Samenvatting voor de kennistoets van 2CD-TS Taal. De samenvatting bevat een uitwerking van alle kennisclips uit jaar twee over zowel Taal als Spraak. Daarnaast bevat de samenvatting uitwerkingen van de werkcolleges. De samenvatting is zeer uitgebreid en beslaat alle informatie die nuttig is voor de...
oh how bad this was by accident

November 24 update: review changed
By: Anoniem060606 • 5 months ago
Translated by Google
May I ask why you give 1 star? I've only received positive reviews from others. I would like specific feedback that I can do something with.
By: aysudakurcak • 2 weeks ago
Translated by Google
I added it... accidentally.
By: sannedeboer8 • 5 months ago
By: tesscorien • 6 months ago
By: claudicevandekemp • 2 months ago
Translated by Google
everything is in it and mega organized!
By: juliavanzutven1 • 1 year ago
Seller
Follow
Anoniem060606
Reviews received
Content preview
2CD-TS Taal
Kennistoets
LOTTE BODEWES
Inhoudsopgave
Kennisclips..................................................................................................................................................... 2
WC1 Diagnostiek en de beoordeling van spontane taal.......................................................................................2
WC4 TOS: kenmerken in de morfosyntaxis...........................................................................................................4
WC7 Diagnostiek bij meertaligheid – introductie en anamnese...........................................................................4
WC7 Statische diagnostiek....................................................................................................................................6
WC8 CCC-2-NL.......................................................................................................................................................6
WC9 Diagnostiek meertaligheid – dynamisch testen...........................................................................................7
WC10 Diagnose TOS..............................................................................................................................................8
HC2 IQ-testen........................................................................................................................................................9
WC11 Klinisch redeneren....................................................................................................................................10
WC11 Passend- en Speciaal onderwijs................................................................................................................11
WC14 Woordenschat en woordenschatontwikkeling theorie............................................................................13
WC15 Woordenschat bij TOS en Woordenschatbehandeling............................................................................15
WC16 Woordbehandeling m.b.v. scripts............................................................................................................18
WC19 DGM-methode..........................................................................................................................................19
HC3 Signalering en preventie van TOS................................................................................................................20
WC20 Autisme Spectrum Stoornissen introductie..............................................................................................22
WC21 Preventie: wat is dat?...............................................................................................................................25
WC21 Preventie instrumenten............................................................................................................................26
WC21 Preventie: hoe goed is je instrument?......................................................................................................27
Spraak jaar 2 SOS + model van Terband........................................................................................................ 50
Hodson & Paden..................................................................................................................................................51
Metaphon...........................................................................................................................................................52
,Kennisclips
WC1 Diagnostiek en de beoordeling van spontane taal
Onderzoeken
- Eerste-fase-diagnostiek en differentiaal diagnostiek:
o Taaltest + Spontane taalanalyse + Observatie = Diagnose & therapie
Doel onderzoek
1. Signalering/Screening “Is er sprake van een probleem, ja of nee?”
2. Eerste-fase-diagnostiek Logopedie; “Is er een TOS, ja of nee? Wat voor problemen in activiteiten
en participatie?” Ernst bepaling van de stoornis.
3. Differentiaaldiagnostiek type stoornis/ernst/aard. Is er een mogelijkheid dat het kind extra
ondersteuning krijgt vanuit onderwijsbudget?
4. Handelingsgerichte diagnostiek “Welke behandeling past goed bij het kind?” Welke elementen
eerst en wat later in behandeling?
5. Evaluatieonderzoek Opnieuw kijken of therapie die je hebt gegeven zin heeft gehad.
6. Wetenschappelijk onderzoek Grote groepen kinderen onderzoeken en evalueren en mee te nemen
in studies.
Kwaliteit onderzoeksinstrument (hangt af van psychometrische eigenschappen)
- Betrouwbaarheid:
o Krijg je dezelfde uitslag als er op een ander moment of door een andere onderzoeker wordt
gemeten/getest? Het kunnen uitsluiten van toevalstreffers.
o Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (tussen onderzoekers) en
intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid (bij 1 onderzoeker).
- Normering
o Je gaat dus de scores van jouw onderzochte kind vergelijken met scores van deze grote groep.
