Juridische En Gedragswetenschappelijke Aspecten Van Politie (C02A1B)
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
Erkpx
Reviews received
Content preview
Inleiding: de politiefunctie, het politiebestel en het politierecht
(geen examenvragen over, wel begrippen kennen om examenvragen te begrijpen)
De politiefunctie
Juridische benadering van politiefunctie
Institutionele functie om maatschappelijke orde te regelen en te beschermen en die functie wordt
uitgeoefend om de fundamentele rechten en vrijheden mogelijk te maken
• Institutionele functie: verwijst naar instellingen
o Onderscheid tss politie-instellingen (federaal en lokaal) en politie-overheden (bestuurlijke
en gerechtelijke)
▪ Politie in een democratische staat ALTIJD onder gezag (een overheid), anders is er
een politiestaat (-> dictatuur)
▪ Bestuurlijke overheden: burgemeester, minister BiZa, …
▪ Gerechtelijke overheden: PK, OR, minister justitie
• Bescherming vd mtp orde
o Voorkomen dat mtp orde bedreigd of verstoord w + orde herstellen indien ze toch
verstoord wordt
o Met bijzondere doelstelling: uitoefening vd fundamentele (grond)rechten mogelijk maken
▪ Bv betoging (recht om te betogen)
▪ → politie is er om de fundamentele rechten mogelijk te maken
• 2 grote basiswetten: WPA & WGP
o WPA (wet politieambt): art. 1, lid 2
o WGP (wet geïntegreerde politiedienst): art. 123
Criminologische/ operationele benadering van politiefunctie
RORON = 5 aspecten van politiefunctie
• R = raadgevende functie
o Allerlei mechanismen gericht op het voorkomen van slachtofferschap, kans op
slachtofferschap zo klein mogelijk
o Richting potentiële slachtoffers (iedereen)
o Vb. ‘geen waardevolle spullen in uw auto laten’, ‘bankcode nooit delen’
• O = ontradende functie
o Aanwezigheid van de politie om inbreuken (bestuurlijk & gerechtelijk) te voorkomen
o Richting potentiële daders → potentiële daders afschrikken
o Vb. cameratoezicht, verlichting, interventies, patrouilleren, …
• R = regulerende functie
o Er is reeds een onveilige situatie (hot-spot) -> de politie moet maatregelen nemen om het
probleem (bv probleemwijk) onder controle te krijgen, orde moet terug hersteld worden
o Vb. patrouilleren, identiteitscontrole, techno-preventie (vb. bloembakken plaatsen om
rijsnelheid te beperken), …
• O = onderzoekende functie
o Misdrijven zijn gepleegd -> daders van misdrijven opsporen en bewijzen verzamelen
o Doel: bewijzen vinden & daders vatten
• N = nazorgende functie
o Vb. preventieadviseurs na inbraak om sloten te controleren, slachtofferbejegening,
psychische nazorg…
o Politie moet bevoegde diensten kennen en so met die dienst in contact brengen
1
,Geweldsmonopolie
• Politie heeft monopolie van geweld in vredestijd
o Alleen de politie kan rechtmatig geweld gebruiken
▪ Bv leger kan in vredestijd geen geweld gebruiken
o → politie heeft bijzondere machtspositie
• Geweld moet wel wettelijk geregeld zijn
3 grote clusteropdrachten voor de politie
1. Bestuurlijke politie: openbare orde (art 14 WPA)
o Vermijden van ordeverstoring (-> gaat niet over misdrijven)
o In geval van ordeverstoring: herstellen!
o Vb. BOB-controle (wanneer iedereen negatief test) = puur bestuurlijk
2. Gerechtelijke politie: misdrijven (art 15 WPA & art 8 Sv)
o Onderzoek naar strafbare feiten
o Vb. BOB-controle (zodra iemand positief blaast, is er sprake van een misdrijf dus
gerechtelijk optreden)
3. “Sterke arm”= ondersteuning van allerlei andere diensten, organen en functies
o “sterke arm” door de geweldsmonopolie
o Vb. de politie zal een gerechtsdeurwaarder beschermen wanneer hij een gevaarlijk persoon
moet inlichten (uit veiligheid + enige instantie die geweld mag gebruikten)
o Aparte opdracht, maar er horen geen aparte bevoegdheden bij
Politiebestel
= organisatiestructuur en besturingsconcept van de politie
Het politieapparaat bestaat uit een reeks van diensten
• Reguliere politiediensten
o Sinds 1998: lokale politiekorpsen & federale politie
o Regulier = gewone/klassieke diensten
• Bijzondere politiediensten: specifieke opdracht
o Vb: spoorweg-, luchtvaart-, en zeevaartpolitie
o Bestaan niet meer als aparte diensten → geïntegreerd in de federale politie
• Inspectiediensten (≠ bijzondere politiediensten)
o Na WOII: overheid is zich meer en meer gaan mengen in mtplijke domeinen
(vb. milieu, belastingen, fiscaliteit, ruimtelijke ordening, …)
o → Toename van het recht
▪ Hier werden vervolgens strafbepalingen aan gekoppeld
▪ MAAR: te complex + te veel werk voor de reguliere politie
▪ Oplossing: gespecialiseerde inspectiediensten opgericht voor deze domeinen
o Er zijn veel inspectiediensten (bv milieu-inspectie, bouwinspectie,…)
2
,Politieambtenaren art 3 lid 3 WPA en politie-overheden art 3 lid 2 WPA
• Politieambtenaar: lid ve politiedienst door of krachtens wet bevoegd om bepaalde
politiemaatregelen te nemen/ uit te voeren en daden van bestuurlijke of gerechtelijke politie te
stellen
• Politie-overheid: door of krachtens de wet aangewezen om juridische politiemaatregelen te nemen
en om politiemaatregelen uit te voeren/ te doen uitvoeren door de politiediensten
o Overheid heeft beslissingsmacht over de juridische politiemaatregelen
o Maatregelen worden dus niet genomen door de politie zelf, maar door een bevoegde
overheid (vb. een burgemeester)
o → De politie treedt altijd op onder het gezag ve bevoegde overheid (= uitvoerend orgaan)
o → politie is altijd ondergeschikt aan een bevoegd gezag
Vraag naar ZEGGENSCHAP (wie heeft het voor het zeggen?) → verhouding politie-overheid & politie
• Gezag: welke opdrachten moet de politie uitvoeren & wanneer?
