Volledige samenvatting Morfologie der tanden. Je moet de tanden zelf nog tekenen in de kaders.
Bevat de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 Inleiding en nomenclatuur
Hoofdstuk 2 Morfologie van de definitieve tanden (met kaders)
Hoofdstuk 3 Melk- en wisselgebit
Hoofdstuk 4 Meerkeuzevraagjes Woeffel...
Ideale klasse I occlusie relatie tussen de bogen en de tanden. Een klasse I relatie is wanneer de mesio-buccale cuspide van de
eerste bovenmolaar past in de mesio-buccale groeve van de eerste ondermolaar.
Eigenschappen:
- De middellijn van de boven- en ondertandenboog is dezelfde.
- De boventanden staan meer vestibulair ten opzichte van de ondertanden.
- Bovensnijtanden overlappen de snijranden van de ondersnijtanden in verticale zin.
- Vestibulaire cuspides van de boventanden staan vestibulair ten opzichte van deze van de ondertanden.
- Vestibulaire cuspides van de ondertanden passen in de fossae van de boventanden.
- Linguale cuspides van de bovenkaak past in de mandibulaire fossa.
- Linguale cuspides van de onderkaak staat meer naar linguaal dan die van de bovenkaak.
4
,Hoofdstuk 2: Morfologie van de definitieve tanden
1 Morfologie van de definitieve snijtanden
1.1 Functie
Voedsel snijden, articulatie en smaak, ondersteuning van lippen, onderkaak geleiden tijdens beweging.
1.2 Kenmerken
Raaklijnen t.h.v. mesiale en distale zijde convergeren van contactpunt naar cervicale lijn (vestibulair aanzicht)
Distaal vlak is meer convex dan mesiaal vlak
Mesio-incisale hoek is recht en disto-incisale hoek is stomp (m.u.v. centrale ondersnijtanden)
Mesiaal contact op incisaal derde en distaal contact iets meer cervicaal (m.u.v. ondersnijtanden)
Lijnen langsheen wortel convergeren (spitser) naar apex toe (vestibulair + proximaal aanzicht)
Wortel is breder V-L dan M-D (m.u.v. centrale boven snijtanden)
Wortel buigt vaak om naar distaal in het apicaal derde (m.u.v. centrale bovensnijtand: zeer rechte wortel)
Wortels zijn langer dan de kroon (vestibulair en proximaal aanzicht)
Proximale vlakken convergeren naar linguaal toe (incisaal aanzicht)
Mesiale en distale marginale kammen convergeren naar het linguaal cingulum toe (incisaal aanzicht)
Cervixlijn t.h.v. het vestibulair en linguaal vlak zijn convex naar de apex toe (vestibulair aanzicht)
Cervixlijn t.h.v. de proximale vlakken is concaaf naar de apex toe, de curvatuur is meer uitgesproken aan mesiale zijde dan
aan de distale zijde (proximaal aanzicht)
Proximale outline is wigvormig en driehoekig (proximaal aanzicht)
Maximale contour aan de vestibulaire en linguale zijde ligt t.h.v. het cervicaal derde (proximaal aanzicht)
Linguale outline is S-vormig met een concave linguale fossa en convex cingulum > linguale outline van de marginale
kammen zijn meer verticaal dan horizontaal (proximaal aanzicht)
Incisale randen eindigen mesiaal en distaal t.h.v. het breedste deel van de tandkroon (incisaal aanzicht)
Vestibulaire contour is breder afgerond dan linguale outline (incisaal aanzicht)
1.3 Vergelijking boven snijtanden vs. onder snijtanden
Cingulum en linguale fossa zijn meer uitgesproken bij de BST dan bij de OST
OST hebben een gladdere linguale anatomie zonder groeven en putten (linguaal aanzicht)
BST hebben wortels die meer rond zijn in doorsnede en bij PST zijn de wortels mesio-distaal smaller vestibulo-linguaal
breder (proximaal aanzicht)
Incisale randen van de BST zijn vaak iets vestibulair van de as doorheen de wortel, terwijl bij de OST de snijrand iets meer
linguaal ligt (proximaal aanzicht)
OST hebben smallere M-D t.o.v. kroonlengte, terwijl bij BST het verschil tussen beide geringer is (vestibulair aanzicht)
Bij OST kent de outline M en D een rechter verloop dan bij de BST (vestibulair aanzicht)
Proximale contactpunten liggen meer naar incisaal bij de OST dan bij de BST; distaal contactpunt ligt iets meer naar
cervicaal dan het mesiaal contactpunt (met uitzondering van COST)
5
,1.4 Vergelijking boven snijtanden: centrale vs. laterale
1.4.1 Centrale bovensnijtand (11)
1.4.2 Laterale bovensnijtand (12)
1.4.3 Bespreking
CBST is meer vierkant en de LBST is meer uitgerokken in cervicale-incisale richting (vestibulair aanzicht)
Mesio-incisale hoek is bijna 90° en de disto-incisale hoek is meer afgerond
LBST heeft meer afgeronde hoeken dan CBST (vestibulair aanzicht)
Incisale rand loopt iets schuin af naar distaal, dit is iets meer uitgesproken bij de LBST (vestibulair aanzicht)
Bij de CST is de verhouding kroonlengte/wortellengte kleiner dan bij de LBST
Cingulum van de CBST is meer naar distaal gepositioneerd, terwijl bij LBST meer centraal ligt (incisaal aanzicht)
De mesiale marginale kam is langer dan de distale marginale kam bij de CBST (door cingulum) en de LBST (door schuin
verlopende incisale rand) (linguaal aanzicht)
De vestibulaire contour CBST draait om naar disto-linguaal terwijl meer symmetrisch is bij LBST (incisaal aanzicht)
M-D > V-L bij CBST (meer rechthoekig), dit verschil is kleiner bij de LBST (meer vierkant) (incisaal aanzicht)
6
,1.5 Vergelijking onder snijtanden: centrale vs. laterale
1.5.1 Centrale ondersnijtand (41)
1.5.2 Laterale ondersnijtand (42)
1.5.3 Bespreking
Bij LOST ligt het proximaal contactpunt aan de distale zijde meer naar apicaal
Bij COST liggen de proximale contactpunten ongeveer op dezelfde hoogte
Bij LOST is de disto-incisale hoek meer afgerond dan de mesio-incisale hoek en bij COST zijn beide hoeken ongeveer gelijk
(vestibulair aanzicht)
Bij LOST buigt/ twist de incisale rand iets meer om naar disto-linguaal en bij de COST kent de incisale rand een meer
symmetrisch verloop (mesiaal en incisaal aanzicht)
De kroon van de LOST is als het ware iets naar distaal gekanteld (vestibulair aanzicht)
7
, 8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.86. You're not tied to anything after your purchase.