100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Grondwettelijk recht 2021 $5.25
Add to cart

Summary

Samenvatting Grondwettelijk recht 2021

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een gedetailleerde samenvatting grondwettelijk recht, de cursus geschreven en gegeven door R.Hoop. Notities van in de les zijn ook verwerkt. 57p

Preview 4 out of 57  pages

  • May 31, 2023
  • 57
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Grondwettelijk recht
1. De staat België
1.1 wat is een staat?
- Belgisch staatsrecht= recht dat verband houdt met de inrichting van de Belgische staat
(staatsrecht deel vn publiekrecht)
- Publiekrecht = omvat de rechtsregels die betrekking hebben op de relatie tss de burgers en
de overheid (verticaal), op de interne organisatie van de overheid & op de relaties tss de
overheden & overheidsinstanties onderling
 Bepaalt hoe overheid functioneert
 Bepaalt hoe burger & overheid ten opzichte vn elkaar verhouden
 Hoe mensen zich onderling moeten naar elkaar verhouden = gedragsregels
- Privaatrecht= onderdeel van privaat recht is burgerlijk recht
- Om van staat te kunnen spreken => 3 bestanddelen= constitutieve elementen
(noodzakelijk)
Constitutie= grondwet
1. Bevolking
 = mensen die door de staat politiek- juridisch gegroepeerd worden, onderdanen
of burgers
 Verbondenheid met bep staat  staatsburgerschap/ nationaliteit
 Culturele verbondenheid als volk; volk of natie= een groep mensen die een
gemeenschappelijke taal, cultuur, godsdienst, afstamming en/of geschiedenis
delen ( natiestaat) (volk zndr staat: vb joden- koerden- palestijnen- vlamingen)
2. Grondgebied
 Grondgebied of territorium= geografische gebied waar een staat zijn gezag kan
uitoefenen; land
3. Soeverein & georganiseerd gezag
 Gezag= mogelijkheid om regels op te leggen, om macht uit te oefenen, om
dwangmiddelen in te zetten
 Geweldmonopoly: in westerse democratieën, mogelijkheid om geweld te
gebruiken is exclusief voor de overheid, de staat ( leger, politie)
 Soeverein= het staatsgezag het hoogste gezag vormt; het moet een gezag zijn da
van geen enkel ander gezag afh iss
 Georganiseerd= door middel van stabiele instellingen
 Staatsgezag: 3staatsmachten
o Wetgevende macht: macht om algemeen geldende en bindende regels
uit te vaardigen
o Uitvoerende macht: macht om die regels ten uitvoer te brengen
o Rechterlijke macht: macht om bindende beslissingen te nemen ingeval
er geschillen ontstaan over de concrete toepassing vn die regels
e
4. (praktijk 4 element: internationale erkenning)
 Erkenning nodig door andere staten




1

, 1.2 soorten staten
- 3 types
1. Unitaire of eenheidsstaat
 = staat waarin het gezag, de soevereiniteit uitgaat van één centraal gezagsniveau, 1
gezagsniveau (frankrijk, nederland)
 Unitaire karakter afgezwakt  decentralisatie & deconcentratie
o Deconcentratie: sneller en efficiënter te werken dr de staatstaak te spreiden
en te laten uitvoeren op lokaal niveau ( bv belastingskantoren)
 Stuk vn macht toekennen aan lagere instanties , degene die gn
rechtspersoonlijkheid hebben, krijgen stuk macht vn centrale staat
(beslissingen lager niveau)
 Hiërarchisch toezicht: Centraal bestuursniveau => bevelen geven of in de
plaats stellen vn ondergeschikte besturen & beslissing aanpassen

o Decentralisatie : bevoegdheden toekennen aan een lager niveau, organen
die wel rechtspersoonlijkheid hebben en die een vorm van autonomie
krijgen, ruimte voor eigen beleid
 Bestuurlijk/ administratief toezicht = toezichthoudende overheid(=
voogdij-overheid) gn bevelen geven of zich in de plaats stellen MAAR
kan wel beslissingen schorsen of vernietigen: voorkomen schenden vn
wet/algemeen belang
 beperktere vorm van toezicht, wanneer een lager orgaan een beslissing neemt
de niet goed is dan kan de overheid niet het heft in eigen handen nemen, ze
kunnen enkel schorsen of vernietigen van de beslissing
 2 vormen decentralisatie
 Territoriale decentralisatie (bv gemeente & provinciebesturen)
->algemene omschreven autonomie
->territoriaal beperkt: enkel eigen grondgebied gemeente, stad
->dr eigen politiek verkozen organen
-> onder toezicht vn Vlaamse overheid & die kan tussenkomen
vb stad gent had beslist om abtenaren vast te benoemen, de hogere overheid heeft beslist dat dit onwettig was
want een vaste benoeming kan enkel nadat er examens georganiseerd worden, deze beslissing is vernietigd
geweest

 Functionele of dienstgewijze decentralisatie (bv openbare
instelling: NMBS, RSZ..)
->inhoudelijk/functioneel omschreven autonomie- territoriaal
onbeperkt
->openbare instellingen
Vb zoals nmbs: personenvervoer, federaal agentschap voedselveiligheid: heeft autonomie om de voedselketen
veilig te stellen en ze mogen zelf beslissingen nemen die dit nodig acht) over het volledige grondgebied België



