100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie, alle hoorcolleges en samengevat aan de hand van de cursus $8.03
Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie, alle hoorcolleges en samengevat aan de hand van de cursus

 39 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Aanwezig op alle hoorcolleges, vervolgens alles doorlopen en aangevuld aan de hand van de cursus. Samenvatting is klaar om zo te studeren en alles meteen te begrijpen.

Preview 4 out of 61  pages

  • June 2, 2023
  • 61
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Sociologie
Inleiding
kijk ppt inleiding  leerstof


Deel 1: Op verkenningstocht
naar de sociologie
Hoofdstuk 1: sociologie, poging tot
definitie
1.1 Definitie: wat is sociologie?
Er is geen eenduidige definitie  er zijn er meer dan 80 verschillende
3 elementen die steeds terugkomen in de definities
1. Wetenschap
2. Sociaal handelen
3. Vaste gedragspatronen  je doet het altijd op dezelfde manier (klanten
bedienen in de bakker)

Sociologie is een samenstelling van socius (metgezel), societas (samenleving) en
logos (wetenschap)

Voorlopige definitie: wetenschap van de menselijke samenlevingen
 Sociologie bestudeert de sociale werkelijkheid (= het handelen
tussen mensen volgens een vast gedragspatroon)

1.2 Wetenschapskennis versus
ervaringskennis




Beperkt vs onbeperkt
- Ervaringskennis = beperkt + selectief
 Subjectief want wat het ene individu ervaart, ervaart de andere
anders
- Wetenschapskennis = onbeperkt + aselect  onderzoeker wilt uitspraak
doen over de volledige populatie waartoe zijn onderzoekselementen
behoren, niet enkel voor diegene die hij waarneemt
Absoluut vs aanvechtbaar


1

, - Ervaringskennis = absoluut  wat we waarnemen nemen we aan voor
waar
- Wetenschapskennis = blijft aanvechtbaar  wetenschappers stellen hun
kennis steeds opnieuw in vraag
o Wetenschapskennis is dus ook voorwaardelijk, hypothetisch
Moeilijk verwoordbaar vs perfect mededeelbaar
- Ervaringskennis = niet altijd gemakkelijk verwoordbaar
- Wetenschapskennis = perfect mededeelbaar  te wijten aan vaktaal: elke
wetenschapper heeft zijn vakjargon
Gericht op het totale object vs aspectueel
- Ervaringskennis = bekijkt werkelijkheid in zijn totaliteit  er wordt geen
onderscheid gemaakt tussen de sociologische, economische … dimensies
- Wetenschapskennis = aspectueel  richt zich niet tot de totaliteit van een
object maar beperkt zich tot één aspect ervan
o Bestudeert het aspect vanuit één perspectief
Voorwaarden bij gegevensverzameling
- Enkel wetenschapskennis
- Bij verzamelen en analyseren moet wetenschapper zich aan een aantal
stikte voorwaarden houden
o Geldigheid  het onderzoek moet geldig zijn (meten wat het wilt
meten)
o Betrouwbaarheid  onderzoek moet tot dezelfde resultaten komen
wanneer het onderzoek opnieuw gevoerd zou worden onder
dezelfde condities



Wetenschapskennis vertrekt vanuit onderzoekcyclus

1.3 Sociale wetenschappen versus
natuurwetenschappen
Onderzoekselementen (hetgeen wat je onderzoekt):
- Natuurwetenschappen  onderzoekselementen zijn identiek aan elkaar
- Sociale wetenschappen  onderzoekselementen zijn niet identiek aan
elkaar
Wetmatigheden:
- Natuurwetenschappen  wetmatigheden zijn universeel (overal geldig)
- Sociale wetenschappen  wetmatigheden zijn niet universeel
Onderzoeker:
- Natuurwetenschappen  onderzoeker staat doorgaans buiten het veld
- Sociale wetenschappen  onderzoeker maakt deel uit van het
onderzoeksveld
o Onderzoeker staat hierbij niet altijd neutraal tegenover zijn
onderzoeksonderwerp  kan tot problemen leiden
Discussie:
- Is sociologie 100% objectief, neutraal en waardevrij?
- Moet sociologie 100% objectief, neutraal en waardevrij?
Stel: fervente aanhanger van jeugdbeweging doet onderzoek naar het sociaal
engagement van jongeren. Kan je dit op een neutrale, objectieve manier?
Of nog: Kan je als onderzoeker die gescheiden is, objectief onderzoek doen naar
de gevolgen van echtscheiding?


