Week2, hoofdstuk 1: inleiding in het recht
Er zijn 4 rechtsbronnen:
- De wet: deze bevat rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid. Deze kan je vinden in
verschillende wetsboeken en op de site www.wetten.nl.
- Jurisprudentie: dit zijn uitspraken van rechters. Als een wet niet duidelijk is of zelf helemaal
ontbreekt, legt de rechter de onduidelijke regel uit en maakt een nieuwe regel. Als andere
rechters deze regel in latere geschillen ook gaan toepassen, is er sprake van jurisprudentie.
Dit heeft dan ook dezelfde rechtskracht als het wettelijke recht.
- Gewoonte: in veel sectoren van het bedrijfsleven zijn er allerlei gewoontes die nergens in de
wet zijn vastgelegd, maar die toch als bindende regels moeten worden beschouwd.
- Internationaal verdrag: dit zijn afspraken tussen twee of meer staten die opgeschreven staan
en deze gelden in staten die partij zijn bij het verdrag. Zoals Europese Unie en het
Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind.
Om de rechtsregels enigszins overzichtelijk te houden, is het verdeeld in publieksrecht en het
privaatrecht:
- het publiekrecht geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers en overheid en omvat
staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht.
- het burgerlijkrecht behoort tot het privaatrecht, dit recht geeft regels voor de rechtsrelaties tussen
burgers onderling. Civielrecht is ook hetzelfde.
Rechtsgebieden:
- In het staatsrecht wordt de organisatie van de staat beschreven. Een staat heeft drie
kenmerken: een grondgebied, inwoners en een regering die het gezag uitvoert. Er staan
regels in het staatsrecht over de bevoegdheden van verschillende overheidsorganen. De
belangrijkste wet hiervan is de Grondwet, maar ook de Provinciewet, de Gemeentewet en
de Politiewet maken deel uit van het staatsrecht. Organieke wetten zijn een bron van het
staatsrecht: dit zijn wetten die in opdracht van de Grondwet worden gemaakt. Voorbeelden
hiervan zijn de Rijkswet, de Vreemdelingenwet, de Algemene wet bestuursrecht en de
Ambtenarenwet.
- Het strafrecht: moord, doodslag, diefstal en verkrachting.
- Het bestuursrecht: geeft regels waaraan de overheid zich moet houden wanneer ze het land
bestuurt. Deze regels staan in de Algemene wet bestuursrecht. Hierin staan ook regels over
de procedures.
- Het burgerlijk of civiel of privaat recht: geeft regels voor rechtsverhouding tussen burgers
onderling. Dit gaat om zaken waar we dagelijks mee te maken hebben, zoals kopen,
trouwen, scheiden, werken, voogdij. De belangrijkste regels hiervan zijn te vinden in het
Burgerlijk Wetboek.
- Internationaal recht: dit is voornamelijk in internationale verdragen vastgelegd, zoals het
Verdrag betreffende de Europese Unie.
Een democratie heeft drie kenmerken: vrije verkiezingen, een parlementair stelsel en respect voor
de grondrechten. Op klassieke grondrechten mag de overheid geen inbreuk maken, tenzij de wet die
bevoegdheid geeft. Sociale grondrechten leggen de overheid een bepaalde taak op.
, Rechten kunnen ook ingedeeld worden naar onderwerp, of verdeeld worden in materieel en formeel
recht. Materieel recht betreft de inhoud van rechten en plichten. Als er moeilijkheden zijn, wordt er
gekeken naar het formeel recht/ procesrecht. Hierin staan regels die aangeven op welke wijze het
proces gevoerd moet worden.
De hiërarchie van wetgeving:
1. Verdragsrecht en het Europees gemeenschapsrecht
2. Grondwet
3. Wetten in formele zin (regering en Staten-Generaal)
4. Algemene maatregelen van bestuur (regering)
5. Ministeriële regelingen (minister)
6. Provinciale verordeningen (Provinciale Staten)
7. Gemeentelijke verordeningen (Gemeenteraad)
Week 2, H12: handelen van de sociaal professional
De sociaal professional handelt volgens de beroepscode. Ook krijg je te maken met de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG). Alle gegevens die te zijn herleiden naar een persoon, zijn
persoonsgegevens.
Verschillende groepen persoonsgegevens:
1. Gewone persoonsgegevens:
Verwerking hiervan moet op zorgvuldige wijze gebeuren. Deze gegevens mogen alleen door
een organisatie worden verwerkt als dit direct met een duidelijk omschreven doel
samenhangt. Er zijn 6 grondslagen die bepalen of je persoonsgegevens van iemand mag
verwerken:
1. Persoon heeft toestemming gegeven
2. De gegevensverwerking is noodzakelijk voor het uitvoeren van een overeenkomst.
3. De gegevensverwerking is noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke verplichting.
4. De gegevensverwerking is noodzakelijk ter bescherming van de vitale belangen.
5. De gegevensverwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen
belang of uitoefening van openbaar gezag.
6. De gegevensverwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde
belangen.
2. Bijzondere persoonsgegevens:
Gegevens over ras, etnische afkomst, politieke opvattingen en gezondheid. Verwerking
hiervan is verboden, tenzij wettelijke uitzondering en op een van de grondslagen.
3. Strafrechtelijke persoonsgegevens.
Dit zijn gegevens over strafrechtelijke veroordelingen. Verwerking hiervan is verboden, tenzij
wettelijke uitzondering en een van de grondslagen.
4. Verwerken van persoonsgegevens voor persoonlijk gebruik is wel toegestaan. Denk hierbij
aan een verjaardagskalender of bestand met adressen.
Rechten om controle te houden over persoonsgegevens:
1. Het recht op data-portabiliteit. Dit betekent dat de betrokkene de gegevens die een
organisatie van hem heeft kan opvragen en deze gegevens aan een andere organisatie over
te dragen of laten overdragen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yvondellevoet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.