• De
rol
van
de
mm.
intercostales
is
afhankelijk
van
het
al
dan
niet
fixere
van
de
eerste
rib
(inspiratie)
of
van
de
twaalfde
rib
(expiratie)
• De
rol
van
de
mm.
scalenii
en
m.
sternocleidomastoideus
is
het
fixeren
van
de
eerste
rib
bij
(geforceerde)
inspiratie
• De
rol
van
de
m.
quadratus
lumborum
is
het
fixeren
van
de
twaalfde
rib
bij
(geforceerde)
expiratie
• De
rol
van
de
m.
transversus
thoracis
is
het
detraheren
van
de
ribben
t.o.v.
het
sternum
(expiratie)
, • Mm.
serrati
posteriores
superiores
→
inspiratie
• Mm.
serrati
posteriores
inferiores
→
expiratie
• Mm.
levatores
costarum
→
inspiratie
• M.
pectoralis
major
→
(geforceerde)
inspiratie
• M.
pectoralis
minor
→
(geforceerde)
expiratie
• M.
serratus
anterior
→
(geforceerde)
inspiratie
• Mm.
obliqui
abdominis
→
(geforceerde)
expiratie
• M.
rectus
abdominis
→
(geforceerde)
expiratie
Ademhalingsspieren
zitten
dus
“overal”!
Luchtwegen
in
‘generaties’
• Trachea
• Hoofdbronchiën
o 1e
generatie
• Kwabsbronchiën
o 2e
generatie
(rechts
3,
links
2)
• Segmentale
bronchiën
o 3e
generatie
(rechts
10,
links
9)
• Grote
subsegmentale
bronchiën
o 4e
generatie
• Kleine
subsegmentale
bronchiën
o 5e-‐9e
generatie
Tot
dit
niveau
toegerust
met
kraakbeen!
• Bronchioli
o 10e-‐13e
generatie
• Bronchiolus
terminalis
o 14e-‐15e
generatie
• Bronchiolus
respiratorius
o 15e-‐16e
generatie
• Na
meer
dan
16
generaties
luchtwegen,
begint
tot
de
23e
generatie
het
‘ademend
oppervlak’
van
de
long
met
alveoli
,Bij
actieve
uitademing
(dus
ook
bij
hoesten,
niezen,
schreeuwen
e.d.)
en
ook
bij
actieve
inspiratie
kunnen
de
bronchiën
door
het
verschil
tussen
intrapleurale
(‘buiten’)
en
intrapulmonale
druk
(‘binnen’)
collaberen,
daarom
zijn
ze
verstevigd
met
kraakbeen.
‘Forced
expiration
techniques’
• Hoesten
o Tot
4e
generatie
• Huffen
o Tot
9e
generatie
In
combinatie
met
mucus
oplossende
middelen
c.q.
technieken
“Hulphoudingen”
• Bij
orthopneu
• Steunen
van
de
armen
• Armen
heffen
(liggend)
• Tegen
muur
steunen
,BMD.CO.2
Gaswisseling
en
gastransport
2
Energieverbruik
en
O2-‐opname
Alveoli
=
longblaasjes
Compliantie
=
rekbaarheid
van
de
longen
Dode
ruimte
=
wat
je
niet
gebruikt
In
het
gebied
van
uitwisseling
kan
een
probleem
zitten
(diffusieprobleem),
maar
ook
in
het
gebied
van
luchtverplaatsing
(aan-‐
en
afvoer),
bijvoorbeeld
door
te
veel
slijm.
,
Inademing
Uitademing
Het
diafragma
is
voor
een
groot
deel
verantwoordelijk
voor
het
in-‐
en
uitademen.
Het
vergroot
en
verkleind
de
ruimte.
Door
de
ruimte
groter
te
maken,
ontstaat
er
een
onderdruk.
Zo
wordt
de
lucht
aangezogen
van
buiten.
Hierna
veert
de
borstkas
terug
en
daardoor
ontstaat
er
weer
een
hoge
druk
en
wordt
de
lucht
naar
buiten
geperst.
Uitademen
kan
in
principe
passief.
Wet
van
Boyle:
p
x
V
=
C
C
=
constante
voor
het
soort
lucht
Drukvariaties
• Alveolaire
druk:
druk
in
de
long(blaasjes)
• Intrapleurale
druk:
druk
in
de
pleuraholte
(tussen
de
longvliezen)
De
pleura
pulmonalis
gaat
tijdens
de
ontwikkeling
tegen
de
pleura
thoracalis
zitten.
Tussen
deze
vliezen
zit
een
dunne
film.
Dit
bevat
water,
eiwitten
en
fosfolipiden.
Het
longweefsel
is
elastisch
en
wil
daarom
eigenlijk
naar
binnen
veren.
Omdat
de
vliezen
tegen
elkaar
zitten
gebeurt
dat
dus
niet,
maar
de
ruimte
wordt
wel
een
beetje
groter.
Hierdoor
ontstaat
er
een
negatieve
intrapleurale
druk.
Bij
inademen
wordt
deze
druk
nog
negatiever.
, Bij
24
weken
tijdens
de
ontwikkeling
wordt
sufactance
geproduceerd
die
de
oppervlaktespanning
een
beetje
verlaagd.
Pneumothorax:
Vitale
capaciteit
is
de
hoeveelheid
lucht
die
na
een
maximale
inspiratie
maximaal
kan
worden
uitgeademd.
Een
druk-‐volumediagram
kun
je
maken
door
te
meten
met
een
spirograaf:
Je
kunt
nooit
alles
uitademen,
er
blijft
altijd
een
restvolume
over
dat
gebruikt
wordt
voor
de
gaswisseling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvanderlinden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.