o Bestuurlijke overheid (vb. burgemeester) heeft gezag bij openbare orde
o Gerechtelijke overheid heeft gezag bij misdrijven
• Beheer: administratief (geld)
o Alle aspecten die te maken hebben met de wijze waarop de politie zijn taken kan
uitvoeren; hoe stelt men het korps in staat om taken uit te voeren?
o → Wie het geld beheert, heeft een belangrijke machtspositie
o Vb bewapening, benoemingen, specialisaties, infrastructuur, …
• Beleid: keuzes maken waarvoor men de middelen gaat inzetten
o Prioriteiten en posterioriteiten stellen
• Alle 3 zitten bij politie-overheid ANDERS risico politiestaat
Politierecht
Politierecht = al het recht dat over de politie gaat
• Noodzakelijk in een democratische staat
• Complex, veelomvattend & zeer verspreid
3
, Deel 1: De historische achtergronden van het huidige Belgische
politiebestel
H1-6: geschiedenis (->geen jaartallen exact te kennen)
H1: De periode vóór de Belgische onafhankelijkheid
(= periode voor 1830)
1.1 De Franse oorsprong van de “Belgische” politie
17e eeuw: steden richten hun eigen politie op → lokale politiekorpsen
• Voorloper: Parijs (1667) -> eerste stad die een eigen politie had
• De evolutie zet zich voort in alle grote Franse steden
18e eeuw: centrale/federale niveau
• Nationale staat had een eigen politieapparaat nodig om de orde te handhaven → 1720: °centrale
politiemacht: nationale marechaussée
1789: Franse revolutie
• Revolutionairen wouden de politie herorganiseren naar hun eigen idealen (vrijheid, gelijkheid &
broederlijkheid) → nationale marechaussée omvormen tot Gendarmerie Nationale
• Nationaal niveau
o Gendarmerie Nationale
▪ Kenmerken
• Moet een nationaal korps zijn, bevoegd voor heel het grondgebied
• Moet een militair korps zijn → behoort tot leger, ministerie van defensie
• Moet zowel bestuurlijke als gerechtelijke opdrachten uitvoeren → want
info van bestuurlijke politie is nuttig voor gerechtelijke politie en
omgekeerd
• Lokaal niveau
o Gemeentepolitie in elke stad olv commissarissen
o In landelijke gebieden: veldwachters die de landelijke politie vormen
1795: inlijving van Belgische gebieden bij Frankrijk → Frans politiemodel wordt in deze gebieden
geïntroduceerd
1796: apart ministerie voor politie opgericht (naast justitie, binnenlandse zaken,…)
• “Ministère de police générale (reguliere politie) de la république” met minister van politie
o Politie was geen deel van het ministerie van justitie of binnenlandse zaken
o Minister van politie kreeg gezag over openbare orde, zorg over de gevangenissen,
arresthuizen, …
• Waarom? Woelig klimaat: onrusten, oorlogen en ministerie BiZa niet krachtig genoeg
1799: Staatsgreep Napoleon + J. Fouché w minister van politie
• Bouwt het ministerie v politie uit tot een steunpilaar van de Napoleontische dictatuur
• Slagkracht van de politie vergroot enorm: enorm krachtig politieapparaat op centraal niveau
• Op lokaal niveau wil hij ook alles onder zijn macht
o → In de grote steden stelt hij een ‘commissaire général de police” aan
▪ Hebben macht over alle gemeentelijke commissarissen
o De commissaire général legt verantwoording af aan & krijgt bevelen van Fouché
▪ DUS alle gemeentelijke korpsen ondergeschikt aan het centrale (nationale) niveau
▪ → = aanslag op de machtspositie van lokale bestuurlijke overheden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Erkpx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.74. You're not tied to anything after your purchase.