De voornaamste functie van de DSM-5 is eerder het vinden van de juiste diagnose bij psychiatrische cliënten dan het vinden van de meest geschikte behandelvorm bij psychiatrische cliënten.
Answer: juist.
2.
De antipsychiatrie vond plaats in de jaren ’70. Een streefpunt van de antipsychiatrie is eerder het aansporen van opname van cliënten in psychiatrische instellingen dan het reduceren van het medicijngebruik.
Answer: Onjuist. Binnen de antipsychiatrie is ernaar gestreefd om de normen en waarden binnen de psychiatrie in de jaren ’70 te veranderen waardoor men niet meer standaard achter de ‘tralies’ terecht kwam. Een oplossing is om bijvoorbeeld meer te praten en het medicijngebruik te reduceren.
3.
Bij een angstreactie spelen hormonen een rol.
Answer: Juist. Er worden stresshormonen afgescheiden (cortisol, noradrenaline, adrenaline).
4.
Als een persoon structureel angstig wordt van het zien van spinnen, dan is er sprake van reële angst.
Answer: Onjuist. Het zien van spinnen is niet echt een angstprikkel. Hier is sprake van pathologische angst.
5.
Als iemand bepaalde omstandigheden vermijdt, dan spreek je van anticipatie angst.
Answer: Juist. Dit wordt ook wel vermijdingsgedrag genoemd.
6.
Als iemand vaak last heeft van reële angst, dan heeft deze persoon een angststoornis.
Answer: Onjuist. Een angststoornis is een psychiatrische aandoening waarbij pathologische angst het belangrijkste symptoom is.
7.
Bij EMDR-therapie wordt een traumatische gebeurtenis net zolang besproken totdat je er niet meer bang voor bent.
Answer: Onjuist. Bij EMDR-therapie wordt een traumatische gebeurtenis herbeleefd in combinatie met een afleidende stimulus.
8.
Als kinderen consequent niet durven te spreken in situaties waarin dit wel van hen verwacht wordt, dan is er eerder sprake van een separatie-angststoornis dan van selectief mutisme.
Answer: Onjuist. De omschrijving past beter bij selectief mutisme. Deze kinderen zijn dan erg verlegen en sociaal angstig. Bij separatie-angststoornis kun je denken aan verlatingsangst (bang om bijvoorbeeld van je ouders gescheiden te zijn).
9.
Als een persoon last heeft van herhalende paniekaanvallen dan is er sprake van een paniekstoornis.
Answer: juist.
10.
Als iemand last heeft van vermijdingsgedrag op openbare plekken (bijvoorbeeld het ontwijken van het openbaar vervoer), dan heeft deze persoon last van arachnofobie.
Answer: Onjuist. De juiste term die hierbij hoort is agorafobie.
Content preview
Klinisch rederneren – T4 (psychiatrie)
DSM-classificatie Doel: hulpmiddel bij het vinden van een diagnose binnen de psychiatrie
(classificatiesysteem aan de hand van symptomen).
Voordelen:
- Uniformiteit bij het stellen van een diagnose (wereldwijd);
- Je kunt andere stoornissen uitsluiten;
- Gerichte behandeling toepassen;
Nadelen:
- Toename farmaceutisch gebruik;
- Mild voorkomen van symptomen à te snelle diagnose, is het nu wel of
geen diagnose;
- Er ontbreekt wetenschappelijke basis bij de diagnoses.
Antipsychiatrie Definitie:
(stroming in de - Hierbij werd kritiek geuit op de manier hoe er werd omgegaan met
jaren ’70) psychiatrische patiënten (rond 1970);
- Doel: normen en waarden binnen de psychiatrie veranderen waardoor men
niet meer achter de ‘tralies’ terecht kwam;
- Meer praten en minder medicijngebruik.
Gevolgen op huidige psychiatrie:
- Er worden minder vrijheid beperkende maatregelen gebruikt (alleen als dit
echt nodig is);
- Andere soorten therapieën, zoals: gedragstherapie, groepslessen etc.
Angststoornissen
Angst Angst is een emotie waarbij specifieke gedachten en gevoelens, lichamelijke
verschijnselen en gedragingen horen.
Angstreactie Bij angst en/of stressvolle situaties wordt de sympathische activiteit verhoogd:
- Geprogrammeerde reeks fysiologische en psychologische reacties;
- Stresshormonen worden afgescheiden (cortisol, noradrenaline, adrenaline);
- Alertheidsniveau neemt toe.
Reële angst Ook wel ‘logische angst en/of natuurlijke angst’:
- Wanneer je oog in oog staat met een giftige slang, dan wil je zo snel
mogelijk weg;
- Er is sprake van een reële dreiging.
