse van het recht
3.1 Positieve en normatieve analyse van het recht
Positieve rechtseconomie houdt zich bezig met het recht zoals het is. Bezien wordt of het
bestaande recht efficiënt is.
Normatieve rechtseconomie aangeven hoe het recht eruit zou moeten zien, waarbij het
uitgangspunt is dat het recht efficiënt behoort te zijn. Meer omstreden en kritischer ontvangen.
In de positieve rechtseconomie wordt mbv economische principes een verklaring gegeven voor
bestaande rechtsregels en rechtsinstituties. Er wordt beoogd antwoorden te geven op vragen naar
het ontstaan en de inhoud van rechtsregels en rechtsinstituties. Tevens wordt getracht om de
gedragseffecten van rechtsregels te voorspellen of evalueren. Efficiëntie en te verwachten gevolgen
van de rechtsregels.
De normatieve rechtseconomie gaat verder en doet beleidsmatige aanbevelingen. Aan de hand van
efficiëntiecriterium aangegeven welke rechtsregel gehanteerd zou moeten worden.
Drie fundamentele vragen:
Waarom hebben wij een rechtsregel? (positieve rechtseconomie)
Wat is het effect van bepaalde rechtsregels? (positieve rechtseconomie)
Welke rechtsregel is wenselijk vanuit het perspectief van efficiëntie? (normatieve
rechtseconomie)
3.2 Het recht als een systeem van (gedrags)prikkels
Rechtsregels definiëren rechten en plichten van mensen in maatschappelijk verband makkelijker
onderling verkeer.
Traditionele juridische invalshoek recht vooral gezien als instrument om gerezen conflicten tussen
mensen uit de wereld te helpen. Er wordt ex post gekeken naar een conflict en aan de hand van het
recht wordt getracht dit conflict op te lossen.
Rechtseconomie rechtsregels beschouwd als instrumenten om gedrag te beïnvloeden. Prikkels om
toekomstig gedrag van mensen te kunnen sturen. Ongewenste situaties of gedragingen voorkomen.
Er wordt ex ante geanalyseerd welke effecten rechtsregels zullen hebben.
,3.3 Invloed rechtsregels op individuele en maatschappelijke welvaart
Welvaart is de mate waarin behoeften bevredigd (kunnen) worden met de beschikbare middelen.
Welvaart omvat alles waar men waarde aan hecht.
Individuele welvaart is de mate waarin de behoeften van een individu worden bevredigd.
Maatschappelijke welvaart is de welvaart van alle individuen gezamenlijk.
Rechtseconomie ‘nut’/’welzijn’.
Rechtsregels geven prikkels aan mensen om bepaald gedrag te kiezen doordat zij de individuele
welvaart van mensen beïnvloeden. Rechtsnormen duiden aan welk gedrag wordt verwacht.
Sanctioneren van afwijkend gedrag en belonen van normconform gedrag. Ongewenst gedrag
duurder gemaakt door maatregelen. Mensen passen hun gedrag aan rechtsregels aan indien en
zover dit hen een hogere welvaart oplevert dan niet-naleving. Aangepast gedrag heeft ook weer
invloed op welvaart van anderen.
Vervolgens wordt bezien tot welke maatschappelijke uitkomst de reactie van mensen op deze
rechtsregels leidt. Resulteert het in hogere of lagere maatschappelijke welvaart?
Uiteindelijke doel rechtseconomie streven naar rechtsregels die de maatschappelijke welvaart
maximaliseren.
3.4 De veronderstelling van rationeel handelen
Het is niet mogelijk om alle gevolgen van een rechtsregels – en alternatieven daarvoor – empirisch te
achterhalen. Rechtseconomie uitgaan van een aantal gedragsveronderstellingen. Aan de hand
van de theoretische veronderstelling dat mensen rationeel handelen en trachten hun individuele
welvaart te maximaliseren, is het mogelijk om de effecten van rechtsregels op de maatschappelijke
welvaart globaal te voorspellen en om de voorkeur voor een bepaalde rechtsregels aan te geven.
Door middel van de aanname van rationaliteit kan de reactie van mensen op rechtsregels worden
voorspeld. Mensen reageren op prikkels vanuit rechtsregels en veranderingen in rechtsregels zullen
de gedragskeuzen van mensen beïnvloeden.
Rationele mensen zullen de baten van ongewenst, ‘wederrechtelijk’ gedrag (niet-naleving) afzetten
tegen de kosten daarvan. Het verhogen van kosten van ongewenste activiteiten zal rationele mensen
ertoe aanzetten om deze activiteiten te verminderen/staken.
Liefdadigheid & altruïsme. Bewust calculerend gedrag kosten-baten analyse, heb je niet bij
rationeel handelen.
