100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Reader 19de eeuwse kunst $11.02
Add to cart

Summary

Samenvatting Reader 19de eeuwse kunst

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de teksten van het vak 19de eeuwse kunst: capita selecta

Preview 4 out of 38  pages

  • June 1, 2023
  • 38
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1. Intro
i. Patricia Mainardi – Writing nineteenth-century art, then and now
- Geschiedenis kunst 19de eeuw in laatste 30 jaar veel veranderd
 Meest belangrijk 19de eeuwse kunst historiografie is uitbreiding canon
 Eerst nadruk op Delacroix, Courbet & Cézanne
 Danzij oa feminisme & postkolonialisme: introductie nieuw overzicht
19de eeuwse kunstgeschiedenis
 Samen met methodologieën zijn kunst instituten veranderd
 Brachten uitgebreider publiek – in laatste 30 jaar ook 3 nieuwe musea
19de eeuw (Van Gogh Museum, Musée d’Orsay & Dahesh Museum NY)
 Deze musea werken vaak samen – waardoor nationale stijlen v kunst
historiografie zorgden voor globale kunstgeschiedenis
 Ook: oprichting nieuwe tijdschriften
 Romantisme (1971) – interdisciplinair
 Nineteenth-Century Art Worldwide (2002) – online (focust op
verschillende nationaliteiten)
- Jonge kunstwetenschappers focussen meer op niet-canonieke kunstenaars
 Vooral Anglophone kunstwetenschappers: veel onderzoek hiernaar
- Itt VS – waar groot deel tt 19de E nog steeds over impressionisten gaan
 Want: dit trekt ook veel publiek
 The Two Art Histories, 1999 in Massachusetts
 Over verschillen & gelijkenissen tss KW & curatoren
 Curators zogezegd enkel focus op bezoekers & KW geen focus op object
& enkel op theorieën rond object
- Institutionele analyse
- Stelling: KW focusten teveel op tt dan op individuele kunstwerken – waardoor
productiemechanismen kunstgeschiedenis blootgelegd zijn
 Nieuwe aandacht voor kopie & replica’s en studiopraktijk vd kunstenaar
 Deze aanpak v institutionele analyse heeft wortels in sociologie
 Maar: niet meteen aanvaard, door connotatie met Marx
 Maar: laatste 20 jaar werd dit wel basis onderdeel v onderzoek 19 de E
- Ook belangrijk: nieuwe interesse in historische periodes eerder dan individuele
kunst bewegingen
 Vb: T.J. Clark met zijn The Absolute Bourgeois: art in France 1848-51 (1973)
 Kijkt hier niet enkel naar canonieke werken, maar wil breed scala aan
kunstproductie tonen
- Vroeger focuste geschiedenis 19de E kunst vnlm op tt moderne K zoals impressionist
 Door tekst Francis Haskell 1981 – sindsdien meer studies over zowel officiële
tt (zoals salons) en afscheidingstt
 Geschiedenis van tt is nu meer belangrijk onderwerp voor onderzoek &
recent is daar ook de kunstmarkt bijgekomen
 Vb: ‘The Art Trade in the Nineteenth Century’
- Identiteit politiek
- Intitutionele analyse zorgde voor nieuwe blik op canon  kritische analyse v canon
 Wordt nu gezien als smaak heersende klasse op een bepaald moment
 Canon werd aangepast door andere kunstenaars toe te voegen, of door
hiërarchie te veranderen
- Eerste impact kwam van feminisme