Scoort hij/zij normaal?
- Validiteit
o Maat waarin je kan zeggen dat een test meet wat het moet meten.
Spontane taalanalyse
Gaat meestal om de taalvorm (=taalproductie): de syntaxis (zinsstructuren) en de morfologie (verbuigingen en
vervoegingen van werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijwoorden)
- Gestandaardiseerd: iedereen neemt hem op dezelfde manier af en beoordeelt op dezelfde manier.
- Betrouwbaarheid: er zit soms verschil in het uitlokken van het sample en de interpretatie die men
doet, waardoor de betrouwbaarheid soms net wat minder is.
- Validiteit: goed valide, het komt overeen met de natuurlijke setting (de natuurlijke manier van
taalproductie).
- Normering: meestal in leeftijdsequivalenten (je kan vergelijken met kinderen in normgroep). Dit is
lastiger te interpreteren en af te zetten tegenover een standaardscore niet onmogelijk
Een valide, representatief beeld over wat het kind kan. Het geeft heel veel aanknopingspunten voor
het behandelplan, wat je niet krijgt in een taaltest. Daarom standaard dit opnemen in je onderzoek bij
een kind met (mogelijk) een TOS!
Taaltest
- Validiteit: wat minder, want minder natuurlijk. Vanuit plaatjes zinnen moeten maken, zinnen die een
kind zelf misschien niet zou maken.
- Betrouwbaarheid: is beter omdat de manier van scoring en interpretatie niets aan het toeval overlaten
(duidelijk in de handleiding beschreven.
- Normering: vaak met Q-punten, percentielen of een Z-score
Spontane taalanalyse Taaltest
Betrouwbaarheid +/ +
Validiteit + +/
Normering + +
2
, Standaardisatie +
Voordelen: Spontane taalanalyses
- Onderzoekssituatie weinig belastend voor een kind
- Bij moeite met waarnemen of interpretatie van plaatjes
- Flexibiliteit na opname (audio of video): analyse hoeft niet perse op dat moment, in die behandeling
- Meet vaardigheden in dagelijkse communicatie
- Mogelijkheid tot in kaart brengen van verschillende talen
- Belangrijke informatie voor behandelplan
- Evaluatie (ook frequent)
Nadeel: tijdrovend (4-8 uur)
Hoe maak je een sample?
- Binnen het hier en nu (tot 4/5 jaar)
o Kinderen kunnen vanaf 4 jaar buiten het hier en nu spreken, maar we hebben bijna altijd te
maken met een kind met TOS, die hier waarschijnlijk moeite mee heeft.
- Buiten het hier en nu (>6 jaar)
o Dit vraagt andere, complexere taalvaardigheden. Om een valide beeld te krijgen wil je graag
weten wat een kind kan in de dagelijkse taalvaardigheid. Denk aan onder- en
nevenschikkingen.
- Beiden (5/6 jaar)
o Soms is het handig om het beiden te doen.
- Pas op met interactie van (komt vaak niet voor namelijk):
o Gebiedende wijs
o Verleden tijd
Invloed taaltaak op % verbogen werkwoorden
- Onderzocht hoe de taak die je het kind geeft, invloed heeft op de spontane taal die je verzamelt. Ze
hebben 4 tot 5jarigen kinderen onderzocht op verschillende settings (freeplay, storyboard, story
retelling, wordless picture book)
- Wat zie je nu?
o Je ziet dat als vrijspel plaatsvindt verledentijd veel minder is dan wanneer een stoyboard of
story retelling taak gegeven wordt.
o Hetzelfde geldt voor de derde persoons. In taak storyboard en story retelling veel minder
aanwezig dan bij taak woordless picture book.
- Dus: de taak die je het kind geeft heeft invloed op de informatie die het je oplevert.
Beoordelen taalvaardigheid
Als je een sample gaat opnemen, maakt het dan uit of je dat bijvoorbeeld met de moeder doet of dat
jij dat doet (logopedist). Ofwel is er een effect van de interactiepartner?
- Effect interactiepartner:
o Meer taal/meer variatie woordenschat
Er zit wel verschil in de hoeveelheid taal die het kind gebruikt en de variatie van de
woordenschat. Er is meer taal met de eigen ouder dan met de logopedist.
