MEDIAGESCHIEDENIS
HOOFDSTUK 2: TECHNOLOGY PUSH? OVER TECHNOLOGIE, MAATSCHAPPIJ EN MACHT
INLEIDING OVER TECHNOLOGIE, SAMENLEVING EN MEDIA
- Technologisch determinisme: te sterke nadruk op technologie als drijvende factor achter ontwikkeling
v media, comm en samenleving
- Technologisch relativisme: negeren vd invloed v technologie
Technology push: op de markt brengen v producten zonder voldoende rekening te houden met behoefte v
gebruikers (<-> market pull)
Techniek (Achterhuis)= geheel v ingrepen waarmee mensen trachten hun omgeving te beheersen (technologie
is ruimer)
Opvattingen technologie:
- Optimistisch: tech = resultaat v menselijke genie
Techno-utopie: tech kan ideale samenleving verwezenlijken
- Pessimistisch: gebonden aan gevaren zoals bv verslavingen + vaak strijd om macht en controle
Technofobie: irrationele angst voor techn
Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) moeten kritisch bekeken worden in relatie tot
machtsstructuren
Groet aandacht controle-, bewakings- of surveillancetechnologieën
Surveillance: praktijk om persoonlijke data te verzamelen en te verwerken met als doel om deze data
eventueel doelgericht te gebruiken -> Lyon: we zijn beland in ‘surveillance society’ (komst v
controletechnologieën)
KADERSTUK 2.2 ICT? SURVEILLANCE EN ARBEID
Fuchs: ICT wordt op indringende wijze gebruikt in kader v arbeid en relatie werkgever/nemer
- Property surveillance: ICT inzetten voor fysieke beveiliging of bewaking
- Applicant surveillance: controle v mog werknemers via systematische onderzoeken
- Workplace surveillance: controle v email en internet
- Consumer surveillance : screenen v klanten en consumenten
2) TECHNOREVOLUTIONAIR NARRATIEF : OVER TECHNOLOGISCH VOORUITGANT, INNOVATIES
EN LINEARITEIT IN MEDIA- EN COMMUNICATIEGESCHIEDENIS
2.1 TIJDSLIJNEN, FEITEN EN REVOLUTIES
Kritisch omspringen met mediahistorische lijsten en tijdslijnen
Technologisch narratief: visie op communicatie- en mediageschiedenis die gestoeld is op technologische
vernieuwingen en revoluties -> dominante wijze om te kijken nr comm en mediagesch
,Vele tijdslijnen gaat gepaard met vertekening of reductie -> n-correcte info, onnauwkeurigheden of
onjuistheden
Technolorevolutionair narratief: media en commgesch = accumulatie en overvloed aan technologieën + sterk
verbonden aan idee v kwalitatieve en kwantitatieve sprong voorwaarts
Mediageschiedenis: sleutelmomenten waarop transmissiecapaciteit exponentieel stijgt (gekoppeld aan
snelheid en afstand) -> in termen v rechtlijnigheid en doelmatigheid
Technologische revoluties gaan gepaard met verandering in relatie tussen technologie en doelpubliek
vaak Eurocentrische blik -> g oog voor internationale en culturele verbondenheid
Ook bij mediumspecifieke overzichten worden complexiteiten gereduceerd tot feiten en mijlpalen + namen v
‘great men/companies’
2.2 BRIAN WINSTON OVER DE ONTWIKKELING V MEDIATECHNOLOGIE EN MAATSCHAPPIJ
Winston: ontwikkeling v technologieën kan n worden losgekoppeld ve bepaalde competentie (door veelheid
aan wetenschappers, uitvinders…)
maakt onderscheid tussen:
- science: wetensch kennis
- ideation: idee om kennis voor het eerst te gaan toepassen
prototype: 1e concrete toepassing
- invention: vorm ve uitvinding
- diffusion: latere verspreiding
‘social necessities’ drijfveer achter dit proces
4.1 CULTURALISTISCHE KRITIEK: OVER TECHNOLOGIE EN DE SOCIAAL-CULTURELE DIMENSIE
Culturalistische kritiek: beklemtoont het belang vd sociaal-culturele factor
Doel = ‘holistische’ visie ontwikkelen op mediapraktijken (-> ook kijk nr
consumptie/gebruik/ervaringen v burgers) + hecht belang aan structurele macht en verzet v
onderuit
, 4.1.1 RAYMOND WILLIAMS: TECHNOLOGIE, MAATSCHAPPELIJKE NODEN EN ACTIEVE PUBLIEKEN
Williams: gaat in op relatie tussen mediatechnologie en maatschappij -> tech bieden dikwijls een antwoord op
bepaalde maatsch noden + ontvangers hebben actieve rol
Ontwikkeling v tech moet in socio-culturele context geplaatst worden
KADERSTUK 2.4 FILM TUSSEN WETENSCHAPPELIJK CURIOSUM EN PUBLIEK ENTERTAINMENT
Edison: wou bewegende beelden voorzien bij fonograaf
Broers Lumière: kochten cinématographe, perfectioneerden en commercialiseerden (soort v projector)
4.1.2 LISA GITELMAN: DELIVERY TECHNOLOGIES, PROTOCOLS EN DE RELATIEVE ‘NEWNESS OF
NEW MEDIA’
Discours of newness: gaat in op dominante tecnologierevolutionaire discours v voortdurende vernieuwing
Media = complexe/dynamische fenomenen
- Delivery technologies: medium als technologie
- Protocols: sociaal-culturele praktijk vh gebruik van die technologieën
Voor technolog met zelfde funtie bestaan versch protocols (bv polaroid en kodak)
4.1.3 HENRY JENKINS: CONVERGENCE EN PARTICIPATORY CULTURE
Jenkins : oude media wordt n vervangen, maar passen zich aan door introductie nieuwe techn
Convergentie, maar ook ruimere convergence culture (samenwerking en overlapping v versch media)
Convergentie = cultureel proces -> gebruikers creatief en hebben mogelijkh
Toenemende ‘participatory culture’
4.1.4 PERSISTENTIE V OUDE MEDIA, PERSOONLIJKE ERVARINGEN, TECHNOSTALGIE EN REFLECTIEVE
NOSTALGIE
Persistentie: oude media passen zich aan
Vele oude media worden gezien als nostalgisch -> technostalgie: verlangen nr verleden met behulp v oude
technologieën
Boym:
- Restoratieve nostalgie: verlangen nr geïdealiseerd verleden met bijklank om terug te keren nr
oorspronkelijke staat
- Reflectieve nostalgie: meer zelfreflectief, aanvaarden dat verleden flexibel is
KADERSTUK 2.5 PERSOONLIJKE MEDIAGESCHIEDENIS, NOSTALGIE EN DE VOORDELEN V OUDE
MEDIA
Zie cursus
3.2 POLITIEK-ECONOMISCHE FACTOR: CASE TELEGRAFIE
Media = n neutraal -> onderliggende machtsstructuren + ondersteunt sociale orde
Toep: optische telegraaf v Chappe (strategisch element voor politieke, militaire en economische doeleinden)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienvanwijnsberghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.71. You're not tied to anything after your purchase.