1. Inzichten in de natuur van het erfelijk materiaal
De wetten van Mendel
• Gregor Johann Mendel
• Proef: overerving bij een erwtenplant
o Normaal zelfbestuiving → M. nam meeldraden en stamper van 2 ≠ erwtenplanten →
artificiële kruisbestuiving
o Ouder planten = P-generatie zijn ‘zuivere lijn’
o Discontinue in resultaten
o Bestuiving tot de F2-generatie
o P-generatie: gerimpelde en gladde zaden → monohybride kruising
o F1-generatie: enkel glad
o F2-generatie: 3 glad en 1 gerimpeld (= 3:1 ratio)
o Besluit: glad is dominant en gerimpeld is recessief
• 1) De uniformiteitswet: de 1e generatie van homozygote(=raszuiver) ouders vertonen het
dominante fenotype (= zichtbaar kenmerk)
2) De splitsingswet / wet der segregatie: bij de gameetvorming splitsen de
erfelijkheidsdeterminanten zich zodat de kans dat een gameet 1 v beide determinanten
bevat gelijk is
3) De onafhankelijkheidswet: de splitsing van erfelijkheidsdeterminanten bij de
segregatie van gameten is onafhankelijk van elkaar
Chromosomen zijn de dragers van erfelijke kenmerken
Walther Flemming
• Chromosoom = Chroma (=kleur) + soma (=lichaam)
• Beschrijving van de celdelingen → mitose
o Chromosomen splitsen in dochtercellen
Theodor Boveri
• Werkte verder op Flemming
• Spoelwormenexperiment
o bij maturatie vd eicel werd #chromosomen van 4 naar 2 → beschrijving van de meiose
o Splitsing van homologe chromosomen ≈ segregatie van allelen
o Onafhankelijke overerving indien kenmerken op ≠ chromosomen
• Zee-egelexperiment
o bewijs van haploïde ei- en zaadcellen (een volledige chromosomen set is diploïd na
de bevruchting)
1
,Walter Sutton
• Verfijnde het werk van Boveri
• Sprinkhanenexperiment:
o 11 chromosomen die je kan ordenen op grootte + 1 ongepaard geslachtschromosoom
o Willekeurige positionering van chromosomen in metafase
o Chromosomen gedragen zich onafhankelijk van elkaar → grote genetische variatie
Thomas Hunt Morgan
• Gaf bewijs voor de conclusie van (3 bovenstaande wetenschappers)
• fruitvliegjesexperiment
o Ontdekking van een mutatie die zich uitte op oogkleur verandering – wild type
o Overerving geslachtsafhankelijk
o P-generatie: vrouwtje rood oogig, mannetje wit oogig
o F1-generatie: allemaal rood → rood is dominant
o F2-generatie: 3:1 ratio en wit enkel bij de mannetjes → allel voor oogkleur is X
chromosoom gebonden
• Bewijs dat chromosomen de fysische drager van erfelijke info is
• Theorie van de chromosomale overerving
o = resultaat van bovenstaande onderzoeken
DNA is het ‘transforming principle’
Johann Friederich Mieser
• Samenstelling van witte bloedcellen onderzoeken
o Nucleïne: zure fosfaat (P)-rijke molecule; geen zwavel (S); proteolyse resistent
1 1
o Kern: 3 nucleïne en 3 EW
Phoebus Levene
• Verfijnen van de structuur
• Nucleïnezuur uit gisten
o Nucleotide: suiker, base (A: adenine, C: cytosine, G: guanine, T:
thymine) en P-groep
o Tetranucleotide hypothese: DNA zou bestaan uit gelijke
hoeveelheden van elke base
o Hieruit besloot hij dat DNA onmogelijk de genetische code kon
bevatten
o Hij dacht dat EW de genetische code bevatten
• Nucleotidenonderzoek belangrijkste
2
,Frederick Griffith
• The transforming principle
• Muizenexperiment
o (R)rough pneumokokken - ongevaarlijk en (S)smooth pneumokokken - gevaarlijk
o R levend + levende muis → R levend + levende muis
S levend + levende muis → S levend + dode muis
S dood + levende muis → S dood + levende muis
R levend + S dood + levende muis → S levend + dode muis
Avery, Mc Leod en McCarthy
• S bacteriën in vitro
o 3 proefbuizen met hittegedoode S bact :
1 behandeld met proteasen (= geen EW)
1 met ribonuclease (= geen RNA)
1 met deoxyribonucleasen (= geen DNA)
o Geen transformatie bij geen DNA
=> DNA is de transformerende factor
Alfred Hershey en Martha Chase
• Bacteriofaagexperiment
o Bacteriofaag: virussen die bacteriën kunnen infecteren door injectie van partikels die
nieuwe faagpartikels kan aanmaken – bevat dus hun genetisch materiaal
De vraag: injecteren ze EW of DNA
o Gebruik van radioisotopen: voor faagEW (want geen zwavel in DNA) wordt S35
gebruikt; voor DNA (want geen fosfaat in faagEW) wordt P32 gebruikt
o Stoffen in aparte proefbuizen met bacteriën erbij → worden gemengd (blender) zodat
faagshell van bacteriën gescheiden worden → centrifugeren
o Resultaat: EW in supernatant; DNA in bacteriën
=> DNA is de transformerende factor en dus de erfelijkheidsdrager
2. Een model voor de structuur van DNA
Erwin Chargaff
• A, T, G en C komen niet in gelijke hoeveelheden voor –
verwerpen van Levene’s hypothese
• De regel van Chargaff: A hoort bij T ; C hoort bij G ; purines
horen bij pyrimidines
3
, James Watson en Francis Crick - Rosalind Franklin en Maurice Wilkins VS Linus Pauling
• J. W. en F. C. : dubbele helix model – gebaseerd op X-straal diffractie resultaat van R. F.
• J. W. en F. C. maakten 3D modellen o.b.v. gekende moleculaire afstanden en
bindingshoeken – methode van L. P.
• L. P. toonde de α-helix structuur aan
• Watson en Crick hadden het meest correcte dubbele helix model
3. Het Centrale dogma
• Irreversibel (met enkele uitzonderingen)
4. Test jezelf
• Welke 3 historische experimenten waren essentieel om tot het inzicht te komen dat DNA
de drager is van het genetisch materiaal? – muizenexperiment, S bacterie in vitro en
bacteriofaagexperiment
• Hoe kan je radio-isotopen gebruiken om de aanwezigheid van bepaalde biomoleculen aan
te tonen? – radio-isotopen worden met een fluorescent gebonden en zijn op die manier
zichtbaat, ze fluoresceren
• Geef een voorbeeld van een experiment waarin radio-isotopen van bepaalde elementen
werden gebruikt om de rol van DNA als transforming factor aan te nemen? –
bacteriofaagexperiment
• Waarom was er zoveel sceptiscisme onder de wetenschappers omtrent de hypothese dat
DNA de ‘transforming factor’ was? –
• Op welke essentiële elementen baseerden Watson en Crick hun model voor de structuur
van DNA? – helix model en afstanden/hoeken van Pauling + X-straaldiffractie van Franklin
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ASTHK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.44. You're not tied to anything after your purchase.