3.5 Efficiëntie
3.5.1 Efficiëntie als kernbegrip binnen de rechtseconomische analyse
Efficiëntie heeft betrekking op de totale kosten en baten van een situatie. Naarmate de totale baten
groter zijn dan de totale kosten, is er sprake van meer efficiëntie. Er is sprake van optimale efficiëntie
als een rechtsregel meebrengt dat een zo gunstig mogelijk saldo van kosten en baten voor alle
partijen gezamenlijk wordt bereikt.
3.5.2 Pareto efficiëntie
Er is sprake van Pareto verbetering/Pareto efficiënte verandering (meer efficiëntie) wanneer een
rechtsregel wordt ingevoerd of veranderd, en ten gevolge daarvan de welvaart van één of meer
personen toeneemt ne niemand erop achteruit gaat. Er zijn dus geen verliezers.
Een rechtsregel is Pareto efficiënt/optimaal (maximale efficiëntie) als het niet meer mogelijk is om de
positie van één individu te verbeteren, zonder nadeel toe te brengen aan de positie van een ander
individu.
Pareto criterium biedt echter weinig ruimte voor verandering. In de praktijk leveren maar weinig
veranderingen in het recht een Pareto verbetering op en weinig regels zijn Pareto efficiënt. Kaldor-
Hicks besliscriterium biedt meer ruimte voor verandering.
3.5.3 Kaldor-Hicks efficiëntie
,Kaldor-Hicks efficiëntie geeft de verhouding aan tussen de totale baten en totale kosten van
rechtsregels. Een verandering in het recht is een verbetering indien bij een bepaalde rechtsregel
sommigen er meer in welvaart op vooruit gaan dan anderen erop achteruit gaan. Totale baten van
een verandering zijn groter dan de totale kosten ervan maatschappelijke welvaart neemt toe, dus
de verandering mag worden doorgevoerd. Winnaars hebben genoeg winst om de verliezers te
kunnen compenseren en dan nog beter af te zijn. indien dat zou gebeuren zouden de verliezers niet
slechter af zijn met de verandering.
Een rechtsregel is maximaal efficiënt als. Er geen K-H verbetering meer mogelijk is. Er is geen
verandering meer mogelijk dat meebrengt dat de totale baten groter zijn dan de totale kosten.
Maatschappelijke welvaart maximaal.
Bovendien: te duur en gecompliceerd om alle verliezers te compenseren. Het gaat erom dat de kans
wordt verhoogd dat elke voorgestelde verandering in het recht netto de maatschappelijke welvaart
vergroot, dwz: dat het totale effect van de rechtsregel gunstig is.
3.6 Negatieve externaliteiten en het Coase-theorema
3.6.1 Negatieve externe effecten
In geval van negatieve externe effecten kan interventie door de overheid vereist zijn om een
maximale welvaart te realiseren.
Handelingen kunnen negatief of positief gevolg hebben externe effecten en externaliteiten.
Negatieve externe effecten activiteiten waarbij schade aan anderen wordt toegebracht.
Maatschappelijke kosten hoger dan de private kosten.
Maar de negatieve externe effecten dienen te worden geïnternaliseerd. Bijvoorbeeld maatregelen
belastingen en schadevergoeding.
3.6.2 Coase-theorema I
Als er geen transactiekosten zouden bestaan, is de oplossing van negatieve externe effecten geen
probleem.
Transactiekosten: alle kosten die met een transactie gemoeid zijn, zoals kosten voor zoeken naar
contractspartner, onderhandelen, informatieverwerving.
In een situatie zonder transactiekosten maakt het niet uit wie de eigendomsrechten over een
bepaald goed heeft. Via marktwerking zal een efficiënte allocatie van het goed tot stand komen. Dmv
kostenloze onderhandelingen tussen partijen zullen alle mogelijke welvaartsverbeteringen worden
gerealiseerd en zal het goed gaan naar de partij met de hoogste waardering voor het goed.
De inhoud van rechten/verdeling rechten is wel van invloed op de individuele welvaart van de
partijen (welvaartsverdeling).
3.6.3 Coase-theorema II
Dit telt alleen als transactiekosten afwezig of verwaarloosbaar zijn. In werkelijkheid zijn er vrijwel
altijd transactiekosten. Transactiekosten zorgen ervoor dat overheidsingrijpen in de zin van
regelgeving wel nodig is om het probleem van negatieve externe effecten op te lossen. Marktwerking
lost dit niet zelf op. Bovendien maakt het in een wereld van transactiekosten wel degelijk uit aan wie
(eigendoms)rechten worden toegewezen. De keuze voor een bepaalde rechtsregel is wel van belang
en kan de omvang van de maatschappelijke welvaart beïnvloeden.
