- HOC 1: Inleiding, heuristieken (oordeelsfouten) & psychodiagnostisch proces
- HOC 2: Meetinstrumenten
- HOC 3: Ontwikkelingsstoornissen (autisme & ADHD)
- HOC 4: Psychose, stemmingsstoornissen en verslaving
- HOC 5: Persoonlijkheidsstoornissen
- HOC 6: Casusles
- HOC 7: Neurodegeneratieve aandoeningen en psychische stoornissen bij ouderen
, HOC 1: Inleiding, heuristieken & psychodiagnostisch proces
Inleiding
Psychodiagnostiek:
Begrijpen wat er aan de hand is. Analyseren van gedragingen, gevoelens en gedachten om
hun gedrag te begrijpen.
Definitie psychodiagnostiek (Houben):
Procesmatige oordeelsvorming in interactie tussen cliënt en clinicus m.b.t. psychische
dysfuncties of gedragsmoeilijkheden en sterktes, met wetenschappelijke basis & met
relevante aanwijzingen voor therapie.
Heuristieken (oordeelsfouten)
Doel psychodiagnostisch proces: begrijpen wat er aan de hand is met de cliënt.
Clinicus oordeelt over:
- Is er problematisch gedrag?
- Is er een stoornis?
- Nood aan behandeling?
Mensen maken beslissings-/oordeelsfouten
Cliënt is niet altijd objectief & psychologische tests zijn geen ultieme waarheden.
Heuristiek:
Op ervaring gebaseerde, verkorte beslissingsroute die vaak, maar niet altijd tot correcte
uitkomsten leidt & meer efficiënt beslissen.
Risico op bias of oordeelsfouten
= Vertekening in oordelen voordat alle relevante info bekend is.
2 types oordeelsfouten:
1) Geheugenheuristieken (wat je je herinnert)
o Beschikbaarheidsheuristiek (hoe gemakkelijk je info kan herinneren)
o Simulatieheuristiek (hoe gemakkelijk je je iets kan voorstellen)
o Verankering en aanpassingsheuristiek (beginoordeel wordt ankerpunt)
, o Positieve teststrategie en confirmation bias (enkel je hypothese testen)
2) Aandachtsheuristieken (wat je aandacht trekt)
o Representativiteitsheuristiek (hoe vergelijkbaar met typisch voorbeeld)
o Prototypes (typisch voorbeeld o.b.v. eerdere ervaringen)
Geheugenheuristieken: (info die je je makkelijk herinnert)
- Beschikbaarheidsheuristiek
Beslissen o.b.v. hoe makkelijk informatie beschikbaar is of je het je herinnert.
- Frequentie
- Bekendheid of vertrouwdheid
- Opvallendheid of levendigheid (salliantie)
- Recency effect
Vb. psycholoog die gespecialiseerd is in ADHD -> sneller ADHD zien
- Simulatieheuristiek
Toekomstige gebeurtenis waarschijnlijker vinden o.b.v. hoe gemakkelijk je het voor de geest
kan halen / het je voorstellen.
- Verankering & aanpassingsheuristiek
Niet afwijken van een beginoordeel ten koste van andere relevante info.
Vb. verwijsbrief van arts
- Positieve teststrategie & confirmation bias
Neigen eigen ideeën te bevestigen. Vooral info zien die je hypothese bevestigt.
Testen afnemen waarvan je denkt dat je het je hypothese zal bevestigen en geen testen die
alternatief zouden bevestigen.
Risico: overconfidence
Oplossing: falsifiëren (zoeken naar je eigen ongelijk)
Vb. Wason’s Card Selection Task
Aandachtsheuristieken (info die je aandacht trekt)
- Representiviteitsheuristiek
Hoe vergelijkbaar met een typisch voorbeeld.
Vb. intelligent & uitgesproken mening -> bankbediende of bankbediende en feminist?
, - Prototypes
Gebaseerd op eerdere ervaringen.
Voorbeelden van typische representaties van een stoornis. Prototypische cliënten.
Oordeelsfouten:
- Halo-effect: globale indruk kleurt overige observaties
- Recency-effect: meest recente krijgt meer gewicht
- Primacy-effect: eerst gehoorde krijgt meer gewicht
Heuristieken kunnen leiden tot oordeelsfouten.
Klinische intuïtie:
Automatisch beslissen zonder verder na te denken (vaak o.b.v. ervaring).
Efficiënt, maar risico op verkeerde beslissingen.
Intuïtie is nuttig om hypothesen te genereren, MAAR belang van hypothesen toetsen.
Beter oordelen en beslissen:
- Systematisch werken: wetenschappelijke en statistische methoden, evidence based.
- Logica: o.b.v. abstracte regels (niet inhoud). Deductie (specificeren) is geldig, maar
inductie (veralgemenen) & abductie (terug redeneren vanuit conclusie naar
premissen) zijn niet geldig.
- Kansrekening: Let op! Houd rekening met prevalentie & testen zijn niet 100% correct.
Formule van Bayes: kans op een stoornis, gegeven een testresultaat (+ of -).
Sensitiviteit: Kans test positief bij wie de stoornis heeft (terecht bevestigen).
o (aanwezig & positief / aanwezig)
Specificiteit: Kans test negatief bij wie de stoornis niet heeft (terecht verwerpen).
o (aanwezig & negatief / niet aanwezig)
Manieren om oordeelsfouten te vermijden (de-biasen)
Heuristieken & intuïtie zijn onvermijdelijk -> manieren om automatische processen te sturen.
1) Voorlichting:
o Bewust zijn van mogelijke redeneerfouten (kennis omtrent literatuur)
o Standaard om mee te vergelijken (vb. DSM)
o Kennis over psychometrische kwaliteit van testen (sensitiviteit en specificiteit)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stienhansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.