2. Federale of bondsstaat
 = wordt soevereiniteit binnen eenzelfde stat verdeeld tussen een centraal gezag en
de deelstaten van die staat (duitsland, zwitserland, België)
 Federale overheid niet tussenkomen in bevoegdheden vn deelstaten => deelstaten
aanduiden als staat (beschikken over machten)

2

,  Deelstaten: ruimte autonomie & bevoegdheden-> vrij uitoefenen zndr hiërarchische
band
 Deelstaten mee beslissen hoe federale ordening eruit ziet (2kamerstelstel)
 Deelstaten:
o Autonoom: eigen staatsmachten- eigen rechtsorde
o Beslissen mee over federale staatordening
o Samenwerking: meestal noodzakelijk en voorzien
 Extern (andere landen toe): federale staat wordt gezien als 1 staat (bond)
 Intern: deelstaten een eigen rechtsordening
 Ontstaan federaties => agregatieve of centripetale manier vs centrifugaal
o Centripetaal: naar het centrum toe
afzonderlijke landen die oorspronkelijk onafh waren die beslissen om
samen te werken en dit evalueert tt een federale staat
o Centrifugaal: weg van het centrum
 België tt stand dr dit proces = start als unitaire staat & uiteengevallen in
deelstaten)

3. Confederatie of statenbond
 = heeft een samenwerkingsverband via een verdrag en tussen soevereine staten
(vb europese unie, benelux)
 Beperkt aantal materies ( bv defensie, gemeenschapp munt)
 Nieuw gezagsniveau  diplomatiek beraadslagend orgaan (vertegenwoordigers)
o Stuurt vertegenwoordigers nr een overlegmoment & waar er onderhandelt
wordt
 Extern: meerdere staten (statenbond), onafh staten -> eigen buitenlandse relaties
 Weinig stabiel  tussenstap naar federatie of onafhankelijkheid
 Confederale staat kan uit elkaar vallen in onafhankelijke staten




Confederale staat/statenbond federale bondsstaat

- Eenheidsstaat  federale staat  confederaal
- België => vn unitair  federale staat : federaal land met deelstaten
- Hoe meer autonomie  hoe minder samenhang  hoe confederaler

1.3 België en zijn grondwet
1.3.1 ontstaan van de staat België
Belgische revolutie

- 4 okt 1830  voorlopig bewind (voorlopige regering) => roept onafhankelijkheid uit vn de
staat België & parlement laten verkiezen dat grondwet moet opstellen
- 10 nov 1830  eerste Belgische parlement = Nationaal congres (internationale erkenning dr
conferentie vn londen)
- 7feb 1831  Belgische grondwet

3

, - 21 juli 1831  eedaflegging koning Leopold 1 => 1e koning der Belgen
- Belgie 1831 unitaire staat , beperkte decentralisatie via provincies & gemeenten
 2 volkeren
1. Vlamingen: noorden
2. Walen: zuiden
3. Duitstaligen

1.3.2 De grondwet ( fundamentele wet van elke staat)
- Grondwet legt hoofdlijnen van staatsstructuur vast
- Bep basisspelregels voor bestuur vn een land ( staatsvorm- instellingen- bevoegdheden)
- Hoe burgers zich tt deze overheidsinstellingen moeten verhouden
- Organiseert democratische machtsuitoefening dr overheid
- (Programmatorische functie= algemene doelstellingen overheid nastreven: materiële
gelijkheid, sociale bescherming )
- Ongeschreven grondwettelijke gewoonten en gebruiken
 Gebruik= een reeks ononderbroken en overeenstemmende handelingen
 Gewoonte wnr men overtuigd is dat gebruik rechtmatig & wettig is
- Regels in grondwet= rechtsregels = normen die juridisch afdwingbaar zijn en nageleefd
moeten worden dr overheid en burgers
- Wijziging grondwet
 Dr federale parlement & Koning (strenge procedureregels)
 Procedure 3 fasen
1. De herzieningsverklaring
o 3 taken vn wetgevende macht, preconstituante, elk herzieningsverklaring
goedkeuren
o Verklaring; artikelen aanduiden die in aanmerking zijn vr herziening
o Gewone meerderheid vr aannemen verklaring
2. Ontbinding parlement + verkiezingen
o Herzieningsverklaring: bekendgemaakt  gevolg: beide kamers vn
rechtswege ontbonden worden
 Parlement moet werkzaamheden stopzetten & nieuwe
parlementsverkiezingen
 Verkiezingen binnen 40 dagen & kamers opnieuw bijeenroepen binnen
3 maand
3. Eigenlijke grondwetswijziging
o Nieuw verkozen kamers + Koning => grondwet wijzigen
o Constituante of grondwetgevende vergadering
o Enkel wijziging in artikelen die voor herziening vatbaar werden verklaard
o Preconstituante duidt aan wat doel is vn vooropgestelde invoering
 Wijziging nek wnr grondwettelijke meerderheid of dubbele 2/3 e meerderheid
verkrijgen
 Min 2/3e vn leden moet aanwezig zijn (quorumvereiste)
 Min 2/3 vn uitgebrachte stemmen moet ja zn
 na stemming kamer & senaat => bekrachtiging -afkondiging & bekendmaking
( goedkeuren)
 grondwetswijzigingen treden in werking op de dag zelf van publicatie in Belgisch
staatsblad tenzij uitdrukkelijk andere datum bepaald


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julie2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.25
  • (0)
Add to cart
Added