100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafrecht 3 8 meebehaald! $7.95
Add to cart

Summary

Samenvatting Strafrecht 3 8 meebehaald!

 91 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige duidelijke samenvatting van alle hoorcolleges met standaardjurisprudentie, aangevuld met stof uit het boek.

Preview 4 out of 66  pages

  • Yes
  • June 5, 2023
  • 66
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Strafrecht 3

Aard en doel van de strafvordering
Hoofddoel van strafproces  verzekeren juiste toepassing materieel strafrecht. Dit doel is
tweedelig: bestraffen schuldigen EN voorkomen bestraffen onschuldige.
- Voorkomen bestraffen onschuldige weegt zwaarder (‘wettig en overtuigend bewijs’).
In NL kennen wij het dubio pro reo-beginsel = de verdachte krijgt het voordeel van
de twijfel van de rechter. Rechter mag alleen het feit o.g.v. art. 338 Sv bewezen
verklaren als hij zelf de overtuiging heeft dat het feit door verdachte is begaan.
- 1 van de waarborgen is het toekennen van het recht aan verdachte om zich te
verdedigen. Dit verkleint de kans op onjuiste beslissingen.

Nevendoelen:
1. Eerbiediging rechten en vrijheden verdachte  Voorkomen dat strafrechtelijke
vervolging een disproportionele inbreuk maakt op vrijheid van betrokken burger.
a. Bijv. zwijgrecht, cautie art. 29 sv. Verdachte moet op zijn zwijgrecht worden
gewezen.
b. Niet meewerken aan eigen veroordeling = nemo tenetur.
c. Limitering voorarrest, verdachte mag niet langer in voorarrest dan de
daadwerkelijke straf voor het delict.
2. Eerbiediging rechten en vrijheden anderen  voorkomen moet worden dat de
inbreuk op burgers die niet zelf verdacht worden disproportioneel is.
a. Bijv. beperking getuigplichten (je mag je verschonen in aantal
omstandigheden) en slachtoffer als benadeelde.
3. Procedurele rechtvaardigheid  voor partijen van belang zodat zij hun zegje
kunnen doen. Verdachte o.a. moet naar voren kunnen brengen wat hij van belang
acht. Mensen willen worden betrokken bij en inspraak hebben in beslissingen die hun
raken.
a. Bijv. recht op laatste woord of spreekrecht slachtoffer.
b. Is er wel rechtvaardigheid bij spreekrecht slachtoffer? Want er moet een
verdachte zijn, die kan ook worden vrijgesproken.
4. Demonstratiefunctie  de terechtzitting dient openbaar te zijn. Het gaat hier om het
publiek, niet zo zeer de partijen. Maakt publieke controle op de berechting mogelijk
en vormt daarmee waarborg tegen willekeurige bestraffing. ‘not only must Justice be
done, it must also bes een to done’.

Vaststelling schuld
t.a.v. hoofddoel: bestraffing schuldige  is deze persoon schuldig?
- We kijken naar materiele waarheid, dit staat centraal  de rechter moet kunnen zien
en vinden o.g.v. bewijsmateriaal, anders dan alleen bekentenis, dat er schuldigheid
bestaat!  wat op ott niet aan bod is gekomen, mag niet gebruikt worden voor
bewijs.
- Omvang onderzoek is evt. afhankelijk van procesopstelling. Wanneer er bekend
wordt, hoef je niet alles uit de kast te halen. Wanneer verdachte alles ontkent, is er
meer nodig. Bijv. getuigen verklaren.
- Illustraties oriëntatie op materiele waarheid;
1. Actieve rol rechter = hij doet de ondervraging*
2. Magistratelijke rol OM =*
3. Regeling rechtsmiddelen* = de materiele waarheid is zo belangrijk dat we graag
mogelijkheid openzetten voor een 2e feitelijke instantie.

Rechtsmiddelen*
Hoger beroep  nieuwe behandeling. Compleet opnieuw doen van de zaak. Is van groot
belang i.v.m. materiele waarheid. We hebben ruim hoger beroep.


1

,Cassatie  i.b. art. 79 RO, maar nu ook van belang art. 80a RO en daarmee materiele
waarheid.

Als een uitspraak verkeerd blijkt te zijn, staat deur op klein kiertje...
I. Herziening ten voordele art. 457 Sv je breekt een onherroepelijke strafzaak open.
Als je erachter komt dat een onschuldige vastzit, dan wil je er wat aan kunnen doen
om diegene vrij te krijgen.
a. Er moet sprake zijn van een novum.
b. Arrest dronken boer  twee broers rijden in een auto, de ene broer zonder
rijbewijs reed. Ze deden alsof de broer met rijbewijs achter het stuur had gezeten.
Die had wel te veel gedronken en werd veroordeeld wegens doorrijden na
ongeval en onder invloed. Toen de zaak onherroepelijk was, kwamen de feiten
aan het licht. Dit zorgde voor een herziening.

