bevat een samenvatting van de tekst "het verschijnsel wetenschap" powerpoints en notities boek tot en met hoofdstuk 7 (endnote niet staat beter in boek uitgelegd)
Politieke en Sociale Wetenschappen, Sociologie, Communicatiewetenschappen
Inleiding wetenschappelijk werk
All documents for this subject (3)
4
reviews
By: charlottedriesen • 4 year ago
By: lauraeml • 5 year ago
Translated by Google
there are other information in the book than in the summary
By: clelb • 4 year ago
By: Ibii • 7 year ago
Seller
Follow
catwomen
Reviews received
Content preview
Inleiding wetenschappelijk werk
1. TEKST: HET VERSCHIJNSEL WETENSCHAP ............................................................................ 4
1.1 HET STANDAARDBEELD VAN WETENSCHAP .......................................................................................... 4
1.1.1 De wetenschappelijke rationaliteit..................................................................................... 4
1.1.2 De empirische cyclus........................................................................................................... 5
1.1.3 Wetenschap en waarden .................................................................................................... 6
1.2 KRITISCH RATIONALISME VAN KARL POPPER........................................................................................ 8
1.2.1 Kritisch rationalisme adhv deductie ................................................................................... 8
1.2.2 Thema’s in Poppers wetenschapsfilosofie .......................................................................... 8
1.3 KUHNS PARADIGMATHEORIE .......................................................................................................... 11
1.3.1 Preparadigmatische periode ............................................................................................ 11
1.3.2 Normale wetenschap........................................................................................................ 11
1.3.3 Revolutionaire wetenschap .............................................................................................. 12
1.4 SOCIALE WETENSCHAPPEN ALS WETENSCHAP .................................................................................... 13
1.4.1 Sociale wetenschappen als wetenschap .......................................................................... 13
1.4.2 De grondleggers van sociale wetenschappen .................................................................. 14
1.4.3 De eigenheid en complexiteit van de studie van de sociale werkelijkheid ...................... 15
2. INFORMATIE ZOEKEN ....................................................................................................... 16
2.1 DE LITERATUURSTUDIE EN DE PROBLEEMSTELLING ............................................................................. 16
2.1.1 Wetenschappelijk onderzoek: .......................................................................................... 16
2.1.2 Literatuurstudie ................................................................................................................ 16
2.1.3 Probleemstelling ............................................................................................................... 16
2.2 WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIEBRONNEN..................................................................................... 17
2.2.1 Wetenschappelijk vs. niet-wetenschappelijk.................................................................... 17
2.2.2 Primair vs. secundair ........................................................................................................ 17
2.2.3 Klassieke wetenschappelijke bronnen .............................................................................. 17
2.3 WAAR ZOEKEN? ........................................................................................................................... 20
2.3.1 Bibliotheek ........................................................................................................................ 20
2.3.2 Zoeken op het internet ..................................................................................................... 21
2.4 HOE ZOEKEN? .............................................................................................................................. 22
2.4.1 Open rek snuisteren .......................................................................................................... 22
2.4.2 Opwaarts zoeken .............................................................................................................. 22
2.4.3 Neerwaarts zoeken ........................................................................................................... 22
2.4.4 Zijwaarts zoeken ............................................................................................................... 22
2.4.5 Zoekstrategieën naar statistieken en survey data ........................................................... 23
2.4.6 Survey data online gebruiken ........................................................................................... 25
3. INFORMATIE BEOORDELEN ............................................................................................... 27
3.1 WANNEER IS INFORMATIE RELEVANT? ............................................................................................. 27
3.1.1 Beoordelen op beschikbaarheid ....................................................................................... 27
3.1.2 - Beoordelen op relevantie ............................................................................................... 27
3.1.3 - Beoordelen op “kwaliteit” .............................................................................................. 27
3.1.4 Website beoordelen (wanneer je niet via databanken zoekt) ......................................... 27
, 3.2 DE POLITIEKE ECONOMIE VAN ACADEMISCH PUBLICEREN..................................................................... 28
3.3 TEGENBEWEGING: OP ZOEK NAAR KWALITEIT EN BETAALBAARHEID ....................................................... 28
3.3.1 Open access ...................................................................................................................... 28
3.3.2 Open access repository’s .................................................................................................. 28
3.3.3 Fair trade .......................................................................................................................... 28
3.3.4 University press ................................................................................................................ 28
3.3.5 Zelfbeheer ......................................................................................................................... 29
3.3.6 Predatory open access ...................................................................................................... 29
,1. TEKST: het verschijnsel wetenschap
1.1 Het standaardbeeld van wetenschap
Opbouwen adhv :
1. Wetenschappelijke rationaliteit
2. De wetenschappelijke methode (cyclus)
3. De verhouding tss wetenschap en politiek (waarden)
1.1.1 De wetenschappelijke rationaliteit
Doel van de wetenschapsbeoefening:
Ontwikkeling van ware kennis over de ons omringende werkelijkheid.
Permanente zoektocht naar de waarheid.
De vorming van ware theorieën waarmee de empirische verschijnselen in de
wereld om ons heen verklaard kunnen worden.
Verricht vanuit een waarheids- of verklaringsperspectief
Wetten ontdekken, die achter de waarneembare verschijnselen liggen
Regels ontdekken volgens welke verschijnselen zich gedragen
Regels leidt tot verklaren
Wetenschappelijke theorieën= netwerken van wetmatige verbanden in bepaald
onderzoeksgebied
Brengen orde in chaotische wereld
Hoe onderscheidt wetenschap zich van andere pogingen tot verklaring zoals
intuïtie, heilig geschrift, mystiek,...? doordat het een rationele onderneming is.
