Handige samenvatting voor je kennistoets biomedisch van de colleges 1 t/m 10!
De samenvatting geeft ook (zo veel mogelijk) antwoord op de leerdoelen, met daarnaast extra belangrijke informatie uit het college!
Hier heeft veel tijd in gezeten, maar zelf afgerond met een 8! Leer dit en begrijp het, ...
1. De student kan een overzicht geven van de bloedsomloop (grote en kleine circulatie).
Bloedvatstelsel; Zorgt voor handhaving van de homeostase (= interne milieu).
└> En is belangrijk voor transport; Voedingsstoffen (O2), afvalstoffen(CO2), hormonen en warmte.
Dubbele bloedsomloop:
• Kleine bloedsomloop (= pulmonaire) ; De bloedstroom door de longen.
> Verloop; Rechter ventrikel → Pulmonary arterie (zuurstofarm) → Longen →
Pulmonary vene (zuurstofrijk) → Linker atrium → Linker ventrikel
> Functie; Opname van zuurstof en Afgifte van koolstofdioxide.
• Grote bloedsomloop (= systemische) ; De bloedstroom door het lichaam.
> Verloop; Linker ventrikel → Aorta (zuurstofrijk) → Organen →
Systemische venen (zuurstofarm) → Rechter atrium → Rechter ventrikel.
> Functie; Uitwisseling van stoffen.
Pulmonary arteries; Zuurstofarm > Gaan van het hart naar de longen.
Pulmonary venulen; Zuurstofrijk > Gaan van de longen naar het hart.
Aorta; Zuurstofrijk > Gaan van het hart naar de organen.
Systemische venulen; Zuurstofarm > Gaan van de organen naar het hart.
Van het hart naar organen/longen (= Van groot naar klein);
└> Arteriën → Arteriolen → Capillairen
Van organen/longen naar het hart (= Van klein naar groot);
└> Capillairen → Venulen → Venen
Coronaire bloedsomloop; De bloedsomloop om je hart heen, wat het hart zelf van zuurstof en
andere voedingsstoffen voorziet en afvalstoffen wegpompt.
2. De student kan de bouw van het hart beschrijven, en de functie van de verschillende
onderdelen benoemen.
Het hart is een holle spier, die bestaat uit 4 onderdelen!
Rechter atrium; Komt zuurstofarm bloed binnen vanuit de bovenste en onderste holle ader.
Linker atrium; Komt zuurstofrijk bloed binnen vanuit de pulmonary vene.
Rechter ventrikel; Stroomt bloed in van het rechter atrium, en gaat eruit via de pulmonary arterie.
Linker ventrikel; Stroomt bloed in van het linker atrium, en gaat eruit via de aorta.
- Septum; De scheidingswand tussen de linker- en rechter harthelft (atriums-/ventrikelseptum).
1
,- AV-kleppen: Kleppen tussen atria en ventrikels.
└> Deze kleppen gaan dicht als de ventrikels vol zitten met bloed (door de druk)
en voorkomen terugstrooming.
• Rechterharthelft; Van atrium naar ventrikel = Tricuspidaalklep (3 flubbers)
• Linkerharthelft; Van atrium naar ventrikel = Mitraalklep (2 flubbers)
- Semilunaire kleppen;
~ Aortaklep: Klep tussen de linkerventrikel en de aorta (richting het lichaam).
Opent als de ventrikel vol zit en het hart het bloed eruit pompt.
~ Pulmonalisklep: Klep tussen de rechterventrikel en de arterie pulmonalis (richting
de longen). Opent als ventrikel vol zit en hart het bloed eruit pompt.
└> Het openen en sluiten van de kleppen veroorzaakt de harttonen.
Het klepmechanisme;
Diastole / Ontspanningsfase ;
• De ventrikels zijn ontspannen.
• De AV-kleppen zijn geopend.
• Het bloed kan in het hart stromen.
Systole / Contractiefase ;
• De ventrikels trekken samen.
• De AV-kleppen zijn gesloten.
• De semilunaire kleppen zijn geopend.
• Het bloed wordt weggepompt in de aorta en longarterie.
Klepinsuficiëntie; Wanneer een klep niet meer kan sluiten.
└> Als dit gebeurt, kan het bloed terugstromen in de voorgaande structuur.
└> Er ontstaat een ophoping van bloed en er is op die plek een grote kans op oedeem.
Hartwand en Hartspierweefsel (= myocard);
• Dit is een hele dikke wand, maar de linkerkant is dikker dan de rechterkant.
- Dit komt doordat die tegen een grotere druk in moet pompen, die moet het hele lichaam voor-
zien van bloed, en de rechterkant alleen de longen.
- Maar per tijdseenheid wordt evenveel bloed uit de linker -en rechter ventrikel gepompt.
De bloedstroom door de longen is dus even groot als door alle andere organen.
• Het is ook dwarsgestreept net als skeletspierweefsel, maar toch is het anders.
- Hartspierweefsel wordt aangestuurd door een directe elektrische impuls.
- Hartspierweefsel kan onvermoeid doorwerken.
- Hartspierweefsel kan ook geen zuur milieu vormen.
3. De student kan het proces van prikkelvorming en -geleiding in het hart beschrijven.
Prikkelvorming en geleiding in het hart:
> Prikkelvorming (voor contractie van het hart) ontstaat in de SA-knoop / Sinus-knoop.
Dit is de gangmaker, je natuurlijke pacemaker.
- Als je dit niet zou beïnvloeden dan komt je hart op 100 slagen per minuut. Dat is niet goed.
- Deze Sinusknoop bevat gangmakercellen, die zorgen voor potentiaalverandering.