II. Herziening ten nadele  iemand is onherroepelijk vrijgesproken (kracht van
gewijsde), maar toch hebben we de mogelijkheid die open te breken o.b.v. grote
belangen. We vinden het in beginsel minder belangrijk dat een schuldige vrij
rondloopt, dan een onschuldige vast zit. Daarom is deze herziening beperkter
geregeld. Moet sprake zijn van nova of falsa art. 482a Sv  Zie lid 3 is sprake van
nova als het gaat om een geloofwaardige bekentenissen van verdachte of
‘medeverdachte’ of resultaten van een technisch onderzoek.
a. Bijv. valse verklaringen.
b. Voor levensdelicten biedt de wet art. 482a Sv. Materieel waarheid krijgt voorrang.

In rechtstaat worden de verhoudingen tussen overheid-burger beheerst door de rule of law.
De overheid staat niet boven de wet, maar is daaraan onderworpen.

Twee straf procesmodellen

I Inquisitoir procesmodel
= dit model wordt geassocieerd met de pijnbank. Belangrijkste elementen zijn: de rechters
hebben een actieve rol bij het onderzoek van de zaak. Zij oordelen daarbij o.b.v. materiële
waarheid. Van een partijenproces is geen sprake, vervolging en berechting is namelijk in 1
hand. Dus aanklager en rechter tegelijk. Verdachte is bovendien geen procespartij met eigen
rechten, maar het voorwerp van onderzoek.
In Nederland
- Actieve rol rechter  hier zie je inquisitoir strafproces terug. De rechter begint met de
ondervraging/verhoren van getuigen/partijen. Hierbij is ook materiele waarheid van
belang.
- Zijn wel meer contradictoir geworden door EHRM
- Magistratelijke rol OM  OM komt uit inquisitoir stelsel. Magistratelijk betekent dat
het OM behoort tot de staande rechtsmacht. Oorspronkelijk was het een verlengstuk
van rechter. Nu zijn ze de leider van opsporing en belast met OM-afdoening. Ze zijn
baas van het proces (=dominus litis), want de rechter maakt de tll niet dat doet het
OM.
- De magistratelijke rol van OM blijft. OM draagt verantwoordelijkheid voor juiste, met
materiele waarheid overeenstemmende, uitkomst van strafproces, dus ook
voorkomen dat onschuldigen worden gestraft. Bijv. regeling kennisneming
processtukken art. 30 e.v. Sv.

II Accusatoir procesmodel
= voornamelijk VK en VS. Het geding wordt gezien als een conflict tussen 2 partijen. Beide
procespartijen gaan o.b.v. gelijkwaardigheid de strijd met elkaar aan. Uiteindelijk winst of
verlies. De strijd wordt gevoerd ten overstaan van een rechter, die zich afzijdig houdt. Hij


2

,beslist o.b.v. het geen procespartijen aandragen. Verdachte wordt als volwaardige
procespartij erkend, hij heeft recht om over dezelfde wapens te beschikken als wp.
In Nederland
In NL accusatoire trekken doordat verdachte als volwaardige procespartij wordt erkend.
Ook zijn we dit meer geworden door EHRM, door tikjes op de vinger of interpretatie van
arresten van EHRM.

Inleiding EVRM
Iedere burger die meent dat zijn EVRM-verdragsrechten zijn geschonden, en die niet bij
nationale rechter gelijk kon halen, kan een klacht indienen bij EHRM. Het EVRM is van de
‘raad van Europa’ (47 lidstaten). Klein Europa (lees Europa) zijn 27 lidstaten en kent o.a. het
Handvest.
Doel EVRM = verzekeren van daarin opgenomen fundamentele rechten en vrijheden.
Beperkingen alleen toegestaan indien wet dat zegt.
- Art. 5 EVRM recht op vrijheid/veiligheid  vooral van belang voor regeling
voorlopige hechtenis.
- Art. 6 EVRM Recht op een eerlijk proces  eenieder die vervolgd wordt wegens
strafbaar feit heeft recht op eerlijk proces. Ziet zowel op openbaar eindonderzoek, als
vooronderzoek en hoger beroep.
- Art. 8 EVRM recht op privéleven  vooral op terrein van dwangmiddelen en
opsporingsmethoden.

Kenmerken jurisprudentie EHRM
a. Veroordeling van de staat  De verdragsstaat staat terecht, omdat die zich als
verdragsluitende partij heeft verplicht de verdragsrechten voor ieder individu te
verzekeren art. 1 EVRM.
b. De methode van nakoming van de EVRM rechten is vrij  partijen hebben zich
verplicht de naleving van verdragsrechten te verzekeren, in de wijze waarop zij dat
doen zijn ze vrij. Alleen het resultaat telt.
c. Margin of appreciation  partijen krijgen enige beoordelingsvrijheid bij vraag
hoever de geboden bescherming zich precies uitstrekt. Partijen kunnen dit beter zelf
bepalen.
d. Procedurele toetsing van feitelijke oordelen  het is primaire verantwoordelijkheid
van nationale autoriteiten om eigen nationale recht op de feiten toe te passen en te
beoordelen. Hof toetst vooral of geen sprake is geweest van willekeur, zorgvuldigheid
van de besluitvorming en procedure. Hof moet zich dus in beginsel houden aan
oordeel nationale rechter.
e. Geen toetsing van wettelijke regelingen sec  je kunt niet als burger klagen over
de wettelijke regeling op zichzelf. Diegene moet getroffen zijn door manier van de
staat hoe zij handelt met het recht. Wettelijke regeling staat niet zelf ter beoordeling.
f. Casus gebonden oordeel  het oordeel van het Hof beperkt zich daarbij tot
concrete klacht/situatie, niet over andere situaties. Dus voorzichtig zijn met
generaliseren uitspraken EHRM.
g. Uitleg gericht op daadwerkelijke rechtsbescherming  in het verdrag mogen
meer verplichtingen worden gelezen dan hun oorspronkelijk voor ogen stond. Het is
een living document. Uitleg van het EVRM moet met de tijd meegaan.
h. Autonome begripsvorming  de autonome uitleg brengt mee dat EHRM zich niet
gebonden acht aan begrippen en uitleggingen volgens het nationale recht van de
aangeklaagde staat.  Denk aan arrest Ozturk v. Duitsland! Dat de bestuurlijke
boete volgens het nationale recht geen strafrecht is, doet niet ter zake!