Overheid kan dmv rechtsregels gewenst gedrag en de efficiënte maatschappelijke oplossing in de
hand werken. Verder moeten de transactiekosten door de overheid zo laag mogelijk worden
gehouden voor de partijen.
4. De waarde en betekenis van de rechtseconomie
4.1 De waarde van rechtseconomie
Rechtseconomie kan inzicht geven in, zo men wil: voorspellen, hoe mensen hun gedrag
zullen veranderen als antwoord op juridische regels en bijgevolg kan laten zien wat de
gevolgen van verschillende rechtsregels zullen zijn. Meer weten beter evalueren of een
, geldende rechtsregel wel de beoogde gevolgen heeft. Ook beter een geïnformeerde en
doordachte keuze maken tussen verschillende alternatieven.
Rechtseconomie geeft een neutraal normatief en systematisch kader aan bijvoorbeeld
wetgevers, rechters en beleidsmakers, aan de hand waarvan juridische vragen (mede)
kunnen worden geanalyseerd. Neutraliteit en objectiviteit van economische begrippen, dus
minder ruimte voor subjectiviteit. Bevordering methodologische en consistente
besluitvorming.
Door het algemene kader verbindt de rechtseconomie verschillende rechtsgebieden met
elkaar, bevordert vergelijking en stimuleert consistentie.
4.2 Rechtvaardigheid versus efficiëntie?
Er is ook kritiek, vooral op de normatieve economische analyse van het recht. Volgens juristen is het
verkeerd om het recht aan de hand van het economische efficiëntiecriterium te beoordelen.
Criterium behoort rechtvaardigheid te zijn. Rechtseconoom onthoudt zich van uitspraken over
andere waarden dan efficiëntie.
Een rechtsregel kan goed zowel aan de maatstaf van rechtvaardigheid als het efficiëntiecriterium
worden getoetst.
Het gewicht dat kan/moet worden toegekend aan de factor efficiëntie afhangen van het juridische
onderwerp. Het is met name van belang of het een marktgerelateerd onderwerp betreft of een
onderwerp dat minder binding heeft met efficiëntie en economie.
Rechtvaardigheid en efficiëntie worden dikwijls ten onrechte als stelselmatige tegenstellingen
gepresenteerd. Soms gaan ze wel gewoon samen.
4.3 Bruikbaarheid van veronderstelling dat mensen rationeel handelen
Critici: rechtseconomie is in hoge mate hypothetisch. Maar rechtseconomen geloven ook niet dat
mensen altijd rationeel reageren en rationele keuzes maken. Soms ook irrationeel. De
veronderstelling dat mensen rationeel handelen wordt gebruikt, omdat het een hele bruikbare
veronderstelling is aangezien veel mensen wel geneigd zijn om rationeel te handelen en om hun
belangen te maximaliseren. Aan de hand van de veronderstelling kan worden geanalyseerd hoe
mensen gemiddeld genomen zullen reageren op prikkels afkomstig van rechtsregels en aansluitend
wat de effecten van bepaalde rechtsregels op de maatschappelijke welvaart zijn. Mensen handelen
gemiddeld genomen rationeel.
Ward Farnsworth, ‘Ex Ante and Ex Post’
Een dief loopt een bank binnen en zet een pistool tegen een van de klanten. Hij zal schieten tenzij de
kassier al het geld in de la overhandigt. Kassier doet niks. Dief schiet de klant en rent weg. Klant
overlijdt. Zijn nalatenschap spant en rechtszaak aan tegen de bank en klaagt dat de kassier het geld
had moeten geven. Rechter kan op twee verschillende manieren nadenken over wat hij zou moeten
zeggen.
Eerste manier: het is een geschil tussen de bank en de nalatenschap van haar klanten. Ze zijn naar de
rechtbank gekomen, omdat ze hun meningsverschil niet informeel hebben kunnen oplossen. Rechter
fungeert als aansteller in laatste instantie. Een van de partijen zal de winnaar zijn, maar de vraag is
wie. Hiervoor moet er gekeken worden naar wat er is gebeurd en of de wet schadevergoeding eist.
Heeft de bank iets verkeerd gedaan? Gevoel van rechtvaardigheid kan worden raad gepleegd.
Tweede manier: niks wat de rechtbank zegt, kan veranderen wat er is gebeurd. Geld overmaken et
cetera zijn slechts herschikkingen. Het verloren leven bijvoorbeeld maakt de wereld armer en het is
onherroepelijk. De familie van het slachtoffer zijn zich bewust dat de wet hem niet kunnen
terugbrengen. Het is een verspilling. De wereld zou beter af zijn geweest zonder het incident. Het
punt is dat de wet alleen maar een beetje het leed kan herverdelen. Het is helaas onmogelijk dat de
wet de tijd terug kan draaien en ervoor zou zorgen dat het incident niet plaats zou vinden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erdgnb1905. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.