Grootste oorzaak van toename kanker in Nederland: mensen worden steeds ouder en ontwikkelen op oudere
leeftijd kanker. Hoe ouder je wordt, hoe meer kans op het ontwikkelen van kanker. Een piek: toen veel mensen
gingen roken(longkanker) en veel gingen zonnen(huidkanker). Kanker is nu nummer 1 doodsoorzaak.
The big 5:
1. vrouwen (borstkanker), mannen (prostaatkanker)
2. huidkanker (vooral bij jonge leeftijd)
3. darmkanker (colorectale kanker)
4. longkanker
5. vloeibare kankers genoemd omdat het uit de beenmerg komen (leukemie en ALL). Solide kankers wanneer het
komt van organen.
Kanker
Is niet 1 ziekte maar een verzamelnaam voor ziekten die verschillen in
- Ontstaan (waar krijg je het door, welke factoren spelen hierbij een rol. Sommige kankers ontstaan bv
door 1 oncogen die gemuteerd is en die dan vervolgens gaat groeien. Zo een oncogen kan onderdrukt
worden, de laatste aantal jaren veel aandacht hiervoor.)
- Celtype (vanuit vetweefsel, botten, weke delen, hormooncellen)
- Biologische gedrag
- Behandeling
- prognose
Goedaardige tumor: Een tumor (een klompje cellen) met een kapsel (een sterke schil of wand) waar de zich
alsmaar delende cellen in blijven zitten. Deze kan wel groot worden en daardoor problemen geven. Maar de cellen
zaaien niet uit. We noemen zo’n tumor goedaardig of ‘benigne’ (Latijn voor: goedaardig).
Kwaadaardige tumor: Een tumor zonder schil, waardoor de klomp cellen door het omliggende weefsel heen
groeit en dit wegdrukt of vernietigt. We noemen zo’n tumor kwaadaardig of ‘maligne’ (Latijn voor: destructief,
kwaadaardig). De cellen kunnen loslaten van de tumor en uitzaaien. Bij een kwaadaardige tumor gaat het dus over
kanker.
Goedaardige tumor met kwaadaardig gedrag: Een in principe goedaardige tumor die door de plaats ervan zich
toch kwaadaardig kan gedragen, door druk op andere organen (zoals een hersentumor).
Goedaardige: een scherpe begrenzing terwijl de kwaadaardige sprieten heeft, raffelig is. sprieten geeft een teken
dat het heel verkeerd is. Kwaadaardige heeft geen kapsel en groeit dwarst door de sprieten heen. Het groeit
infiltratief (door zijn orgaan heen). Als het bijvoorbeeld in de prostaat zit en hier doorheen groeit en in de lever
aankomt. Wanneer kanker metastaseert, zal het naar andere organen toegaan. Wanneer er een bal in het borst zit
dan wilt het niet zeggen dat het oorspronkelijk van uit daar is gegroeid, het kan ook van een andere orgaan
afkomstig zijn. Bijvoorbeeld een darmkanker primair die naar de borst is gekomen. De groeisnelheid is hoog. Bij
kwaadaardige komt ook necrose voor (dode kern in het bal). Bij heel snelgroeiende tumoren komt een dode kern
en levende rand voor. Op CT is dit als zwarte gaten in het midden te zien.
Ontregelde functionaliteit: er is bij kanker een ontregeling in sterfte en groei. Normaal: wanneer een cel doodgaat,
worden groeifactoren afgegeven en cellen bijgemaakt. Bij kanker is de balans helemaal weg. lk
1
,Kanker ontstaat door ontregelde functionaliteit van oncogenen en tumorsuppressorgenen
Oncogenes: is een gen dat kanker kan veroorzaken. Oncogenen zijn proto-oncogenen die mutaties hebben
ondergaan.
