Samenvatting van alle hoorcolleges, werkgroepen en literatuur in 1 document van het vak Romeins recht. Kort en duidelijk overzicht van alle belangrijke regels en begrippen met toelichting. Vak afgerond met een 9,0.
PROTA: Romeins Goederenrecht
Week 1 – Aard van het eigendom en absolute rechten
Het begrip persoon
Romeins objectiefrecht: Augustus tot Justinianus
Objectief recht: geldend recht in bepaalde plaats en tijd, verleend bevoegdheden
Subjectief recht: de verleende bevoegdheden, rechten en verplichtingen
Persoon = het geheel van rechten en verplichtingen, het eigen vermogen (bezit en schulden)
Rechtssubject: rechtspersoon met rechten en verplichtingen
Rechtsobject: ene voorwerp van rechten en verplichtingen
Servus caput non habet: de slaaf is geen rechtssubject, geen ‘persoon’
Ius gentium is aan het menselijke ras gemene recht
Dus mensen die geen persoon zijn, en niet-mensen die wel persoon zijn.
Absolute en relatieve rechten
Absoluut of volstrekt recht: geldend jegens iedereen → eigendom
Actio in rem: het recht berust op de zaak, niet de persoon (een zakelijke actie)
Relatief of betrekkelijk recht: geldend jegens wederpartij → vorderingen
Actio in personam: het recht berust op de persoon, niet de zaak (een persoonlijke actie)
Een absoluut recht onderscheidt zich van een relatief recht doordat het geldend is tegen
opvolgers onder bijzondere titel (en algemene titel)
Algemene titel: van rechtswege, alle subjectieve rechten en verplichtingen
Bijzondere titel: via overeenkomst, één subjectief recht
Kwalitatieve rechten: persoonlijk recht dat berust op een eigendom
Formulastelsel: beperkte van absolute en relatieve rechten, geen actie zonder formula
Romeins recht: gesloten stelsel van subjectieve rechten (absoluut en relatief)
Nederlands recht: open stelsel van persoonlijke rechten
Droit de suite en droite de préférence
Droit de suite: zaaksgevolg (absolute rechten)
Droite de préférence: voorrang op schuldvordering (relatieve rechten)
Paritas creditorum = gelijkgerechtigde schuldeisers
Pro rata parte = krijgen gelijk percentage van vordering
Separare = afscheiden
Opvolging onder bijzondere titel
Grootste verschil Romeins en Nederlands recht: opvolging onder bijzondere titel
Alleen zakelijke rechten, geen vorderingen, waren afzonderlijk overdraagbaar
Zakelijk recht: band tussen een zaak en een persoon
Persoonlijk recht: een verbintenis is een rechtsketen iuris vinculum
Geen cessie: overdracht van schuldvordering = schuldvernieuwing
, Lichamelijke en onlichamelijke zaken
Lichamelijke zaken (res corporales)
Eigendomsrechten op stoffelijke voorwerpen
Onlichamelijke zaken
Vermogensrechten, behalve eigendomsrechten
Aan het rechtsverkeer onttrokken zaken
De reikwijdte van collectieve goederen (ius gentium), zoals het strand
Behoren niet toe aan de particulier, maar ieder mits niet in strijd komt met openbaar belang
Roerende en onroerende zaken
Enige verschil bij Romeinen: verkrijgende verjaring en bezitsbescherming
Bij ons groot verschil registergoed en geen registergoed
Onroerende zaken: de grond en alles wat hier duurzaam mee is verbonden
Roerende zaken: alles wat geen onroerende zaak is
Ulpianus: de grond is altijd begrensd
Iavolenus: de grond en alles wat er door wordt vastgehouden
Florentinus: gebouwen onderdeel van de grond
Fundus: elk gebouw en elke akker
Aedes: stadshuizen
Villae: landhuizen
Area: stadsgrond zonder gebouwen
Ager: landgrond zonder gebouwen
Res mancipi en res nec mancipi
Res mancipi Res nec mancipi
De Grond in Italië Grond buiten Italië
Slaven en getemde dieren Ongetemde dieren
Beperkt recht: erfdienstbaarheid Alle andere goederen
Vervangbare en onvervangbare zaken (roerende zaken)
Genus zaken: vervangbare zaken → eigenschappen
Res quae nemuro vel mensura constant: bij getal, gewicht of maat bepaalbare zaken
Genus non perit: de soort gaat niet teniet
Verbruikleningsovereenkomst: rechten en verplichtingen tot soortzaken (Paulus)
Species zaken: onvervangbare zaken → geen objectieve eigenschappen, uniek
Deelbare en ondeelbare zaken
Deelbaar: hout of graan
Ondeelbaar: paard of schilderij
Een deel is een aandeel van een zaak, dit aandeel is een geheel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sjoukjekraak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.