Inclusief lesnotities en oefeningen behandeld in de lessen
Zéér handig voor examen
alles komt uitgebreid aan bod
leert vlot
Opletten met actualiteit cijfers ! (bv. indexatiecijfer)
HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN DEEL
Inkomstenbelasting = een belasting op het inkomen dat iemand heeft
want een deel moet men afstaan aan de staat. Dit wordt onderverdeeld in
4 soorten
Personenbelasting = een natuurlijke persoon die in België woont, zal
belasting moeten betalen
Vennootschapsbelasting = elke vennootschap is een belasting
verschuldigd want deze kent ook winsten en een inkomen. Ze moeten
hiervoor wel gevestigd zijn in België
Rechtspersonenbelasting = rechtspersonen zijn een belasting
verschuldigd zoals VZW’s tenzij als de VZW zich gedraagt als een
commerciële onderneming, dan moet die een vennootschapsbelasting
betalen.
De rechtspersonen moeten gevestigd zijn in België
Belasting van niet-inwoners = personen die niet in België wonen of
die niet in België gevestigd zijn zoals buitenlandse vennootschappen of
VZW’s, kunnen in België ook belasting verschuldigd zijn als ze in België
een inkomen verwerven
Onderscheid
Materieel fiscaal recht = welke inkomens dat men verkrijgt, zijn dan
ook effectief belastbaar ? Wat is allemaal belastbaar ?
Vb.: inkomstenbelasting = belasting op het inkomen. Na het uitoefenen
van een beroep, krijgt men loon waarop men inkomstenbelasting zal
moeten betalen en de rest behoudt men. Op de rest dat men dan zal
uitgeven aan bepaalde zaken, betaalt men dan de BTW
Vb.: Belasting over de toegevoegde waarde = belasting bij het
besteden van het inkomen. Bepaalde handelingen zijn onderworpen aan
BTW en andere niet
1
, Formeel fiscaal recht = hoe moet men het inkomen aangeven ? Hoe zit
de procedure in elkaar ? Hoe kan men iets betwisten als men niet akkoord
is met de fiscus?
Vb.: fiscale procedure
1. BEVOEGDHEID OM BELASTINGEN TE HEFFEN
De bevoegdheid van een staat om belasting te heffen is gekoppeld aan
het grondgebied (territorialiteitsbeginsel) omdat men baas is over het
eigen grondgebied.
Er dient steeds een aanknopingspunt te bestaan om belasting te
kunnen heffen
→ dit kan 2 vormen aannemen
Het personeel aanknopingspunt (domiciliebeginsel) = wie er op
het grondgebied woont of gevestigd is
Vb.: iemand woont in België en overlijdt, dan zullen de erfgenamen
erfbelasting en successierechten dienen te betalen
Het zakelijk of economisch aanknopingspunt (liggingsbeginsel)
= men bezit goederen die gelegen zijn op het Belgisch grondgebied
OF er worden handelingen gesteld op het grondgebied
Vb.: Nederlander is eigenaar van een woning gelegen in België, ook
al woont men in het buitenland. Deze man overlijdt, dan zal men
geen successierechten dienen te betalen want men woont zelf niet
in België maar er zal dan wel een recht van overgang zijn. Er blijft
een belasting verschuldigd. Als de man niet is overleden, dan zal
men tijdens het leven ook belasting moeten betalen indien hij de
woning verhuurt en een inkomen verwerft (belasting van niet-
inwoners) of als het onroerend goed leeg staat (leegstandbelasting)
Vb.: Nederlander komt in België werken voor een werkgever, dan zal
die belasting moeten betalen op het loon dat men verdient
Vb.: er is een bedrijf gevestigd in het buitenland maar men verkoopt
producten aan Belgische consumenten, dan is de BTW ook
verschuldigd in België
2
, Er bestaat ook een andere benadering op de bevoegdheid om
belasting te heffen, nl. het nationaliteitsbeginsel dat voornamelijk
gehanteerd wordt in de Verenigde Staten
= als men de Amerikaanse nationaliteit heeft, dan is men ook
belastingplichtig in de Verenigde Staten
Vb.: iemand woont en werkt in België maar heeft de Amerikaanse
nationaliteit en dan kent men daar ook een belastingplicht. De
Belgische bank zal informatie moeten doorgeven aan de VS omwille
van het feit dat ze het nationaliteitsbeginsel hanteren
>< kritiek = mensen die belasting betalen maar niet aanwezig zijn
op het grondgebied, betalen voor diensten waar ze zelf niet gebruik
van kunnen maken
De beginselen toegepast op de inkomstenbelasting
Territorialiteitsbeginsel
→ personeel aanknopingspunt = wie in België woont, is de
personenbelasting verschuldigd. Een rechtspersoon die in België is
gevestigd, is in België een vennootschapsbelasting of
rechtspersonenbelasting verschuldigd
=> domiciliebeginsel = men zal belasting moeten betalen op het
wereldwijd inkomen en dus niet enkel op hetgeen men verdient heeft in
België
→ zakelijk of economisch aanknopingspunt = bezit van goederen op
het grondgebied of handelingen stellen op het grondgebied en dan moet
men een belasting van niet-inwoners betalen
=> bronstaatbeginsel = men dient te kijken naar welke staat de bron is
van het inkomen,men kijkt enkel naar het inkomen van Belgische
oorsprong
3
, - nationaliteitsbeginsel = is zeer beperkt binnen de inkomstenbelasting.
Als ambtenaren naar het buitenland worden gestuurd om de Belgische
staat te vertegenwoordigen, dan wonen ze in het buitenland maar ze
worden beschouwd als blijvende te wonen in België.
Ze zijn dus onderworpen aan de personenbelasting
Een Nederlander woont in Nederland maar komt werken in België. Dan
bestaat er een probleem qua belastingen
→ hij moet zowel in Nederland belasting betalen omdat hij daar
onderworpen is aan de personenbelasting (wereldwijd inkomen), als in
België omwille van zijn werk en onderworpen is aan de belasting van niet-
inwoners (inkomen van Belgische oorsprong)
Gevolg = een dubbele belasting dient betaald te worden en dit geldt ook
indien de situatie omgekeerd zou zijn
Oplossing om de dubbele belasting te vermijden = belastingverdragen
sluiten, nl. een Dubbel Belasting Verdrag wat het geval is tussen België en
Nederland
→ de staat waar men gaat werken, heeft het privilege om de belasting te
heffen en in het land waar men woont, wordt men vrijgesteld van de
belasting
Vb.: als Nederland de werkstaat is, dan zal Nederland het loon mogen
belasten en België zal moeten vrijstellen
Vb.: als België de werkstaat is, dan zal België mogen belasting via de
belasting van niet-inwoners en Nederland zal moeten vrijstellen
=> als er geen verdrag is, dan zal men een dubbele belasting moeten
betalen
Alsook de gewesten, provincies en gemeenten zijn bevoegd om een
belasting op te leggen op hun eigen grondgebied
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxxb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.47. You're not tied to anything after your purchase.