1

,  Artikel Nochlin in 1971 zorgde voor verandering & laatste jaren steeds meer tt
over vrouwelijke kunstenaars (vb: Boch in MuZee & Serruys in Menen)
 Genderkwesties hebben ook geleid tot vooroordelen impliciet aanwezig in KG
& werk mannelijke kunstenaars
 Vb Norma Broude: impressionisme gendert kunst als mannelijk &
natuur als vrouwelijk
 ‘queer theory’: ook resultaat van feministische interesse in gender kwesties
 Vb: homoseksualiteit gebruikt om werk Caillebotte te analyseren
 Zorgt ook voor nieuwe toevoegingen aan canon: Girodet’s Slaap v
Endymion  gaat het over mannelijke of vrouwelijke verlangens?
- Naast Freud ook Lacan & Foucault belangrijke invloed op lezingen v KG
 Door interesse in gender & representatie v lichamen wordt mannelijk én
vrouwelijk lichaam meer onderzocht
- Naast gender was ook ‘ras’ belangrijk
 Vooral Manets Olympia veel aandacht – vanwege zowel seksualiteit als ras
 Ook meer gekeken naar Orientalisme – focus nu meer op Westers
Imperialisme
 Extreem standpunt: Orientalistische kusnt wordt gezien als beelden van
onderdrukking
 Recent: meer genuanceerde aanpak
 Vb van Gauguin: afbeeldingen v Tahiti of Noord-Afrika
- Academische kunst
- Ook kijker naar ondergewaardeerde kunst & individuele kunstwerken zien als
producten sociale & culturele omstandigheden eerder dan werk v genie
- Ingres laatste Academische kunstenaar die in modernistische canon zit
 Maar vb Bouguereau kreeg geen aandacht
 Grote kracht achter opleving bestelling academische kunst is Dahesh Museum
of Art die tt deed over academische schilderijen & sculpturen
 Hoge prijzen voor werk moderne artiesten zorgden ervoor dat er
interesse kwam in tweede niveau v 19de E SK
- Toen moderne kunst hegemonie verloren had, zijn barrières tss moderne &
academische kunstenaars ineengezakt, evenals hiërarchie v media (waar SK
belangrijker was dan fotografie & illustratie)
 Resultaat: TT gaan ook verschillende media combineren, net als academische
& moderne kunst
- Bijkomend kenmerk voor belangstelling niet-canonieke kunstenaars is aandacht
voor ondergewaardeerde elementen v carrière (zelfs v canon artiesten)
 Niet-canonieke landschapschilderijen kregen vb ook nieuwe aandacht
 Vb: eerst focus op Barbizon & impressionisme >< nu ook op plein-
airschilderen in Italië
 Robert Rosenblum: belangrijke naam die keek naar artiesten buiten canon
- Vernaculaire kunst
- Oa over reclame, vernaculaire fotografie & amateur kunst
 Vooral opkomst fotografie als belangrijk onderdeel 19 de E past binnen
aandacht aan vernaculaire manieren v expressie
 Bibliotheken hadden al langer fotografie collectie, maar ook oprichting Musée
d’Orsay was hier belangrijk


2

,  Fotografie is dankzij tt & publicaties integraal deel vd 19 de eeuwse kunst
historiografie geworden
- Hoe werd fotografie geïntegreerd in kunstgeschiedenis?
 1: canon opstellen v foto’s & fotograferen
 Daarna ook meer interesse in postkaarten & reclame
 Als laatste ook interesse in vernaculaire fotografie, zoals het werk v amateurs
- Ook illustratie & uiteindelijk ook visuele cultuur – die verschillende onderdelen van
visuele ervaring onderzoeken
- Interdisciplinaire problemen
- Kunst kijken in relatie tot literatuur, geschiedenis, sociologie, …
 Vb: Robert Herbert zijn studie of impressionisme  kijkt naar impressionisme
in termen v sociale geschiedenis in die periode
 Vb: Stephen Bann zijn onderzoek naar samenkomst schilderij, fotografie &
printmaking
- Internationalisme
- Verder kijken dan Frankrijk in 19de eeuw
- Algemene tendens  barrières afbreken die voordien gemaakt werden omtrent
19de E
 Algemeen: werken Franse kunstenaars stoken geregeld landsgrenzen over
(want: Fr had veel uitmuntende kunstenaars)
- Laatste tijd: 19de E historiografie heeft grenzen geopend
 Het is ruimer geworden, meer interessant
 Van selecte focus op connoisseurship naar ruimere interpretatie

