In deze samenvatting zijn de belangrijkste onderwerpen uit de hoorcolleges opgenomen. De samenvatting is gebaseerd op de collegeslides en uitspraken die M.C. Leliveld tijdens de hoorcolleges heeft gedaan. Alle belangrijke onderwerpen voor het tentamen komen voor in deze samenvatting. Voor de volled...
Stof: hoorcolleges, opdrachten, syllabus en boek (H1, H6, H7, H12, H13 en H14)
Samenvatting: hoorcolleges en hoorcollegeslides
Ik heb op basis van de hoorcolleges en de hoorcollegeslides deze samenvatting gemaakt. Door
deze samenvatting te gebruiken in combinatie met mijn andere samenvatting voor Kwantitatieve
Onderzoeksmethoden, ben je (meer dan) voldoende geïnformeerd voor het tentamen.
Surveys zijn handig om patronen te vinden in bijvoorbeeld gedrag of attitudes. De patronen worden
blootgelegd om de oorzaak van een probleem te vinden. Er zijn verschillende soorten surveys:
persoonlijk (bij iemand langsgaan), telefoon en self-administered (online of toegestuurd).
Surveys hebben ook een aantal barrières:
Fysieke barrière: de post is niet aangekomen, geen pen, geen internet.
Motivationele barrière: geen zin, komt niet uit.
De Total Design Method (TDM) is een methode die ervoor zorgt dat mensen zoveel mogelijk reageren
op surveys. Beloningen en reminders helpen. Wat geen effect heeft is het stellen van een deadline.
Het zorgt ervoor dat mensen sneller reageren, maar niet vaker. Ook anonimiteit en de lengte van de
survey hebben geen invloed op de response rate.
We kunnen niet alles meten in een survey. Wel kunnen we meten:
Feiten: man/vrouw
Kennis: wat weet de deelnemer van iets
Intenties: in hoeverre bent u bereid om…
Attitudes/meningen: wat vind u van…
Je kunt niet vragen naar:
Iets wat de deelnemer niet weet
Twee verschillende niveaus in de concepten
Stappen in een onderzoek:
1. Probleem
2. Vraag: hoe kunnen we het probleem oplossen?
3. Literatuurstudie: welke factoren hebben invloed op het probleem
4. Conceptueel model: gebaseerd op de factoren en het probleem
5. Hypothesen/proposities: van relaties tussen factoren en het probleem
Mediatie: tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke variabele is een mediërende factor,
die de relatie kan verklaren.
Moderatie: de sterkte van de relatie tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele
is afhankelijk van de modererende factor.
Operationele definitie is een omschrijving van iets in termen van specifieke meetcriteria of testen.
Kwalitatief onderzoek gebruikt participant observation en kwantitatief onderzoek gebruikt structured
observation. In dit hoofdstuk gebruiken we de communication approach en op het eind wordt de
observation approach kort besproken. De communication approach houdt in dat mensen ondervraagd
worden. Hun reactie wordt verzameld om geanalyseerd te worden. De kracht van de communication
approach zit hem in de veelzijdigheid.
Non-respons error doet zich voor wanneer de reacties van deelnemers op een systematische manier
afwijken van de reacties van niet-deelnemers. Bijvoorbeeld wanneer de onderzoeker de deelnemer
niet kan lokaliseren of wanneer de onderzoeker degene niet kan motiveren te participeren.
Wanneer de gerapporteerde gegeven verschillen van de werkelijke data, ontstaat er een response
error:
Participant-initiated error: wanneer de deelnemer niet volledig en nauwkeurig antwoordt. Dit
kan opzettelijk zijn, maar ook niet opzettelijk.
Interviewer error: wanneer de beheersing van de interviewer over het proces de kwaliteit van
de data beïnvloedt.
3
,Hoorcollege 2
Hoofdstuk 14
Betrouwbaarheid van de indicatoren
Validiteit van de conceptuele en operationele definitie
Drie mogelijkheden van meetfouten:
Onderzoeker: door aanwezig te zijn
Deelnemer/Respondent
Instrument
In de geobserveerde waarde zit altijd de echte waarde en een meetfout. Die meetfout kun je niet
voorkomen. De meetfout bestaat vervolgens weer uit een systematische fout en een random fout.
Systematische fout = je zit er altijd iets onder of iets boven. De random fout is een toevallige fluctuatie.