Voorkomen moet worden dat landen aan de haal gaan met EVRM rechten, door er aan een
begrip een beperkte betekenis te geven, waardoor burgers rechten verliezen.
Arrest Oztürk v. Duitsland  feit was van het strafrecht overgeheveld naar het
bestuursrecht. O werd gehoord in bijzijn van een tolk. Daarna trok hij het verzet in. Duitsland

3

, zegt dat O zelf moest betalen voor de tolk. O was het niet mee eens, is in strijd met art. 6
EVRM. Duitsland zegt dat geen sprake was van criminal charge. Dit was
Ordnungswidrigkeit.

Uit dit arrest volgt dat onder vervolging van art. 6 EVRM niet alleen het vervolgen van
strafrechtelijke overtreden normen valt. Ook andere normen kunnen bescherming van art. 6
EVRM genieten. Het EHRM heeft voorwaarden in het leven geroepen om te kijken of sprake
is van een criminal charge in de zin van art. 6 EVRM. Dit zijn:
1. Behoort het feit nationaal tot strafrecht?
2. Wat is het karakter van de overtreding? (alternatief)
3. De aard en zwaarte van de sanctie. (alternatief)

Consequenties:
- Wetgever  staten mogen onderscheid maken tussen soorten strafbare feiten. Maar
wetgever mag niet door vormgeving regels aan het EHRM ontsnappen. Het is bij ons
vergelijkbaar met de WAHV, bestuurlijke boete en strafbeschikking.
- (OM en) rechter  rechtspraak van EHRM hebben eigen kader (=doorwerking).
 Bij toepassing NL-sv steeds rekening mee houden.

Het EVRM bevat uitdrukkelijke negatieve (en positieve) verplichtingen
- Negatieve = staten moeten zich onthouden van staatsmacht. Geen inbreuk maken
op rechten die in EVRM zijn vastgelegd.
- Positieve = plicht dat staten in actie moet komen, dus verplicht om staatsmacht te
gebruiken om burgers te beschermen. (speelt steeds meer). Ervoor zorgen dat
burgers ook onderling de vastgelegde EVRM grondrechten jegens elkaar
respecteren.
 Hof is steeds explicieter in wat strafbaar moet zijn bijv. reikwijdte ‘verkrachting’
art. 3 en 8 EVRM.
 Hierdoor wordt onderzoek soms moeilijker.

Legaliteitsbeginsel
Art. 1 Sv  legaliteitsbeginsel. Overheidshandelen moet terug te voeren zijn op een wet in
formele zin. Dit betekent dat de politie minder mag dan een burger.

Beginselen van legaliteit (ook al bestaat er een bevoegdheid, dat betekent niet dat je dit altijd
mag uitoefenen)
1. Doelbinding (verbod détournement de pouvoir)  de overheid mag zijn
bevoegdheid niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven.
2. Proportionaliteit & subsidiariteit  staat het optreden in verhouding en kon er niet
een minder schadelijk middel worden toegepast? Alleen die activiteiten zijn
geoorloofd die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor het realiseren van het doel van de
opsporing. Opsporing is immers belastend voor burgers.

Taakstelling & bevoegdheid ‘met opsporing bevoegd’
1. Is er een taakstelling?
Art. 141 Sv  ‘gewone’ opsporingsambtenaren = ruime taakstelling. Ovj, politie etc.
Art. 142 Sv  buitengewone o.a. (Boa’s). De taak is beperkt tot specifiek type strafbare feit
of groep strafbare feiten.
Art. 127 Sv  zegt dat alle opsporingsambtenaren zijn personen met opsporing van het
strafbare feit belast. Dus als in het wetboek hiervan wordt gesproken zijn het ook boa’s.

Art. 3 Politiewet 2012  tweedelige taakstelling voor politie  de politie heeft tot taak in
ondergeschiktheid en in overeenstemming met geldende rechtsregels te zorgen voor (I) de
daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en (II) het verlenen van hulp aan hen die deze
behoeven. Indien politie optreedt ter:

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brendahidding. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.95  11x  sold
  • (0)
Add to cart
Added