2

,1.4 Onderscheid tussen sociologie en andere sociale wetenschappen
Er bestaan verschillende menswetenschappen  Wat hebben ze gemeen:
 Studieobject: de mensen, individuen, de mensensamenleving
 De zoektocht naar wetmatigheden
 Wetenschappelijke analyse
Waar ligt het verschil tussen sociologie en andere menswetenschappen?
 Sociologie kijkt vanuit de samenleving naar het menselijk gedrag, vanuit
de sociale structuur en cultuur en probeert zo het menselijk gedrag te
verklaren.
 Sociologie heeft oog voor vaste gedragspatronen. Minder aandacht voor
het particuliere, het hoogst persoonlijke.
 ≠: niet gelijk aan psychologie: kijkt naar het menselijke gedrag vanuit
persoonlijke factoren.
= In onze maatschappij groeiende nadruk hierop
(=psychologisering)
vb: dyslexie, burn-out, slaagkansen in het onderwijs

!!! Interdisciplinariteit!  belangrijk om via verschillende invalshoeken
wetenschap toe te passen op het kind

Definitie van sociologie
Sociologie is de menswetenschap die op een systematische wijze kennis en
inzicht wil verwerven in sociale relaties tussen mensen, meer bepaald de vaste
gedragspatronen.

Sociologie analyseert op 3 niveaus:
- Micro: niveau van de individuen en hun sociale relaties binnen bv. het
gezin, vriendengroep
- Meso: niveau van de individuen en hun sociale relaties binnen bv. het
gezin, vriendengroep
- Macro: niveau van de individuen en hun sociale relaties binnen bv. het
gezin, vriendengroep

Verschillende taken sociologie:
- Empirisch-analytische taak: cijferaar
o Betrouwbare kennis verzamelen over de samenleving  werkelijkheid
analyseren (gaan bekijken), socioloog wilt weten hoe de
samenlevingsvormen, organisaties, netwerken … in elkaar zitten
 Is dat echt zo in de werkelijkheid?
 Is dat een nieuw verschijnsel?
 Doet zich dat ook elders voor?
 Hoe kunnen we dat verschijnsel verklaren vanuit de cultuur en
structuur van een samenlevingsverband?
o Wordt ook gebruikt voor beleidsvoorstellen (niet enkel politiek,
maar ook beleid van ngo … ): wat kunnen we eraan doen?
o Socioloog gebruikt hiervoor methodieken om objectief en
waardenvrij te werk te gaan  hij wil op een neutrale manier
gegevens verzamelen



3

, - Kritische taak: mythejager (= kritisch kijken naar wetenschappelijk
onderzoek en stereotype uitspraken tegengaan)
• Ingaan tegen vooroordelen, tegen mythes
• Conformisme: we gaan ons gedrag bepalen door de groep waartoe we
behoren  is het grootst bij adolescenten
• Bv:
• Velen zijn ervan overtuigd dat ze uniek zijn en individueel
kiezen
Maar ook
• Velen zijn ervan overtuigd dat een diploma verwerven enkel het
gevolg is van talent en inzet
 Ook contextvariabelen doen ertoe
• Velen denken dat werklozen ervoor kiezen om werkloos te zijn: “Wie
wil, vindt werk.”
 Socioloog gaat via onderzoek (KG, MG, HG) bij HG amper
werkloosheid, bij MG is werkloosheid heel laag, bij LG is de
werkloosheid hoog
 Europa is een kenniswereld  meeste vacatures zijn
voor HG en MG
= heel weinig jobs voor LG  wat maakt dat
werkloosheid bij deze groep hoger is


Hoofdstuk 2: Ontstaan en de
grondleggers van de sociologie
2.1 Ontstaan van sociologie
• Jonge wetenschap: °19e eeuw, met grondslagen in 18e eeuw (Verlichting en
tegen-Verlichting)
• Voordien werd ook al nagedacht over de samenleving, maar gebeurde dat in
de filosofie, de rechtsgeleerdheid, de politieke leer.
• In deze periode:
 Industriële Revolutie
 Stoommachine werd uitgevonden
 Werd geplaatst op één plaats en mensen kwamen daar samen om te
werken = geboorte van fabrieken
 Urbanisatie (vb Chicago School) / verstedelijking
 Fabrieken stonden in de steden
 Mensen gingen naar daar verhuizen om te kunnen werken in
de fabrieken
 Bracht sociale problemen met zich mee (armoede,
slechte gezondheid) = wetenschappers wouden dit
onderzoeken
 Mensen leefden in slechte omstandigheden (werden uitgebuit door
hun werkgevers)  als gevolg kwam er een soort solidariteit onder
arbeiders en kwamen er opstanden
= Toen kwamen er mensen die deze situatie wetenschappelijk
wouden onderzoeken
 Opkomst van wetenschap als verklaringsmechanisme
 Nadruk op het sociale


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isanahuybrechts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added