Nederlands samenvatting cursus 7.1 t/m 7.4 formuleren
● dubbelop= iets wordt op een andere manier 2x gezegd, 5 soorten.
- onjuiste herhaling= wanneer een vast voorzetsel ten onrecht 2x wordt
gebruikt → voor een toename van het aantal orgaandonoren zijn de
afgelopen jaren al heel wat campanges voor gehouden → voor een toename
van het aantal orgaandonoren zijn de afgelopen jaren al heel wat
campagnes gehouden.
- tautologie= wanneer er 2 synoniemen gebruikt zijn (je kan een van de twee
kiezen) (kan wel correct zijn als het als stijlfiguur wordt gebruikt) → de man
liep naar de winkel, maar echter koos hij liever de fiets → de man liep naar
de winkel, maar/echter koos hij liever de fiets.
- pleonasme= eigenschap van een woord/woordgroep wordt nog eens
uitgedrukt in een ander woord/woordgroep → minderjarigen kinderen →
kinderen
- contaminatie= een combinatie van 2 woorden→ hij zou het even nazoeken
→ hij zoekt het even op/ hij kijkt het even na
- dubbele ontkenning= wanneer een ww al ontkennend is (afradden,
verbieden,misbruiken, voorkomen, weerhouden,nalaten) en er nog een
ontkennend woord wordt toegevoegd→ je moet voorkomen dat je niet een
bekeuring krijgt → je moet voorkomen dat je een bekeuring krijgt.
● onjuiste verwijzing= wanneer een verwijswoord naar het foute woord/woordgroep
verwijst.
- vrouwelijke woorden (alle vrouwelijke personen, woorden die eindigen op
tederheid, begrafenis, vereniging, kunst, weddenschap, belofte, liefde,
familie, tovenarij, muziek, discotheek, elektriciteit, cultuur)→ altijd de
woorden, verwijzen zij & haar
- mannelijke woorden (de rest)→ ook de woorden,verwijzen hij & zijn
- onzijdige woorden (landen, steden, clubs en verkleinwoorden)→ het
woorden, verwijzen het & zijn
- wat woorden → de overtreffende trap (het liefste/mooiste), na een onbepaald
vnw (iets/niets/niemand/men), als je naar een hele zin terug verwijst (op
vakantie hebben we gezwommen wat wij heel leuk vinden).
- hun woorden→ wanneer het een bezittelijk vnw is (hun tafel/kast), als
meewerkend voorwerp (ik geef (aan)hun een kopje thee)
- hen woorden→ als lijdend voorwerp (die jongen heeft hen voorgelopen), na
een voorzetsel (ik geef een koekje aan hen)
- voornamelijk bijw→ verwijzen naar personen: voorzetsel+wie (de collega met
wie u een afspraak heeft, is ziek), verwijzen naar zaken: waar+voorzetsel (de
bus waarmee wij reizen).
- slordig verwijzen→ Australische wijnen zijn in opkomst. Het klimaat daar is
dan ook geweldig → Australische wijnen zijn in opkomst. Het klimaat van
Australië is dan ook geweldig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larakandjaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.