100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting organisatiekunde P4 - INCL. Foto's en uitleg $6.29
Add to cart

Summary

Samenvatting organisatiekunde P4 - INCL. Foto's en uitleg

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Wil je de geheimen ontdekken van succesvolle bedrijfsleiders en effectieve organisaties? Deze samenvatting biedt een krachtige bron van kennis om je managementvaardigheden naar een hoger niveau te tillen. Duik in de wereld van leiderschap, strategie, besluitvorming en teamwork met deze compacte ...

[Show more]

Preview 4 out of 37  pages

  • Yes
  • May 30, 2023
  • 37
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
12.2 typologieën van organisatiecultuur

12.2 benadering met groepsprocessen en organisatieculturen

In deze benadering wordt de beïnvloeding van het gedrag van individuele
organisatieleden bekeken vanuit groepsoriëntatie. Ieder individueel
organisatielid maakt deel uit van een groep of meerdere groepen in een
organisatie. Het handelen van individuen wordt vooral door de processen
binnen de groep beïnvloed.

De beschrijving van groepsproces geschiedt aan de hand van de volgende
6 aspecten:
1. Effectiviteit  is er een zakelijk of emotioneel verband tussen
organisatieleden?
2. Oorzakelijkheid  zijn mensen in staat problemen voor
organisatieleden te veroorzaken?
3. Hiërarchie  Wat is het gedrag van organisatieleden ten aanzien
van positie, rol, macht en verantwoordelijkheid?
4. Verandering  is er sprake van eenzelfde reactie van de
organisatieleden op bedreigingen of kansen in de omgeving?
5. Samenwerking  is er sprake van een sfeer van ‘we zetten er met
zijn alle de schouders eronder’ of van ‘ieder voor zich’?
6. Oriëntatie ten opzichte van groepen met andere belangen 
Is er sprake van antipathie of sympathie ten opzichte van andere
groepen in organisatie.

Door deze inzichten te beschrijven krijgt met inzicht in het groepsproces.
Het veranderen van ongewenst organisatiegedrag van individuele leden
kan door het ontwikkelen van een andere cultuur binnen een groep
gestuurd worden.

12.2.2 Typologie van Harrison en Handy

Typologie van Harrison en Handy  Binnen deze typologie worden 4
ideaaltypen beschreven die in werkelijkheid niet als zodanig in zuivere
vorm voor zullen komen, in werkelijkheid is er vaak een combinatie.

De typologie is gebaseerd op 2 dimensies:
- Samenwerkingsgraad  mate waarin er wordt samengewerkt
- Machtsspreiding  mate waarin beslissingsbevoegdheid
gecentraliseerd is of gedecentraliseerd.

Wanneer we deze dimensies met elkaar combineren, krijgen we een
overzicht.

,Rollencultuur -> de organisatie is gebaseerd op regels en procedures.
Deze geven stabiliteit en zekerheid. Functies in de organisatie geven de
toon aan, niet de mensen die de functies uitoefenen. De rollencultuur zien
we terug in bureaucratische organisaties.
- Routinematige technologie
- Kostbare technologie
- Massa productie
- Technologie die veel coördinatie vereist

Machtscultuur -> de organisatie draait om de topfiguur. De organisatie
is as ware een uitbreiding van hem. De topfiguur kiest een kring van
trouwe medewerkers om zich heen op basis van herkenning. In dit
cultuurtype zijn maar weinig regels en procedures opgesteld, beslissingen
orden ad hoc genomen. Deze machtscultuur vinden we vaak bij kleine en
jonge organisaties.
- Stuk productie
- Technologie die grote flexibiliteit vereist

Personencultuur -> kenmerk van personencultuur is de prioriteit die
gegeven wordt aan het individu. De organisatie staat ten dienste van de
mens. Een manager binnen dit type organisatie is een gelijke van de
medewerker. Management is noodzakelijk kwaad om de organisatie
draaiende te houden. Voorbeelden van de personencultuur kunnen we
vinden in de dienstverlening, zoals een advocaten of-notaris kantoor.

