100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 100 oefenvragen voor klinisch redeneren leerpakket 4 kerntaak 1 - leerjaar 1 AVANS verpleegkunde $8.13   Add to cart

Summary

Samenvatting 100 oefenvragen voor klinisch redeneren leerpakket 4 kerntaak 1 - leerjaar 1 AVANS verpleegkunde

1 review
 189 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Het "100 vragen over Klinisch Redeneren Leerpakket 4, Kerntaak 1" is een uitgebreide kennisquiz die specifiek is ontworpen om je begrip van het vak Klinisch Redeneren te testen. Deze quiz bevat een brede selectie van vragen die alle belangrijke onderwerpen en concepten behandelen die in Leerpakket ...

[Show more]

Preview 5 out of 26  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 ,2 ,3, 5,7,8, 10
  • May 31, 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: timmerskyra • 1 year ago

avatar-seller
Oefentoets klinisch redeneren leerpakket 4 kerntaak 1


1. Welke stoornis wordt gekenmerkt door angst voor specifieke objecten of situaties?

a) Agorafobie

b) Specifieke fobie

c) Sociale angststoornis

d) Gegeneraliseerde angststoornis



2. Welk gedrag wordt vaak vertoond bij agorafobie?

a) Veiligheidsgedrag en vermijdingsgedrag

b) Veiligheidsgedrag en confrontatiegedrag

c) Vermijdingsgedrag en confrontatiegedrag

d) Vermijdingsgedrag en risicogedrag



3. Wat is een kenmerk van sociale angststoornis?

a) Overmatig zorgen maken over verschillende gebeurtenissen

b) Angst om de veiligheid te verliezen buiten de eigen comfortzone

c) Angst om te blozen, transpireren of trillen in sociale situaties

d) Chronische angst en zenuwachtigheid

4. Welke stoornis wordt ook wel de "piekerstoornis" genoemd?

a) Agorafobie

b) Specifieke fobie

c) Sociale angststoornis

d) Gegeneraliseerde angststoornis

5. Wat is agorafobie?

a) Angst voor specifieke objecten of situaties

b) Angst in sociale situaties

c) Angst om de veiligheid te verliezen buiten de eigen comfortzone

d) Overmatige zorgen maken over verschillende gebeurtenissen

,6. Welk van de volgende voorbeelden is een vorm van veiligheidsgedrag bij agorafobie?

a) Het vermijden van sociale interacties

b) Het meenemen van meerdere telefoons voor het geval er een uitvalt

c) Het dragen van een dikke trui om zweetplekken te verbergen


7. Wat is een kenmerk van gegeneraliseerde angststoornis?

a) Angst om de veiligheid te verliezen buiten de eigen comfortzone

b) Angst om te blozen, transpireren of trillen in sociale situaties

c) Overmatig zorgen maken over een aantal gebeurtenissen en activiteiten

d) Chronische angst en zenuwachtigheid



8. Wat is een SSRI?

A) Een specifiek type angststoornis

B) Een medicijn tegen depressie en angststoornissen

C) Een therapeutische techniek voor het behandelen van angststoornissen

D) Een vorm van psychotherapie gericht op het verminderen van sociale angst

E) Een genetische marker die geassocieerd wordt met angststoornissen


9. Wat is psycho-educatie?

A) Een vorm van cognitieve gedragstherapie voor angststoornissen

B) Een geneesmiddel dat wordt gebruikt om psychische stoornissen te behandelen

C) Een benadering waarbij patiënten educatie krijgen over hun psychische aandoening en hoe ze
ermee om kunnen gaan

D) Een techniek om onbewuste gedachten en gevoelens aan het licht te brengen

E) Een vorm van groepstherapie specifiek gericht op educatie over psychofarmaca

,10. Welke interventies worden als eerst toegepast bij angstproblemen?



A) Psycho-educatie en leefstijl aanpassingen

B) Farmacotherapie en mindfulness-meditatie

C) Cognitieve gedragstherapie en exposuretherapie

D) Dialectische gedragstherapie en acceptatie en commitment therapie

E) Medicamenteuze behandeling en genetische marker-analyse



11. Welke van de onderstaande factoren sluit het krijgen van de diagnose "depressieve stoornis"
uit?

A) Middelengebruik

B) Rouw en verlies

C) Onderliggende lichamelijke ziekte

D) alle bovenstaande antwoorden

12. Welke slaapstoornis wordt gekenmerkt door problemen met in en doorslapen?

a) Insomnie

b) Slaapapneu

c) Hypersomnia

d) Circadiaans slaapritmestoornis

13. Welke slaapstoornis wordt gekenmerkt door slaperigheid overdag ondanks normale slaap?

a) Insomnie

b) Slaapapneu

c) Hypersomnia

d) Circadiaans slaapritmestoornis

14. Welke slaapstoornis wordt veroorzaakt door veel werken in de nacht en kan leiden tot
menselijke fouten?

a) Insomnie

b) Slaapapneu

c) Hypersomnia

d) Circadiaans slaapritmestoornis

,15. Welke slaapstoornis wordt gekenmerkt door rusteloze benen en tandenknarsen?

a) Insomnie

b) Slaapapneu

c) Parasomnien

d) Slaap gerelateerde bewegingsstoornissen



16. Welke slaapstoornis wordt gekenmerkt door slaapwandelen of praten in je slaap?

a) Insomnie

b) Slaapapneu

c) Parasomnien

d) Slaap gerelateerde bewegingsstoornissen



17 Wat zijn mogelijke gevolgen van een tekort aan REM-slaap?

a) Afname van weerstand en medische problemen

b) Geestelijke welzijn en leren

c) Angst, prikkelbaarheid en concentratieverlies


18. Wat zijn mogelijke gevolgen van het ontbreken van niet-REM-slaap?

a) Afname van weerstand en medische problemen

b) Geestelijke welzijn en leren

c) Angst, prikkelbaarheid en concentratieverlies

19. Welk type slaap is van belang voor het geestelijke welzijn?

a) Niet-REM-slaap

b) REM-slaap

c) Beide niet-REM-slaap en REM-slaap

20. Welk type slaap is van belang voor lichamelijk herstel?

a) Niet-REM-slaap

b) REM-slaap

c) Beide niet-REM-slaap en REM-slaap

, 21. Wat is GEEN voorbeeld van een goede slaaphygiëne?



A) Het drinken van cafeïnehoudende dranken vlak voor het slapengaan.

B) Het creëren van een rustige en donkere slaapomgeving.

C) Het volgen van een regelmatig slaapschema.

D) Het gebruik van elektronische apparaten, zoals smartphones, in bed.


22. Welke benadering wordt gebruikt bij de diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
volgens de richtlijn?

A) CASE-benadering

B) CBT-benadering

C) ACT-benadering

D) DBT-benadering

23.Wat benadrukt de CASE richtlijn met betrekking tot het opstellen van een behandelplan?

A) Samenwerking met betrokkene en naasten

B) Reductie van het suïciderisico

C) Gerichtheid op veiligheid

D) Alle bovenstaande antwoorden


24 Wat kan goede aanvulling zijn op het CASE behandelplan volgens de richtlijn?

A) Een signaleringsplan

B) Farmacologische interventies

C) Psycho-educatie

D) Cognitieve gedragstherapie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller luukAVANSVerpleegkunde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.13  5x  sold
  • (1)
  Add to cart