Rationele onderneming = alle stappen moeten verantwoord of gerechtvaardigd worden
louter en alleen door beroep te doen op door waarneming en experiment verzamelde
feiten, en/of door logische argumentatie.
Logica en feiten als pijlers om betrouwbare kennis te hebben
Logica = denken volgens de regels der kunst, niet contradictisch (enkel betrekking op de
vorm vd redenering)
Feiten
Belangrijker betrekking op inhoud
Basis voor empirische theorie
Ontwikkelen van theorie is vaak niet zo rationeel maar eerder losbandig, creatief en
grillig. Onderzoekers gebruiken hun fantasie, dromen en verbeeldingskracht om de vonk
te laten overspringen, men moet eerst tot een idee komen. Echter eens ze het idee
hebben moeten ze dit rechtvaardigen tov een forum van collega’s en die rechtvaardiging
gebeurt adhv logische argumentatie en waarneembare feiten.
Wetenschappelijk onderzoek is het werk van velen, kennis is pas kennis wanneer
onderworpen aan een forum, bekritiseerd, ev. herschreven,... wetenschappelijke kennis
is een sociale aangelegenheid, een voortbrengsel van een groep.
Feiten = empirische basis waarop het kennisbouwwerk rust en zijn het resultaat van een
directe onbevooroordeelde, onvooringenomen of theorievrije waarneming.
,Waarneming= rechtstreeks, daartussen geen storende invloeden, objectief, niet vanuit
eigen vooroordelen.
Belangrijk voor empirische verifieerbaarheid of toetsbaarheid
Hoeksteen vd moderne wetenschap
1.1.2 De empirische cyclus
Binnenste cirkel --> inductie = Van waargenomen naar universeel
Buitenste cirkel --> deductie = Van universeel naar waargenomen
Inductie op basis van waarnemingsuitspraken vb: de cirkel is rood
= waargenomen in een specifiek geval
Rood is een algemeen begrip echter wanneer het over druk, tempratuur,
stroomsterkte, weerstand,... gaat dan spreken we van experimentele begrippen,
dus vastgesteld door experiment.
Storende factoren worden dan buitengesloten ( bij experimentele begrippen)
Experimentele weten (op basis van experimentele begrippen) vb: de wet vn Ohm,
zijn wetten die zeker zijn aangezien er geen storende factoren zijn daardoor
hebben ze een voorspellende kracht.
Voorspellen om 2 redenen:
1. Om in een praktische situatie te kunnen handelen (kennis als uitgangspunt)
2. Een theoretische bedoeling, experimentele wet opnieuw toetsen aan de feiten.
Hier is de empirische basis een extra steun aan de experimentele wet. (kennis is
hier het probleem)
Waarneembare=fenomenologisch niveau
Theorievorming is erop uit om de mechanismen op te sporen die achter die
waarneembare regelmatigheden zitten aan te treffen.
, Experimentele wetten formuleren de waarneembare oppervlaktestructuur van een
gebied van verschijnselen; de theorie, met haar theoretische wetten, brengt de
onderliggende dieptestructuur in kaart.
Universele uitspraak vb: in een geometrische cirkel, is de afstand van het middelpunt tot
de rand is overal even groot.
= in elk geval zo
Wat is het nut van ontwikkelen van een theorie?
Niet alleen experimentele weten verklaren maar ook nieuwe wetten vormen. Eerst door
het vormen van een hypothese dan empirische waarnemingen vanuit deze voor waar
genomen hypothese. Indien deze dan klopt wordt het een experimentele wet die in
praktijk kan gebruikt worden.
Plus indien hypothesen kloppen dan wordt de theorie extra bevestigd.
Wat als hypothese niet klopt?
1. Zoeken naar fouten in het onderzoek
2. Nieuwe verschijnselen op het spoor komen door aan de theorie vast te houden, bv
bepaalde voorwaarden, theorie verfijnen, inzicht in theorie groeit.
Nomologische wetenschap=opgebouwd uit theoretische wetten voor een bepaald
onderzoeksgebied. Nomos= wet
1.1.3 Wetenschap en waarden
Verhouding tss wetenschap en omgeving, specifiek politiek
Hiervoor al gezien dat onderzoek waardevrij moet zijn
Geen vermening tussen wetenschap en feiten van politieke, religieuze of morele
aard anders geen certified knowledge meer.
Opmerkingen:
1. Soms hoort men de kritiek, dat het persoonlijke, het emotionele, het
geëngageerde uit de wetenschap zou zijn verdwenen omdat men streeft naar
objectiviteit. Rationaliteit is dan een vies woord voor een handelingsdomein door
mannen gedomineerd.
<=> wat met het feit dat wetenschap boeit, ontroert, engageert, interessant is en
uitdagend ongeacht deze rationaliteit?
2. De wetenschappelijke activiteit kent haar eigen waarden: niets dan de feiten,
logische consistentie, streven naar objectiviteit en waardevrijheid
Politieke beslissingen: Zuivere wetenschap: Politieke beslissingen:
scheppen van voorwaarden neutraal toepassing
Echter de voorwaarden om een bepaald onderzoek te kunnen verrichten zijn niet
waardevrij (waar maken we geld en middelen voor vrij)
Wat er met de resultaten van het onderzoek gebeurt, welke beleidsbeslissingen
worden genomen is niet aan de wetenschapper.
Politiek is ook pers, maatschappelijk debat, matschappelijke actie.
De wetenschapper brengt enkel het feitelijke aan boord echter zijn er ook andere
emotionele en normatieve eisen. = dualisme van feiten en beslissingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catwomen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.