Answer: Principe dat een handleiding in lijn moet zijn met een zichzelf geldende regel, zoals waarde norm of wet
7.
utilitaristisch
Answer: morele waarde van een handleiding afmeten aan de bijdrage die deze handleiding levert aan het algemeen nut
8.
sceptisch
Answer: het is aan iedere onderzoeker om ethiek te overwegen en kritisch te zijn
9.
deceptie
Answer: voorkomen van het achterhalen van het doel om gedrag beïnvloeding tegen te gaan
10.
nominaal
Answer: ( label van groep (jongens meisjes))
- geen vaste volgorde
- geen gelijke afstand
- geen absoluut nulpunt
Content preview
HOORCOLLEGES ONDERZOEKSPRACTICUM 1
Hoorcollege 1 – introductie
Kenmerken wetenschappelijke kennis
- Vastomlijnde methode
- Criteria:
o Systematische empirisme: manier om goed onderzoek te verrichten.
o Publieke verificatie
o Oplosbare problemen: niet alles valt op te lossen met wetenschappelijke
kennis in het dagelijks leven.
Onderscheid tussen kwalitatief & kwantitatief onderzoek
Patronen en fenomenen -> Theorieën ontwikkelen en toetsen m.b.t. deze
patronen en fenomenen
Soorten onderzoek 1
- Fundamenteel onderzoek (basic research): onderzoek dat primair bijdraagt
aan wetenschappelijke kennis. Het wetenschappelijk kennisbestand wordt
groter.
o Het onderzoek wordt uitgevoerd om psychologische processen beter te
begrijpen. Het is niet van belang dat de kennis meteen toepasbaar is.
- Toegepast onderzoek (applied research): hoe kunnen we iets aanpakken? In
praktijk toepassen van onderzoek.
o Dit soort onderzoek wordt uitgevoerd om oplossingen te vinden voor
problemen.
Zonder toegepast onderzoek kunnen we niet toepassen van het fundamentele
onderzoek. Ze vullen elkaar dus aan.
Sommige wetenschappers spreken nog van een derde onderzoeksoort, namelijk
evalutaion research/program evaluation. Dit soort onderzoek is erop gericht om,
met hulp van wetenschappelijke onderzoeksmethoden, de effecten van interventies
op gedrag te begrijpen.
Soorten onderzoek 2
- Beschrijvend onderzoek: hoe vaak vindt iets plaats?
- (Cor)relationeel onderzoek: hoe hangt iets samen?
- Experimenteel onderzoek: het achterhalen van causaliteit; het een
veroorzaakt het ander.
o Je manipuleert een onafhankelijke variabele, je wijst de participanten
aselect toe.
- Quasi-experimenteel onderzoek: onderzoeken die trachten een experimenteel
onderzoek te zijn, maar het kan eigenlijk niet. Conclusie is minder sterk want
er zitten veel meer verklaringen in de weg. Gaat vaak tegen ethiek in.
Doelen van onderzoek
Hangen samen met het soort onderzoek en omgekeerd.
1. Beschrijven van gedragspatronen, gedachten of emoties.
o Gedaan door beschrijvend onderzoek.
2. Voorspellen van gedrag. De voorspelling wordt aan de hand van
verschillende andere data geanalyseerd, om er zeker van te zijn dat de
voorspelling juist is.
o Gedaan door (cor)relationeel onderzoek.
3. Verklaren. Dit wordt gezien als het belangrijkste doel omdat wetenschappers
pas echt het gevoel hebben dat ze een fenomeen begrijpen als ze deze
, kunnen verklaren (gedaan door experimenteel onderzoek. Quasi-
experimenteel onderzoek probeert te verklaren, maar daarbij is het lastiger).
Soorten onderzoek
1. Beschrijvend
2. Correlationeel
3. Experimenteel
4. Quasi-experimenteel
Voorbeelden
Beschrijvend onderzoek: Hoeveel kinderen in Nederland worden mishandel? Wat
is de mening van de Nederlandse ouder over kinderopvang?
Expirimenteel onderzoek: Heeft het soort muziek op de achtergrond invloed op
het concentratievermogen van kinderen tijdens een leesles?
Quasi-expirimenteel: Is het gebruik van kalmerende middelen van invloed op het
tentamen? Heeft suikercomsumptie een effect op externaliserend probleemgedrag?
