Deze samenvatting is geschreven door Roos van de Glind voor het tentamen "woordvoerder". De samenvatting bevat hoofdstuk 6, 7, 10 t/m 16 met een klein gedeelte h17. Ik zit op de hogeschool Arnhem Nijmegen, in mijn eerste leerjaar.
- De uniforme massa van vroeger is het pluriforme en veelkoppige publiek van nu.
- Massacommunicatie openbare communicatie.
- Publiek = verzameling publieksgroepen (audiences).
- Verspreiden van boodschappen die elk individueel lid van een publieksgroep zou
kunnen ontvangen.
Modern publiek:
- Geen vaste sociale klasse & bevolkingsgroep heterogeen & pluriform:
veelkleurig en veelsoortig en heeft geen vaste samenstelling.
- Segmenteren: het onderverdelen van publieksgroepen op basis van bepaalde
kenmerken.
o Marktsegmentatie: kenmerken van een concrete publieksgroep beschrijven
(leeftijd, sekse, opleiding, inkomen en woonplaats/-gebied).
- Publieksgroepen ordenen:
o Beroepsuitoefening: zakenlui, ambtenaren, fabrieksarbeiders, winkeliers,
studenten.
o Mediagebruik: krantenlezers, bioscoopbezoekers, televisiekijkers,
radioluisteraars, gamers, sociale-mediagebruikers.
o Aard van hun zakelijke relatie: consumenten, leveranciers, aandeelhouders,
branchegenoten.
Publieksgroepen en doelgroepen:
- Groeiend & gedifferentieerder aanbod van mediaproducten en informatieproducenten
Gevolg mensen nemen steeds minder kennis van dezelfde informatie en worden
publieksgroepen kleiner en heterogener.
- Per concrete situatie jouw specifieke publieksgroep omschrijven.
- Publieksgroep: is altijd aanwezig, gevraagd of ongevraagd mee te maken.
- Doelgroep: kies je als organisatie om contact mee te krijgen met het doel: bereiken &
invloeden.
- Een organisatie kiest een doelgroep en een publieksgroep kiest een
organisatie.
,Publieksgroepen en doelgroepen in de mediawereld:
- Publieksgroep journalist = de lezers, luisteraars of kijkers.
Publieke opinie:
- meningen van belangrijke groepen met een uiteindelijke gemeenschappelijke
publieke mening = publieke opinie.
- Publieke opinie wordt achterhaald door een opinie onderzoek.
Opiniepeiling wordt gebruikt om erachter te komen hoe belangrijke
publieksgroepen over een bepaalde kwestie denken.
- 3 vaste stappen van het in kaart brengen van de publieke opinie:
1. Het selecteren van informatie over een bepaald onderwerp.
2. De informatiewerking.
3. Het tot stand komen van meningsvorming.
, H7: DE MEDIABOODSCHAP
Tekens & codes:
- Met behulp van een code kun je het verband tussen teken & betekenis leggen.
- Iedere boodschap bevat meerdere tekens en betekenislagen die op meerdere
manieren kunnen worden geïnterpreteerd.
- Coderen: persoonlijke gedachten omzetten in een aantal tekens die voor andere te
begrijpen zijn. (zender)
- Decoderen: het ontcijferen van tekens uit een mediaboodschap (ontvanger)
Verschillende soorten tekens:
- 4 soorten tekens:
1. Signalen & symptomen: onpersoonlijke, op maatschappelijke afspraken
gebaseerde tekens en persoonlijke, onbewust afgegeven tekens.
VB signaal Rood licht bij stoplicht.
VB symptoom uit zenuwen nagelbijten.
2. Iconen: tekens die bestaan dankzij de gelijkenissen met ander teken.
VB icoon emoticons, pasfoto op je rijbewijs. (gekenmerkt door een
gelijkenis: emoticon lachend, je lacht.)
3. Indices: indexicale tekens die de aandacht vestigen op iets anders.
VB indices een plas op straat verwijst naar een eerdere regenbui, ‘waar
rook is, is vuur’.
4. Symbolen: figuurlijke tekens die een ander complex of abstract begrip vervangen.
VB Symbolen complex begrip “liefde” hartje / christelijk kruis
kruisiging van Jezus.
De vier aspecten van de boodschap:
- Referentieel: ‘zakelijke inhoud van een tekst’. VB: stoel verwijst naar een object
dat we allemaal kennen. Het uitwisselen van informatie & argumenten en het
begrijpelijk formuleren van de inhoud.
- Expressief: ‘De persoonlijke uitdrukking van de zender’. Het zacht, hard, leuk,
boos, langzaam of snel uitspreken van woorden. Zegt weinig over de inhoud,
maar veel over je eigen intentie / over je bedoeling. (kan ook in de vorm van een
foto / schillderij).
- Relationeel: ‘De manier waarop de zender de ontvanger toespreekt, met u of jij’.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvandeglind. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.