Toelichting
Schrijf op alle pagina’s je naam en studentnummer.
De toets bestaat uit 14 vragen. In totaal zijn 100 punten te behalen.
Alle vragen hebben betrekking op het artikel “Effectiveness of antibiotics for
acute sinusitis in real-life medical practice’ van Patrick Blin, Br J clin
Pharmacol 2011.
Alle antwoorden moeten worden beargumenteerd.
Je mag zonodig gebruik maken van een rekenmachine en woordenboek
Engels - Nederlands. Het gebruik van andere hulpmiddelen is niet toegestaan.
Vragen
1. Dit onderzoek is opgezet als een prospectief cohortonderzoek. Leg uit of de
vraagstelling in dit onderzoek ook met een retrospectief cohortonderzoek
beantwoord zou kunnen worden. (7 punten)
Antwoord:
Bij een retrospectief cohortonderzoek wordt gebruik gemaakt van (een)
bestaande database(s). De data zijn dus al verzameld en als onderzoeker heb je
geen invloed meer op de variabelen die worden verzameld. Wellicht is er een
database te vinden waarin de gegevens over zowel de blootstelling als de
uitkomst te vinden zijn. Het zal echter lastig worden om ook gedetailleerde
informatie over potentiële confounders, zoals opgenomen in tabel 1, in een
dergelijke database te vinden. Theoretisch gezien kan het dus wel, maar in de
praktijk zal het niet meevallen om dit onderzoek goed uit te voeren als
retrospectief cohortonderzoek.
2. Leg uit in hoeverre deze studie last heeft van confounding by indication. (10
punten)
Antwoord:
Confounding by indication kan ontstaan door selectief voorschrijven van
antibiotica aan patiënten met een hoger (of lager, maar dat is niet waarschijnlijk)
risico op therapiefalen. Uit tabel 1 blijkt dat antibiotica aan de “ziekere” patiënten
zijn voorgeschreven. Hiervoor heeft men echter in de multivariate analyse zo
veel mogelijk proberen te corrigeren. Het is de vraag of dat in voldoende mate
gelukt is; het is heel moeilijk te bepalen of er nog sprake is van zogenaamde
resterende conforunding. (NB: in de discussie geven de auteurs zelf aan dat dit
in deze studie in het “voordeel” van de antibiotica werkt. Ondanks het feit dat
vooral ziekere mensen deze middelen kregen zagen de onderzoekers een
beschermend effect van antibioticagebruik)
3. Om bias te voorkomen werden artsen slechts globaal op de hoogte gebracht
van het doel van de studie. Zo werden er bijvoorbeeld geen specifieke
doelstellingen genoemd.
, Naam:
Studentnummer:
a. Leg uit hoe op deze manier informatiebias kan worden voorkomen. Leg
tevens uit of er in deze studie inderdaad geen sprake is van
informatiebias. (10 punten)
Antwoord:
Informatiebias ontstaat als de informatie over blootstelling, uitkomst en/of
confounders niet even goed of gedetailleerd is. Door slechts globaal op de
doelstelling in te gaan wordt voorkomen dat artsen in het ene geval (bijv. bij
voorschrijven antibiotica) specifiekere informatie opschrijven dan in het andere
geval (bijv. bij niet voorschrijven antibiotica). Dit geldt bijvoorbeeld voor het
vaststellen van het optreden van falen van de behandeling. Voor zover
beoordeeld kan worden is er in dit onderzoek geen grote kans op informatiebias
(meer).
b. Leg uit hoe op deze manier selectiebias kan worden voorkomen. Leg
tevens uit of er in deze studie inderdaad geen sprake is van
selectiebias. (10 punten)
Antwoord:
Selectiebias kan ontstaan door selectieve loss to follow up. Door slechts globaal
op de doelstelling in te gaan wordt voorkomen dat artsen in het ene geval (bijv.
bij voorschrijven antibiotica) actiever patiënten benaderen die niet 9meer)
komen opdagen of informatie verstrekken dan in het andere geval (bijv. bij niet
voorschrijven antibiotica). De moeite om alle gegevens te verzamelen is
waarschijnlijk wel gelijk voor beide groepen in dit geval.
4. In de multivariate analyse is onder andere geslacht meegenomen als
variabele waarvoor gecorrigeerd moet worden. Leg aan de hand van concrete
gegevens uit deze studie uit waarom dat belangrijk is als je de relatie tussen
de behandeling met antibiotica en het falen van de behandeling wilt
bestuderen. (10 punten)
Antwoord:
Geslacht is in deze studie een mogelijke confounder. Een confounder moet zelf
onafhankelijk samenhangen met zowel met de blootstelling (hier: gebruik
antibiotica of niet) als de uitkomst (hier: falen van de therapie). Beide is
inderdaad het geval. Uit tabel 1 blijkt dat geslacht niet gelijk verdeeld is tussen
mensen die wel of niet antibiotica gebruiken (p=0.02). Uit tabel 2 blijkt dat
geslacht zelf geassocieerd is met de uitkomst (gecorrigeerde HR 1.32, 95% CI
1.00-1.75).
5. Welke frequentiemaat wordt in deze studie gepresenteerd? (3 punten)
Antwoord:
Cumulatieve incidentie.
6. De number needed to treat (NNT) gedurende 10 dagen is 13. Laat de
berekening zien. (10 punten)
Antwoord:
NNT = 1/RV
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller besmeal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.