Taakcultuur -> de organisatie kenmerkt zich door taakgerichtheid en
professionaliteit. De organisatie bestaat uit een netwerk van los/vaste
taakeenheden, waarbij elke eenheid grote zelfstandigheid bezit en
tegelijkertijd een specifieke verantwoordelijkheid draagt binnen het
geheel. Binnen deze cultuur is het behalen van resultaten het centrale
vraagstuk. Een voorbeeld van een taakcultuur vinden we in een
matrixorganisatie.
- Stuk productie
- Technologie die grote flexibiliteit vereist

12.2.3 Typologie van Sanders en Neuijen

In de typologie van Sanders en Neuijen worden er 6 dimensies van
bedrijfscultuur onderscheiden. Op elke dimensie kan een positie worden
ingenomen. Door deze 6 dimensies binnen een organisatie te analyseren
en te benoemen, komt men tot een cultuurdiagnose van de organisatie.
De 6 dimensies hebben te maken met ervaren gedrag van medewerkers
binnen de organisatie en staan onafhankelijk van elkaar.

,12.2.4 Typologie volgens beroepscultuur

1. Bureaucratische cultuur  gebaseerd op rationaliteit door regels
en procedures. Bijvoorbeeld overheidsinstellingen
2. Ambtelijke cultuur  hangt samen met de maatschappelijke
functie en kenmerkt zich door een sterke interne oriëntatie, hangt
samen met de bureaucratische cultuur.
3. Professionele cultuur  individuele organisatieleden zijn hier het
middelpunt. Bijvoorbeeld advocatenkantoor. De organisatie is een
samenwerkingsverband tussen professionals.
4. Commerciële cultuur  centraal staat de markt en/of de klant.
Bijvoorbeeld verkoopkantoren van buitenlandse moederbedrijven.

12.2.5 Het drie-lagenmodel van Schein

Hiermee wil hij 2 doelen bereiken: Hoe is de cultuur van een organisatie
opgebouwd en hoe kan de organisatie tot cultuurverandering komen? Er
zijn 3 niveaus:
1. Artefacten en symbolen  dit cultuurverschil is het makkelijkste
aan te passen en te veranderen. Het bestaat uit de structuur en de
processen van de organisatie maar ook bedrijfskleding en logo’s.
2. Aangenomen waarden  bestaat uit gekozen strategieën,
doelstellingen en managementfilosofie van de organisatie, maar ook
om normen, waarden en gedragsregels.
3. Basisveronderstellingen  bestaat uit bewuste en onbewuste
opvattingen, percepties, gedachten en gevoelens.

, 12.2.6 Typologie van Kets de Vries en Miller

Binnen deze typologie wordt gekeken naar persoonlijkheidskenmerken van
de leidende figuren in een organisatie. Leidende figuren hebben vaak
neurotische trekken, die leiden tot ineffectief gedrag van medewerkers. De
trekken leiden tot gedrag van medewerkers die uiteindelijk niet optimaal
zijn voor dor organisatie. De vijf culturen zijn de volgende:
- Depressieve cultuur  een verlies aan levenslust of
neerslachtigheid, organisatie die zelfvertrouwen mist en gedrag dat
toch alles mislukt.
- Dwangmatige cultuur  ordelijkheid, vasthoudendheid en
onbuigzaamheid. Gedrag als perfectionistisch en inflexibiliteit. Het
gaat in organisatie vooral om beheersing en controle.
- Dramatische of theatrale cultuur  emotionele uitingen,
behoefte aan aandacht.
- De paranoïde cultuur  wantrouwen tegenover andere mensen
- De schizoïde cultuur  afstandelijkheid en weinig betrokkenheid
in sociale contacten. De leidende heeft weinig behoefte aan relaties.

12.2.7 typologie van Quinn en Rohrbaugh

Gebaseerd op 2 dimensies:
- Is er sprake van een lage of
hoge mate van flexibiliteit?
- Heeft organisatie een interne
of externe oriëntatie?

Met de 2 dimensies kunnen we 4
organisatieculturen onderscheiden:
1. Beheers gerichte
organisatiecultuur  lage
flexibiliteit en interne
oriëntatie, regels en procedures zijn belangrijk. Er is veel overleg en
afstemming.
2. Resultaatgerichte organisatiecultuur  combineert lage mate
van flexibiliteit met een hoge mate van externe oriëntatie.
Eindresultaat staat centraal. Zijn vaak beloningen en er is focus op
kwaliteit en/of snelheid.
3. Innovatieve organisatiestructuur  hoge mate van flexibiliteit
en sterkte externe oriëntatie. Focus op ontwikkeling van nieuwe
producten.
4. Mensgerichte organisatiecultuur  hoge flexibiliteit en interne
oriëntatie. Ontwikkeling van de mens in organisatie staat centraal.
Zijn veel ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittcrombach. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.29
  • (0)
Add to cart
Added