Pathologische Hiervan is sprake als:
angst/ onnatuurlijke - Na een angstprikkel een ongewoon heftige of langdurige angst ontstaat;
angst - Wanneer angst zonder angstprikkel aanwezig is;
- Als angstgevoelens opkomen zonder dat er sprake is van reële dreiging
(kleine spinnen bijvoorbeeld).
Anticipatie angst/ Hiervan is sprake als iemand bepaalde zaken gaat vermijden, of
vermijdingsgedrag voorzorgsmaatregelen neemt ‘voor het geval dat’.
Angststoornissen Dit is een psychiatrische aandoening waarbij pathologische angst het belangrijkste
symptoom is:
- Vaak in combinatie met andere aandoeningen (comorbiditeit);
- Alle angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen;
- Angststoornissen behoren tot de chronische aandoeningen.
Behandeling:
- Gedragstherapie en dan specifiek: exposure in vivo (de situatie die angst
oproept stapje voor stapje opzoeken) en cognitieve gedragstherapie;
- Medicijnen indien iemand geen baat heeft bij gedragstherapie;
, - EMDR-therapie: een traumatische gebeurtenis herbeleven in combinatie
met een afleidende stimulus.
Separatie- Bang om gescheiden te worden van zaken waaraan iemand erg gehecht is (thuis,
angststoornis ouders e.d.).
Selectief mutisme Deze stoornis komt vrijwel alleen bij kinderen voor en kenmerkt zich door:
- De kinderen zijn erg verlegen en sociaal angstig;
- Durven consequent niet te spreken in situaties waarin dit wel van hen
verwacht wordt (school).
Paniekaanval Dit komt zeer plotseling op, bereikt een hoogtepunt binnen 10 minuten en neemt
daarna geleidelijk in heftigheid af:
- Plotseling opkomende aanvallen van angst;
- Gaat gepaard met lichamelijke verschijnselen (zoals: bang om dood te gaan,
de controle over zichzelf verliezen, transpireren, hartkloppingen, trillen);
- Er kan na een paniekaanval een langer durend gevoel van gespannenheid
blijven bestaan.
Paniekstoornis Hiervan is sprake als een persoon last heeft van paniekaanvallen die zich blijven
herhalen en daar vervolgens zich enorme zorgen over maakt (gedurende minimaal 1
maand):
- Bezorgdheid over wanneer hij weer een aanval krijgt (persisterend bezig zijn
met bezorgdheid over nieuwe paniekaanvallen of de gevolgen hiervan);
- Bezorgdheid over de gevolgen van de aanvallen;
- Een significante, maladaptieve gedragsverandering (niet-passend gedrag) in
samenhang met de aanvallen.
Agorafobie Er is sprake van agorafobie als een persoon bewust bepaalde omgevingen vermijdt:
(pleinvrees) - Er is sprake van vermijdingsgedrag (openbaar vervoer, winkelcentrum,
theaters e.d.);
- Dit doen ze vaak om paniekaanvallen te voorkomen;
- Vaak doen ze dit uit schaamte en uit angst (bang dat ze niet kunnen
vluchten, weinig hulp);
- Heeft invloed op het functioneren van een persoon en de rol die hij heeft in
zijn sociale omgeving (zich op een veilige plek opsluiten).
Gegeneraliseerde Hiervan is sprake als:
angststoornis - Een persoon zich zorgen maakt over een aantal gebeurtenissen en
activiteiten zonder dat daarvoor aanleiding bestaat (hierover piekert hij,
denk aan: sociaal functioneren, huisvesting, werk, financiële situatie etc.);
- Chronische angst (overal zit gevaar in);
- Zenuwachtigheid;
- Lichamelijke reacties (droge mond, hartkloppingen, beklemd gevoel op de
borst, wazig zien, misselijkheid, duizeligheid, inslaapstoornissen, trillen);
- Gevoelens van gespannenheid en rusteloosheid;
- Moeite met de concentratie;
- Overdreven schrikreacties;
- Prikkelbaarheid.
De klachten bij een gegeneraliseerde angststoornis lopen in episodes:
- De ene episode gaat het beter dan in de andere;
- Geeft een duidelijke beperking in het dagelijks functioneren;
- Gebruik van alcohol, wiet, hasj of benzodiazepinen om angstklachten te
verminderen komt vaak voor;
Cognitieve gedragstherapie is hier erg belangrijk.
Specifieke fobie Hiervan is sprake als:
- Een persoon extreme een aanhoudende angst voor bepaalde objecten
heeft;
- Bepaalde objecten vermijdt;
- Vrees voor een specifiek object of situatie (spinnen, hoogten, een injectie
krijgen, bloed zien);
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marit1301. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.