2
, - Het rustpotentiaal geeft langzame depolarisatie tot de drempelwaarde is bereikt. Hierdoor
start het actiepotentiaal.
> Je Nervus Vagus (zenuwverbinding naar het hart) geeft een verlaagde of verhoogde hartslag.
- Onder invloed van de parasympaticus (in rust); Hij verlaagt tot 50-80 slagen per minuut.
- Onder invloed van de sympaticus (in actie); Hij loop top tot 150-180 slagen per minuut.
> Het actiepotentiaal wordt d.m.v. contractie van het atria-spierweefsel
na depolarisatie voort geleidt en bereikt AV-knoop.
> Bij de AV-knoop treedt een korte vertraging op,
zodat het hart kan vollopen met bloed.
> Het actiepotentiaal gaat verder door de Bundel van His
en splitst zich in een linker en rechter bundeltak (=purkinjevezels).
> Via deze vezels gaat de actiepotentiaal heel snel en gelijktijdig
naar spiercellen van het myocard (= hartspierweefsel) van het
linker- en rechterventrikel, die daardoor gaan contraheren.
Samengevat:
De prikkel komt aan in de Sinus-knoop → De AV-knoop geeft dit door →
De bundel van His splitst in rechts en links → Purkinjevezels snel →
Gelijktijdige ventrikelcontractie.
└> De AV-knoop bevat ook gangmakercellen en kan de Sinus-knoop vervangen als deze uitvalt,
echter wel met lagere snelheid.
4. De student kan verklaren hoe ectopische prikkels kunnen leiden tot hartritmestoornissen.
• A-ritmie: Een duidelijke wisselende hartfrequentie.
• Ectopische prikkel: Een Aritmie waarbij de prikkel niet in de SA-knoop ontstaat maar op een an-
dere plaats in het geleidingssysteem. (Als gevolg hiervan wordt de SA-knoop gedepolariseerd en
kan de eigen depolarisatie worden uitgesteld.)
- Er kan alleen depolarisatie en contractie optreden als de prikkel ontstaat buiten de refrac-
taire/onprikkelbare periode van het myocard. (Anders hartritmestoornis, lees hieronder)
• Hartritmestoornis: Als de SA-knoop een prikkel verstuurd terwijl de AV-knoop nog in de
refractaire/onprikkelbare periode zit; de prikkel kan dan
niet worden ontvangen.
5. De student kan beschrijven hoe een elektrocardiogram (ECG)
tot stand komt, en het patroon van het standaard-ECG verklaren.
• ECG: Registratie van de potentiaalveranderingen als gevolg
van depolarisatie en repolarisatie van het hart.
- P-top: Depolarisatie van spiervezels van de atria.
- QRS-complex: Depolarisatie van spiervezels van de ventrikels.
- T-top: Repolarisatie van de spiervezels van de ventrikels.
De hoogte van de toppen: Afhankelijk van aantal gelijktijdig gedepolariseerde spiervezels.
Breedte van de toppen: Afhankelijk van tijd die verloopt tussen depolarisatie en repolarisatie van
de eerste en laatste atria/ventrikelspiervezels.
3
, 6. De student kan de fasen van de hartcyclus beschrijven.
7. De student kan het drukverloop in de verschillende compartimenten van hart en
uitstroomvaten tijdens de hartcyclus verklaren.
- Atriumcontractie (hoort bij diastole)
• Ventrikelcontractie (= Systole):
- Isovolumetrische contractiefase: Alle kleppen zijn dicht. De ventrikel contraheert, de druk in
ventrikel stijgt (maar nog niet genoeg om kleppen te openen), het volume verandert niet.
- Ejectiefase: De druk in de ventrikels wordt zo hoog dat semilunaire kleppen opengaan
en het bloed in de aorta of a. pulmonaris wordt gepompt.
• Ontspanningsfase (= Diastole):
- Isovolumetrische relaxatie: De ventrikelwand verslapt, de druk daalt waardoor de
semilunaire kleppen sluiten.
- Vullingsfase van de ventrikels: De druk in de ventrikels is zo laag dat AV-kleppen opengaan.
De atria wordt gevuld in 3 fasen:
~ Snelle vullingsfase: 60-70% van totale vulling vindt plaats.
~ Langzame vullingsfase: Langzaam wordt het verder gevuld.
- Atriumcontractie: Versnelde vulling, dit levert de laatste 15-20% van de vulling.
8. De student kan beschrijven hoe de hartactie wordt geregeld.
• In rust: Lage HF, Parasympaticus overheerst.
• Bij inspanning: Hoge HF, Sympathicus overheerst.
HMV hangt af van Hartfrequentie en Slagvolume.
• Hoe groter de contractie, hoe groter het slagvolume.
Overige handige weetjes van tijdens de les:
Een bloedvatwand bevat elastisch weefsel
Elastische arterie, bestaat uit 3 laagjes:
• Tunica intima is de binnenste laag > Is endotheel-laag met een elastische laag.
• Tunica media is middelste laag > Bevat veel glad spierweefsel.
• Tunica externa is buitenste laag > Bevat veel bindweefsel.
Deze lagen komen overeen met alle soorten arteriën, alleen de samenstelling kan verschillen;
└> De een heeL bijvoorbeeld meer elasMsch weefsel of spierweefsel dan de andere.
Arteriolen; Bestaan uit de endotheelcellen en de laag met gladde spierweefselcellen, maar niet
de buitenste laag. Arteriolen die vernauwen, heet vasoconstrictie. Dan wordt het
inwendige deel van arteriolen kleiner, en vervoer je minder bloed door je bloedvat.
Capillairen; Bestaan eigenlijk alleen uit de endotheelcellen (met mezaalmembraan eromheen.)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hu-fysio4students. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.