Onderzoek en behandeling van taalstoornissen bij kinderen 2
Class notes
Onderzoek en behandeling van taalstoornissen bij kinderen 2 (Logopedie)
151 views 2 purchases
Course
Onderzoek en behandeling van taalstoornissen bij kinderen 2
Institution
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Taaltherapie voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen
Compleet collegedictaat bij het vak onderzoek en behandeling bij kinderen met taalstoornissen (en meertaligheid). Casussen en behandelingen worden besproken en diverse behandelingen bij verschillende leeftijdscategorieën. Daarnaast komen onderzoek, behandelplannen, behandeldoelen, behandelmateriaa...
Onderzoek en behandeling van taalstoornissen bij kinderen 2
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Logopedia
Reviews received
Content preview
OBTK2
Week A
- Toets: vaardigheidstoets. Een week voorafgaand aan de toets: een casus. Iedereen heeft
dezelfde casus, maar iedereen 1 ander leerdoel.
BIJV.: kind 2;8 maanden → leerdoel voor de één: breid de woordenschat uit, de ander moet iets
doen met taalbegrip, taalwoordenschat, zinsontwikkeling. Voor jouw leerdoel een behandeling
verzinnen, behandelmateriaal en werkwijze bepalen, dat neem je mee naar je toets. Je wordt in
tweetallen ingedeeld, je bent het kind voor de ander ook.
Tijdens de vaardigheidstoets laten zien:
- Verantwoorden mondeling waarom je voor het materiaal hebt gekozen wat je hebt meegnomen
en de werkwijze die je gaat laten zien. Daarbij geef je 3 passende argumenten: bijv.: bij deze
leeftijd dit en dit materiaal want het kind is jong, daarom kies ik voor driedementionaal materiaal
en niet voor een platte plaat…. Nadenken waarom je voor iets kiest en dat ga je vertellen.
- Professioneel communiceren, een duidelijke introductie van de oefening, je luistert actief, je past
je instructies en antwoorden aan op het begripsniveau van het kind (kind van 6 praat je anders
dan kind van 2), non-verbale reacties geven, je geeft tijd om informatie te verwerken en vragen
te stellen.
- Professioneel handelen: flexibel ingaan met gedrag van de cliënt, adequaat omgaan met
onverwachte gebeurtenissen, eigen handelen aanpassen om effectief te kunnen behandelen.
Flexibel omgaan met gedrag: vooraf situatie de cliënt krijgt een briefje met instructie dat je iets
moet doen op het moment… ook als de docent het zegt…. Iets manipuleren van de situatie. in
het moment flexibel omgaan met verandering van het gedrag cliënt (kind opstond… hoe ga je dit
regelen, was niet de bedoeling).
- Gebruikmaken taal, taal stimulerende interactievaardigheden… (VAT-principes), doelgericht
handelen, specifieke oefeningen hanteren die passend zijn bij het gestelde behandeldoel en het
niveau aanpassen waar nodig: als je merkt dat het kind alles kan wat je aanbied: stap hoger
zitten… Kind heel moeilijk vinden: ook stap lager kunnen inzetten. Voorbereiding behandeling:
niveau erboven en er onder voorbereiden.
- Behandeling positief afsluiten waarbij de cliënt precies weet wat hij heeft geleerd en wat hij thuis
gaat oefenen.
- Reflecteren op je eigen handelen: passend leerdoel voor jezelf geven ter verbetering behandeling
voor volgende keer. Niet iets noemen terwijl iets anders minder goed ging, bijv.: ik spreek altijd
te snel… dit ga ik als reflectiepunt noemen maar in behandeling ging het best goed – terwijl er
iets anders was dat niet goed ging. Je moet reflecteren op dat moment, hou er rekening mee dat
het anders kan lopen dan je had verwacht. Rekening mee houden.
- Cliënt: medestudent → moet in vorm van coaching een concreet en professioneel geformuleerde
feedback geven: sterk punt in de uitvoering (ik vond dat dit heel goed ging, dit prettig).
Formuleren van feedback op de ander. Krijg je ook punten voor.
Leerdoelen:
,- Op basis van diagnostische gegevens (welke testen afnemen tot diagnose komen) op basis van
die gegevens behandelplan schrijven voor taaltherapie. Centraal probleem daarmee formuleren
en hoofd-subdoelen formuleren en kiezen.