Relationeel onderzoek: Wat is de relatie tussen kenmerken van het
kinderdagverblijf en de sociale vaardigheden van kinderen? Voorspelt een hogere
leesvaardigheid een hogere rekenvaardigheid?
Operationaliseren: conceptuele definitie: omschrijft het begrip, als uit het
woordenboek.
Operationele definitie = hoe wordt het gemeten?
Begrip zoals bedoeld -> operationaliseren -> begrip zoals bepaald
Theorie
Een goede theorie voldoet aan 5 eisen:
1. Het beschrijven van causale relaties
2. Duidelijk, eenvoudig, logisch en consistent
3. Een aantal concepten en processen gebruiken om één verschijnsel te
beschrijven
4. Het genereren van toetsbare hypotheses om de theorie te kunnen toetsen
5. Het oplossen van een bestaande theoretische vraag
Als twee theorieën tegenstrijdig zijn kunnen ze nooit alle twee juist zijn.
- Strategy of strong interference: als de ene theorie juist is, is de andere
automatisch onjuist
Een theorie moet onderbouwd worden door empirische gegevens, terwijl een
vermoeden niet op iets concreets gebaseerd hoeft te zijn.
Theorie vs. Hypothese (Leary)
Het bewijzen van een theorie is logisch gezien onmogelijk, aangezien het bevestigen
van een hypothese die afgeleid is uit een theorie niet per se betekent dat de theorie
waar is. Eenzelfde resultaat zou ook kunnen passen in een andere theorie. Daarom
bestaan er ook vaak verschillende theorieën met betrekking tot hetzelfde onderwerp
naast elkaar.
Het falsificeren van een theorie is praktisch gezien onmogelijk. Als namelijk een
hypothese die afgeleid is uit een theorie wordt weerlegd, dan kan dat betekenen dat
de theorie niet klopt, maar ook dat het onderzoek niet juist is uitgevoerd.
, In de wetenschappelijke praktijk baseer je de geloofwaardigheid van een theorie niet
op éen onderzoek, maar op de resultaten van heel veel onderzoeken. Je baseert je
oordeel dan op wat de meeste onderzoekers concluderen.
- Meta-analyse; het samenvoegen van veel onderzoeken over een bepaald
onderzoek.
Bewijzen
Het logische probleem van empirisch bewijs. We kunnen een theorie niet logisch
bewijzen met empirische ondersteuning voor hypothesen, alleen falsificeren.
Weerleggen kan wel dmv bewijs.
Literatuur college 1
Een methode is wetenschappelijk wanneer het aan drie criteria voldoet:
(1) Empirisme. Het gebruik van observatie om conclusies te trekken. Het is
noodzakelijk dat de observaties systematisch van aard zijn.
(2) Verificatie. De onderzoeksresultaten van de ene onderzoeker moeten kunnen
worden geobserveerd, gerepliceerd en geverifieerd door andere onderzoekers.
(3) Oplosbare problemen. De wetenschap houdt zich alleen bezig met
oplosbare problemen
Wetenschappers richten zich op twee taken: het ontdekken en vastleggen van
nieuwe verschijnselen, patronen en relaties om die verschijnselen vervolgens te
ontwikkelen en te evalueren
- Soms is het niet mogelijk om op basis van een hypothese een onderzoek uit te
voeren omdat er nog geen theorie bestaat over het verschijnselen.
In dat geval is het beter om een onderzoek te ontwerpen om een verschijnsel
te beschrijven in plaats van hypotheses over het verschijnsel te testen.
Mensen kunnen vaak verklaringen voor gebeurtenissen vinden nadat deze
plaatsgevonden hebben (=post hoc explanations)
- Wanneer een theorie achteraf verschijnselen kan verklaren, zegt dit bijna niets
over de accuraatheid van de theorie
- Een theorie die van tevoren kan voorspellen wat er zal gaan gebeuren, zegt
wel veel over de juistheid van de theorie
� Wetenschappers bedenken hypothesen voordat zij data gaan verzamelen
(a priori)
Post hoc Hypothese voor gebeurtenis vinden ná de gebeurtenis
A priori Hypothesen opstellen vóór het verzamelen van data
Bij het afleiden van een hypothese wordt er gebruik gemaakt van deductie (dit is een
proces waarbij er van een algemeen voorstel (een theorie) een specifiek voorstel
(hypothese) afgeleid wordt)
- Een hypothese kan ook ontstaan door middel van inductie in dat geval wordt
een hypothese afgeleid van een verzameling feiten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkibruinen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.