Daarom kan er de voorkeur zijn om de moeder/vader een sample te laten opnemen,
denk vooral een verlegen kinderen.
o Zinscomplexiteit gelijk
Je verwacht dat het kind in de interactie met zijn ouder even moeilijke zinnen maakt
als met jou (logopedist)
Keuze onderzoeksinstrument
- Wat wil je weten? Kies de test die het Tarsp Stap
beste meet wat je wil meten. 1-4 jaar 4-8 jaar
- Bewust zijn van voor- en nadelen Sample in hier en nu Sample buiten hier en nu
- Welke volgorde is geschikt? Normering Analyse van complexiteit en
fouten
Diagnose Normering
Aanknopingspunten Behandelplan
behandeling
3
, o Bij voorkeur eindig (en begin!) je met een test die een kind niet zo moeilijk vindt om de
testperiode goed af te sluiten.
Spontane taalanalyse
- Tarsp
o Leeftijd gebaseerd op ontwikkelingsleeftijd in de morfologie en syntaxis.
o Sample in het hier en nu: spelen met speelgoed.
o Normering: er is bepaald welke ontwikkelingsfase bij welke leeftijd past.
o Diagnose: de normering helpt je om een diagnose te stellen, een diagnose voor expressieve
problemen specifiek in het gebied van de taalvorm.
o Het geeft aanknopingspunten voor je behandeling van de morfosyntaxis.
- Stap
o Voor de oudere kinderen die de normale ontwikkeling van 1-4 jaar achter zich hebben
gelaten en verworven hebben.
o Sample: een moeilijkere taak buiten het hier en nu. Praten over de thuissituatie, hobby’s,
vakantie en wat gisteren gedaan?
o Analyse: van 50 uitingen. Je kijkt naar de complexiteit (hoe knap is de zin; onderschikkend,
zinsdelen) als de fouten (wat voor fouten maakt het kind)?
o Normering: mogen het aantal fouten nog volgens de ontwikkeling of niet meer? Is de
complexiteit gelijk aan de complexiteit van de normgroep?
o Behandelplan: aan de hand van de normering een diagnose stellen voor expressieve
problemen.
WC4 TOS: kenmerken in de morfosyntaxis
Symptomen morfosyntaxis bij TOS
- Weglaten verplichte elementen:
o Flexiemorfemen (vervoegingen en verbuigingen van werkwoorden; meervouden zelfstandig
naamwoorden; verkleinwoorden) (een klein stukje taal dat een grammaticale betekenis heeft)
o Hulpwerkwoorden
o Koppelwerkwoorden
o Lidwoorden (of verkeerd lidwoord wordt gebruikt)
- Problemen in argumentstructuur: weglaten van verplichte zinsdelen
Argumentstructuur
Het werkwoord bepaalt welke zinsdelen er in de zin moeten zitten.
- Alleen onderwerp (Bijvoorbeeld lopen, zwemmen, tekenen)
- Onderwerp en lijdend voorwerp (Bijvoorbeeld zoeken, horen)
- Soms ook meewerkend voorwerp of bijwoordelijke bepaling (Bijvoorbeeld: geven, leggen)
Symptomen morfologie bij TOS
- Congruentiefouten in het werkwoord, vaak:
o Weglaten van het vervoegingsmorfeem zodat een stam overblijft (‘hij kom’)
o Vervangen van het morfeem voor meervoud door een enkelvoudsuitgang (‘de kinderen
komt’)
- Andere problemen met het werkwoord:
o Weglaten van het werkwoord
o Onvervoegd realiseren van het werkwoord aan het eind van de zin (‘hij naar huis komen’)
o Minder variatie in werkwoorden
o Niet-specifieke werkwoorden
o Bijwoord is in verleden tijd, werkwoord in tegenwoordige tijd (‘toen krijg ik een cadeautje’)
- Toevoeging van Esther: fouten in de lidwoorden
o Verkeerd lidwoord wordt gebruikt
o Lidwoord wordt weggelaten
WC7 Diagnostiek bij meertaligheid – introductie en anamnese
Diagnostiek meertaligheid centrale vraag:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anoniem060606. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.93. You're not tied to anything after your purchase.