Tumorsuppressorgenen/genen betrokken bij DNA-herstel: is een gen dat onbeperkte deling van de cel
voorkomt en daarmee het ontstaan van een tumor. Het eiwit dat door dit gen gecodeerd wordt, heeft een
negatieve invloed op de celdeling. Een tumorsuppressorgen speelt vaak een rol bij de regulatie van de
mitotische celdeling en het voorkomen van mutaties. Ook zijn er tumorsuppressorgenen die
gecontroleerde celdood (apoptose) in gang zetten na interne of externe signalen.
Telomerase
P53: is een belangrijke tumorsuppressoreiwit. Dit eiwit staat centraal in een signaalcascade die celgroei en
apoptose reguleert. Het is dus van belang in de celcyclus. Bij celschade heeft het 2 mogelijheden: het stopzetten
van de celgroei in de G1-fase(waarbij het DNA hersteld kan worden) of apoptose (als de schade te erg is).
Wanneer het DNA kleine schade heeft opgelopen zal het P53 eiwit actief worden en de celdeling tegenhouden
doordat het zorgt voor de transcriptie en translatie van het p21-gen. Dit gen codeert voor p21 eiwit, een
zogenaamde CdK-inhibitoreiwit. Het eiwit bindt zich met CdK/cyclinecomplexen, waardoor deze inactief worden
en de celdeling stopt. Indien de schade te groot is en niet hersteld kan worden, zal ditzelfde eiwit apoptotische
signalen doorsturen. In vele gevallen van kanker is dit gen onderdrukt en wordt het eiwit niet meer aangemaakt.
P53 werkt als een dimeer en regelt onder meer de expressie van cyclus remmende eiwitten.
Oncogenen
Oncogenen zijn proto-oncogenen die mutaties hebben ondergaan. Proto-oncogenen zijn normaal voorkomende
genen die een regulerende rol vervullen bij celgroei, celdifferentiatie en apoptose (geprogrammeerde celdood).
Ook bij signaaltransductie en celdeling zijn proto-oncogenen vaak betrokken.
Producten van proto-oncogenen spelen rol als:
Groeifactoren (o.a. PDGF)
Groeifactor- en hormoonreceptoren (o.a. EGFR, VEGFR etc.)
Intracellulaire signaaltransductie-eiwitten (o.a. abl, ras) > bij kanker kunnen deze continue aanstaan
terwijl ze aan en uit moeten staan om en om.
2
, Gentranscriptie regulerende factor (o.a. myc) > er veel meel DNA wordt afgeschreven
Verandering van proto-oncogen tot oncogen door:
Genamplificatie
Chromosomale translocatie
Puntmutatie (dominant)
Epigenetische veranderingen
Normaal epitheel > activatie 1 oncogen > cel gaat groeien > vervolgens apoptose > echter bij kankers is er geen
apoptose, er zijn mechanismes die ervoor zorgen dat apoptose uitgeschakeld is.
Normaal > continue check op fouten, indien een fout in het DNA wordt opgemerkt dan wordt de celdeling op stop
gezet en vervolgens reparatie aangezet. Indien het gerepareerd is kan het weer delen. Als reparatie niet kan dan
vindt er apoptose plaats. Bij kanker is dit systeem weg. Ookal is een cel fout, zal het nog steeds doorgroeien.
Tumorsuppressorgenen
Onderdrukken het ontstaan van kankercellen. (tumorsuppresorgenen controleren het DNA op foutjes )
Veranderd functioneren tumorsuppressorgenen:
Mutaties (recessief)
Epigenetische veranderingen
Genen betrokken bij herstelprocessen
Mutaties ontstaan door mutagenen factoren:
Hersteld door ‘’excision repair’’
Fouten in DNA ontstaan tijdens DNA-replicatie
Hersteld door ‘’mismatch repair’’ systeem
De twee systemen die geactiveerd kunnen worden (‘excision repair’ en ‘mismatch repair’) bij schade in DNA.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller besmeal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.71. You're not tied to anything after your purchase.