2. Kunstwereld & kunstpraktijk
a. Vorming & creatie
ii. Lisa Lambrechts – From young woman with a fan to Isabella: a rediscovered identity
- Geschilderd door Simon Willem Maris
- Dit meisje heette waarschijnlijk Isabella, omdat …
 Er twee foto’s met haar naam in het
familiealbum zijn
 De naam komt één keer voor in een brief
van Maris
 Als titel voor een schets van dit meisje
- Artikel komt voort uit onderzoek Rijksmuseum uit
2015 waarbij titels opnieuw geëvolueerd werden
omdat ze mss niet meer van deze tijd zijn
 In 1976 was de titel van dit werk ‘kleine
negerin’
 Deze term hangt tegenwoordig teveel samen met koloniale context (om zo
mensen van kleur te onderdrukken)  koloniale hiërarchie legitimeren
 Het zorgde zo ook voor de reducering van dit meisje tot een raciaal type,
waardoor ze haar individualiteit verloor
- 1916: kreeg titel ‘portret’ – 1922: ‘Indian type; Oriental girl sitting in an armchair’
 Toont hoe titel van schilderij relatief is
 Veranderde in 2015 naar Young woman with a fan + zoektocht identiteit
 Doordat er foto’s met haar naam in het familiealbum waren, valt af te leiden
dat naam belangrijk was voor kunstenaar

3

, Dit legitimeerde naamverandering binnen het museum
- Zoals reeds vermeld: foto’s van Isabella gevonden in Maris zijn archief
 Maris trok deze foto’s wellicht zelf in zijn studio
 Studio te herkennen aan stoel waarin Maris ook poseerde
- Ook meerdere versies van dit portret te vinden
 Er zijn nog een schets en een meer afgewerkt portret (zoals deze)
 In dat portret is Isabella te zien in ‘normale kleren’ >< rijke kleren zijn wss
bedoeld voor de kunstmarkt
 Op een reproductie van dat portret stond haar naam geschreven, wat toonde
dat hij een individu afbeeldde & niet een type
- Wat er uiteindelijk nog miste bij dit model, was haar achternaam
 Maar: achternaam vaak niet geweten bij zwarte modellen
 Ook werden koloniale termen meer gebruikt itt namen  toont opnieuw
gebrek aan individualiteit vd persoon & reducering tot een type

iii. Linda Van Santvoort & Marjan Sterckx – Inside sculptors’ studios in belle époque Brusels:
an interior architectural view
- Kijken hoe studios van BH verschillen van SK studios & hoe ze ideeën uit tijd tonen
- BH konden studio niet betalen – dus vaak werkten ze samen
 Vb: Jef Lambeaux & Jules Lagae
 Later in leven BH - ook opdracht geven vr huis & studio  Meunier ‘99
 Studio’s moeilijker te ontwerpen: vb Rosa Bonheur & Eugène Verboeckhoven
die stallen aan hun studio lieten bouwen om naar dieren te werken
- Focus ligt hier op BXL – het was aantrekkelijk voor artiesten
 Eerst vooral voor SK, maar opdrachten voor sculptuur op publieke & private
gebouwen zorgde voor aantrekking BH
 Vb: Rodin zal hierdoor in BXL verblijven (les XX, Horta & Van de Velde waren
toen ook in BXL en zorgden voor aantrekking)
- Foto’s interieur stelt het voor als mise-en-scène & devalueert de handbarbeid vd BH
 Maar: architecturale plannen geven meer objectieve kijk op de ruimte
 Focus hier op 84-14, omdat er dan meer plannen v studios beschikbaar zijn &
er dan meer studios kwamen
- Waar moet kunstenaar over beslissing bij nadenken over studio?
 Locatie (groot, stil, toegankelijk & goedkoop = buiten centrum BXL)
 Oriëntatie (genoeg daglicht, gericht op het noorden voor diffuus licht)
 Architect (meeste kiezen iemand die ze al kenden)
 Evt leefruimte, organisatie om werk te tonen aan bezoekers & ruimtelijke
indeling & organisatie van de werkruimte
 (studio complexen zijn hier weggelaten, ook al waren die wel populair)
- Type 1: zelfstandige studiogebouw (De Lalaing & Charlier)
 Studio specifiek om kunst te maken, die los staat van woning
 Logisch: studio was vochtig, vuil & luid
 Studio Jules de Lalaing – contractor Henri Deroy
 Eén grote studio van 150 m² inclusief kamer waar materiaal stond
 Tuin voor studie had bassin & trap naar koolkelder
 Ontving zijn klanten hier ook
 Zal later studio 2x aanpassen om hem groter te maken (aparte stal
1900 & extra verdiep ’08)  wou ruimtes met verschillende functies

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller svdss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.02
  • (0)
Add to cart
Added