Samenvatting van module 6 "Literatuur van 1900 tot 1940" uit het boek Laagland, literatuur & lezen (4e editie) voor 4/5/6 VWO. In de samenvatting worden de begrippen uitgelegd (soms met behulp van voorbeelden, ook worden de meeste opsommingen overzichtelijk genoteerd door middel van bullet points. ...
Laagland
1.1 Eerste wereldoorlog
Het nationalisme en imperialisme veroorzaakte spanningen → tijdperk van de gewapende vrede
↳ Aartshertog Frans Ferdinand te Sarajevo vermoord = aanleiding Eerste Wereldoorlog, loopgravenoorlog
waarbij chemische wapens werden gebruikt → leidt tot morele ontreddering.
Werd in Vlaanderen en Noord-Frankrijk uitgevochten.
1918, in Duitsland wordt de republiek uitgeroepen. De Duitse keizer vluchtte naar Nederland en er kwam
een wapenstilstand. In 1919 werd in Versailles definitief vrede gesloten.
Centralen: Neutralen: Geallieerden:
Duitse Rijk Nederland België
Oostenrijk-Hongarije Frankrijk
Bulgarije Verenigd Koninkrijk
Verenigde Staten
1.2 Totalitaire staten
Na de Eerste Wereldoorlog is het interbellum (= tussen twee wereldoorlogen in, 1918-1940). In deze
crisissfeer ontstond een periode waar de democratie en het individualisme onder druk kwamen te staan.
Totalitaire staten heerst een systeem waarbij de staat het gehele leven (ook privé) van de burgers
beheerst. In zo'n staat is:
- Slechts één politieke partij toegestaan
- Één officiële erkende politieke ideologie
- Gebruikt geweld tegen de eigen burgers
- Goed functionerende geheime politie
- Grondrechten en vrijheden ontbreken
- Vrijheid van meningsuiting of democratie zijn onbestaanbaar
De Sovjet-Unie (Communisme), Duitsland (nationaalsocialisme) en Italië (fascisme) waren duidelijke
voorbeelden van totalitaire staten. In Spanje grepen reactionaire militairen de macht.
1917 → Russische tsaar wordt afgezet. In november namen de bolsjewieken onder leiding van Lenin de
macht over (Russische revolutie). Lenin vestigde de dictatuur van het proletariaat en beloofde vrede, arbeid
en brood. Hij werd opgevolgd door Stalin.
In Italië kwam Mussolini (de 'Duce') en zijn fascistische beweging (= een leider krijgt al het staatsgezag en
de staat wordt hoger gesteld dan het individu) aan de macht.
In Duitsland was Adolf Hitler de leider va het nationaalsocialisme. Deze beweging steunde op een grote
groep ontevreden burgers. Hitler's programma was antisocialistisch, antidemocratisch, anti-individualistisch
en hij propageerde een rassenleer.
↳ Economische crisis zorgde voor toename werkloosheid → ontevredenheid neemt toe
, 1.3 Nederland
1917 → een belangrijke grondwetswijziging wordt doorgevoerd.
↳ Algemeen mannenkiesrecht (1919 ook vrouwen) en de gelijkstelling van openbaar en bijzonder lager
onderwijs.
In de industrie werden ongeschoolde arbeidskrachten tegen lage lonen aan het werk gezet. Zij werkten met
eenvoudig te bedienen machines, waarvan ze een soort verlengstuk werden. De basis was gelegd door de
massaproductie van goederen.
Economische crisis (1929) → leidde wereldwijd tot koopkrachtverlies en werkloosheid.
In Nederland kwam de NSB onder leiding van Anton Mussert op.
1.4 Massacultuur en moderniteit
Ontgoocheling en morele ontreddering door de oorlog → leidt tot cultuurkritiek (= angst voor de massa en
het verlangen de bedreigde individualiteit te beschermen). Onder intellectuelen, schrijvers en kunstenaars
was de cultuurkritiek algemeen, inclusief de daarbij aansluitende afwijzing van de massacultuur. Een aantal
had een elitair, soms antidemocratisch levensbesef. De stad was voor hen een bedreiging: een monster
van staal en beton met hoogbouw, een plek vol gevaar en anonimiteit.
De massacultuur was een uitvloeisel van de moderniteit. Het moderniteitsproces van de 19e eeuw, zette
in de 20e eeuw door, de massacultuur hoorde bij:
- Grootstedelijke leven (metropolen)
- Grootindustrie
- Kapitalisme
Technologische veranderingen die horen bij de moderniteit (vliegtuigen, auto’s en machines) met de
ontgoocheling en ontreddering door de eerste wereldoorlog leidden tot twee reacties:
Cultuurkritiek
Positief omarmen van vernieuwingen:
- Economische impuls van industriële productie
- Voor veel mensen was de grote stad een plek van vrijheid, mogelijkheden, kansen en bevrijding uit de
knellende, traditionele banden
- Revolutie had fotografie bewerkstelligd kreeg vervolg in de film met artistieke praktijk van montage
- Nieuwe dansvormen (charleston)
- Nieuwe muziek (jazz)
- Vrijere omgangsvormen tussen mannen en vrouwen
2.1 Psychoanalyse
1900 → Die Traumadeutung van Weense psychoanalyticus Sigmund Freud. De analyses van dromen had
Freud tot het inzicht gebracht dat het overgrote deel van het menselijk gedrag bepaald wordt door het
onbewuste:
- Onbewuste verlangens
- Driften
- Obsessies
- Impulsieve reacties
- Irrationele gedachten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberlygroen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.