Die random meetfout kun je niet verwijderen. De systematische meetfout wil je nul hebben.
Conceptuele definitie: gedetailleerde beschrijving van het concept
Operationele definitie: gedetailleerde beschrijving van hoe het concept gemeten zal worden
Validiteit = meet ik nou wel wat ik wil meten
+ Duidelijk in het boek!
Soorten validiteit:
Face validity: validiteit op het eerste gezicht, om minder zwak te maken kun je een expert
vragen.
Content validity: komt het construct dat je aan het meten bent overeen met andere papers die
hier over gaan. De literatuur ingaan om te kijken hoe je concept gedefinieerd wordt.
Predictive validity: de theorie die jij hebt voorspelt een voorspellende relatie tussen twee
constructen in de toekomst. Indicatoren van constructen hangen met elkaar samen. Mogelijk
om de toekomst te voorspellen. Er wordt nu gemeten en in de toekomst gemeten.
Concurrent validity: hetzelfde, maar dan op hetzelfde moment gemeten.
De volgende soorten validiteit kunnen beter gemeten worden:
Construct validity: de mate waarin een indicator samenhangt met andere indiciatoren. Die
indicatoren kunnen samenhangen met hetzelfde construct of hele andere indicatoren. In het
tweede geval meten de indicatoren niet hetzelfde.
- Convergente validiteit: is er een relatie tussen de items die jij hebt gegenereerd en de
items die hetzelfde zouden moeten meten, bijvoorbeeld uit een andere vragenlijst.
- Divergente/disciminante validiteit: het construct moet niet samenhangen met een ander
construct, die bijvoorbeeld anders gedefinieerd is. Misschien wel een klein beetje overlap:
soortgelijke constructen.
MultiTrait MultiMethod Matrix (MTMM matrix). Hetzelfde construct wordt op twee manieren
gemeten convergente validiteit. Niet dezelfde schaal en niet hetzelfde meetniveau
discriminante validiteit. Convergente validiteit moet hoger zijn dan de discriminante validiteit.
Wat als de constructvaliditeit niet goed is?
De theorie heeft het verkeerd;
De procedure om te testen is ongeschikt (de vragenlijst is ongeschikt, andere manier meten);
Zijn er onderdelen uit de vragenlijst die niet goed zijn.
Convergente validiteit is met verschillende vragenlijsten hetzelfde meten. Tussen verschillende
meetinstrumenten kijken of ze hetzelfde meten. Betrouwbaarheid gaat over de items tussen één
vragenlijst. Het gaat over je eigen meetinstrument. Meten de items in je eigen vragenlijst hetzelfde. Als
je de test nog een keer afneemt, krijg ik dan dezelfde resultaten?
Drie onderdelen binnen betrouwbaarheid:
Stabiliteit: binnen één proefpersoon hetzelfde vinden.
Equivalentie: datgene wat de onderzoeker ermee doet.
Inter-rater betrouwbaarheid is dat de onderzoekers (raters) hetzelfde beeld hebben.
4
, Interne consistentie: meten de items hetzelfde construct meetinstrument
Hoe stel je de interne consistentie vast?
- Split-half techniek: data opsplitsen in twee delen en kijken of er hetzelfde uitkomt
- Cronbach’s alpja: gemiddelde van een heleboel split-half, via SPSS. Tussen 0 en 1.
Validiteit: geobserveerde waarde benadert de echte waarde
Betrouwbaarheid: random fout benadert nul
Vier meetniveaus:
Nominaal: een getalletje geeft een categorie aan (man/vrouw, ja/nee, religie). Volgorde en
rangorde van de getallen zijn niet belangrijk.
Ordinaal: getallen waarbij de rangorde van belang is. 1 is minder dan 2, maar 2 is niet twee
keer zo veel als 1. Je kunt niet rekenen met de getallen, maar ze geven een volgorde aan.
Interval: je kunt rekenen met de getallen. 2 is twee keer 1. Er is geen vast nulpunt. Die nul is
niet altijd nul. Nul graden is niet nul Fahrenheit.
Ratio: identiek aan interval, maar wel een vast nulpunt. Nul meter is nul inch is nul centimeter
etc.
SPSS maakt geen onderscheid tussen interval en ratio.
Hoe hoger je meetniveau in de vragenlijst, hoe beter.
Aantal jaren ratio
Leeftijdscategorieën ordinaal
Ben je x jaar of ouder nominaal
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rugbedrijfskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.