DE LEVENSBESCHOUWELIJKE EN RELIGIEUZE GROEI VAN KLEUTERS
Levensbeschouwing
− Een wijze van in de wereld staan, de waarden en normen die je hebt, hoe je denkt over alles wat is
− Iedereen heeft een levensbeschouwing
− Al dan niet georiënteerd op een traditie
− Deze kan theïstisch, atheïstisch, agnostisch zijn (en alles daartussenin)
*theïstisch = geloven in God
*atheïstisch = niet geloven in God
*agnostisch = ik weet het eigenlijk niet, er kan iets zijn/er kan niets zijn
Religie
− Die vorm van levensbeschouwing die uitgaat van een verhouding tot het ‘heilige’
− Al dan niet transcedent* opgevat
*transcendent = iets dat de wereld overstijgt zoals God die boven ons staat
− Waarbij rituele, affectieve, gedragsmatige en sociale aspecten een rol spelen
− Re-ligare = opnieuw verbinden
Godsdienst
− Een religie gericht op het geloven in een bepaalde God; datgene waarmee men zicht ‘verbindt’ noemt men God
LR(G)G
− Staat voor Levensbeschouwelijke en Religieuze (Godsdienstige) Groei
− Deel van totale ontwikkeling van kleuters
• Levenservaringen
• Vragen naar zin
− Bestaat uit vier componenten
− Vanuit de katholieke traditie in dialoog met andere tradities
− “Ik ben misschien niet religieus, maar alles wat ik doe moet wel uit een religieuze bril bekeken worden.”
1. De kleuters in ontwikkeling
− Levensbeschouwelijke groei is een deel van de identiteitsontwikkeling
− Sterk verschillend verwerkt
− Zeer verschillende ervaringen
− De grote kunst is om te differentiëren
,2. Levensbeschouwelijke en religieuze groei
− Bij elke component wordt de beginsituatie van de kleuter besproken
− Welke kansen kan ik bieden? Om aan de groei van de componenten te werken
2.1 Componenten van levensbeschouwelijke en religieuze groei
*componentenschema
A: Fundamentele bestaanscondities
A1: Vertrouwen
− Bevestigen en uitbreiden van het basisvertrouwen
− In zichzelf en in de wereld
• Invloed inoefenen
• Stabiliteit
− Vertrouwen in God
• Vertrouwen op het goede
• Mee-beleven met volwassenen
A2: Mogelijkheden en beperkingen
− Omgaan met eigen mogelijkheden, de grenzen en beperkingen
− De dood als laatste grens
B: Verbondenheid
B1: Met zichzelf
− Uiterlijk en innerlijk
− De eigen gevoelswereld ordenen
− Stiltebeleving
− Ontwikkeling van het geweten
B2: Met anderen
− Egocentrisme ten opzichte van verplaatsen in een ander
− Vriendschappen vanaf ongeveer 4 jaar
B3: Met gemeenschappen
− Kleuters gaan bewust beleven als onderdeel van een gemeenschap
− Solidariteit
B4: Met natuur en cultuur
− Bewondering
− Verwondering
− Mysterievolle karakter van de werkelijkheid
,C: Groeien in gevoeligheid voor goed en kwaad
− Lust en onlust bepalen het gedrag
− Goedkeuring of afkeuring door vertrouwenspersoon
− Regels leren naleven
− Nog geen intentioneel gedrag
D: Verkennen van geloofstaal en groeien in symboolgevoeligheid
− Voorwaarde voor openheid voor het religieuze is het beschikken over ‘geloofstaal’
− Moeilijk voor kleuters
− Verkennen door middel van bijbelverhalen
− Enkel de emotionele laag bij symbolen
2.2 De beginsituatie van kleuters: kansen en opgave
− Goede beginsituatie → kansen zien om te groeien
3. Een christelijke visie op de levensbeschouwelijke en religieuze groei
− Daagt enorm veel elementen uit in de groei
− Godsdienstaanbod moet heel dicht bij het leven van de kleuters aansluiten
, 4. De kleuters in zijn levensbeschouwelijke en religieuze groei
4.1 Ik wil meedoen!!
− Geloven = een persoonlijk verhaal van vertrouwen
− Vertrouwensband met de ouders en de KO is essentieel
− Kans om te participeren → ‘participatief geloven’
4.2 Mag ik de kaars uitblazen?
− Belang aan rituelen
− Voorwaarde: rituelen zijn afgestemd op hun leef- en belevingswereld
− Sfeer van vertrouwen en veiligheid
4.3 Heb je er geen prent bij?
− Beelden zijn nodig
− Zeer visueel ingesteld
4.4 Mag ik het zelf doen?
− Zelf aan de slag gaan
− Streven naar autonomie
4.5 Hoe ziet God eruit, juf? Heeft hij ook een vrouw en kinderen?
− Hele evolutie in godsvoorstelling
− Eigen manier om met volwassenen over God en Jezus vertellen
− 3 jaar: eerste vermoeden van een personage
− 3-4,5 jaar: intuïtie groei dat dit personage van mensen verschilt
− 4,5-6/7 jaar: specifieke opvatting over het goddelijke
5. Levensbeschouwelijke en religieuze groei vraagt communicatie
− Communicatie is onmisbaar
− Eigen karakter
− Christenen: woord – woord – woord
*woord van God – woord van de kleuters – woord van de kleuterleiding
= communicatie als een totaal gegeven
− Verschillende niveaus van communicatie
• Niveau van de ervaring
• Niveau van de betekenisverlening
• Niveau van de reflectie
→ kansen creëren, benutten waar communicatie mogelijk is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joliendyckmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.62. You're not tied to anything after your purchase.