- Keuze kunnen maken bepaalde interventievorm, individueel, in groep werken… directe, indirecte
therapie… digitale interventie, zaken verantwoorden en onderbouwen
- Onderbouwd behandelplan voor 1 behandeling opstellen bij 1 gegeven casus
- De gekozen hoofd en Subdoelen aanpassen aan het individuele kind
- Geschikt materiaal selecteren voor de behandeling en onderbouwen waarom je voor dat
materiaal kiest
- Behandeling met cliënt uitvoeren
- In de behandeling een taalstimulerende interactiestijl hanteren
- Reflecteren op de behandeling (minder sterke/sterke punten in de interactie benoemen)
- Geschiktheid van het gekozen materiaal beoordelen
- Onderbouwen wat de volgende stap is in de behandeling.
Anamnese gesprek NL/meertalige cliënt:
Vermoedens logopedie: anamnesegesprek voeren… bepalen welke vragen stellen. Relevante
gegevens verzamelen uit anamnese.
Benoemen welke kenmerken bij STOS en bij STOS-meertalige kinderen typerend zijn. –
morfosyntaxis
MORFOLOGIE: verbuigen van woorden en werkwoorden (syntaxis – zinsontwikkeling
Basis anamnese gegevens: welke taaltest afnemen bij Nederlandstalige- en meertalige
kinderen
Diagnostische instrumenten voor de taalontwikkeling: welke testen zijn er allemaal die je
kan gebruiken om te testen
Uit de casus de juiste keuze maken, verantwoord en onderbouwd en je onderzoeksplan
schrijven. Vragen gesteld a.d.h.v. casus, op basis daarvan kiezen welke testen je gaat
afnemen. Dit is wat je onderzoeksplan inhoudt.
Welke gegevens zijn nodig voor de indicatie passend onderwijs – op grond van logopedische
diagnostische gegevens aangeven of het kind hiervoor in aanmerking zou komen.
Communicatieve functies van kinderen: Herkennen en op basis van Anamnesegegevens:
onderzoeksplan opstellen voor een meertalig kind.
Onderzoeksplan:
In stage: uitgebreid, bron en literatuuronderbouwing aangeven. Beginnen met het kunnen bedenken
op basis van de gegevens uit de anamnese: welke testen moet ik afnemen.
We houden over:
Wat kan allemaal mis zijn bij een kind.
Wat is wat je snel merkt bij kinderen… als ze beginnen met spreken. Wat valt op?
ANAMNESE
- Hoe is de taalontwikkeling verlopen : Je vraagt naar de taaluitingen. m.a.w. de zinsontwikkeling
en de woordontwikkeling.
, Je vraagt:
Hoe oud was het kind dat het eerste woordje kwam
Hoeveel woordjes kan mijn kind op dit moment.
- Je vraagt naar de woordenschat. Deze kan je op 2 manieren onderzoeken:
n.l.: actieve en passieve woordenschat. De woorden die je weet.
Passieve woordenschat meten:
Peabody.
Woordenschat – valt onder semantiek.
Actieve woordenschat meten:
Schlichting test voor taalproductie
1. Zinsontwikkeling
2. Woordontwikkeling actieve woordenschat
Als we kijken naar een kind: altijd iets weten over de woordenschat.
Woordenschat= de bepaler van een heleboel. Lage woordenschat = geen lange zinnen maken. Passief
een lage woordenschat hebben: je begrijpt het ook allemaal niet. Die moet je passief en actief
onderzoeken:
Peabody Picture Vocubalary test: PPVT → PPVT (passief)
Woordontwikkeling Schlichtingtest voor taalproductie (Actief: - WO > STTP)
- Zinnen onderzoeken: (grammatica – komt voor in zinnen). Zinsontwikkeling.
Hoe onderzoeken?
Passieve en actieve zinnen
Passieve zinnen: begrijpen van zinnen
Schlichtingtest voor taalbegrip (zinnen passief) eerst een paar woordjes maar gaat snel over
naar de zinsontwikkeling.
Actief: Schlichtingtest voor taalproductie zinsontwikkeling
Uitgaan van deze testen.
Wat nog meer onderzoeken?
- Articulatie m.a.w. de spraak
Nederlands articulatie onderzoek (NAO) + Metaphon
Fonetisch = NAO > het zit op het laagste niveau in de spraak. (Model Ellis en Youngh) het
uitspreken is op het niveau van fonetisch. Je bent op zoek naar welke articulatoren nodig zijn om
de klanken te maken (als het daar mis mee gaat heb je te maken met een fonetisch probleem)
Fonologisch = Metaphon > de klankregels die horen bij de klanken fonologisch. Je bent in
staat om met je mond de klanken te maken je weet wel waar je de tong moet plaatsen en wat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Logopedia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.38. You're not tied to anything after your purchase.