100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting familiaal vermogensrecht $14.48   Add to cart

Summary

Samenvatting familiaal vermogensrecht

1 review
 244 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van familiaal vermogensrecht + erfrecht en giften editie 2023

Preview 4 out of 115  pages

  • June 6, 2023
  • 115
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: sarahbenazzi • 3 months ago

avatar-seller
FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
INLEIDING
= vermogensrecht van de familie -> geld, schulden, verordeningen
MAAR allimentatie > inkomensvraag > familierecht > GEEN vermogensvraag

Familie = kerngezin? ↗︎aandacht voor meersamengestelde gezinnen
 Vooral op ordinair gezin geacceerd MAAR nood aan meer evolutie > op naar
relatievermogensrecht
 Kijken wat nodig vanuit recht om intiem, duurzaam koppel te helpen
 Vandaag vooral op HUWELIJK
o Wat met polygamie? > contractueel

 Wat is functioneel verantwoordbare verschil getrouwd-feitelijk samenwonen? Regels kunnen
zeer onverantwoordbaar
 Men kan stiefkind betrekken maar geen volwaardig antwoord in erfrecht

Art. 213 BW: hulp, bijstand, trouw & samenwonen >> samenwonen in NL weg
 Echte trouw = verantwoordelijkheid, trouw aan relatie
 MAAR ons systeem: alles op u naam zetten en andere in de koude zetten (onverantwoorde
trouw)
 Na echtscheiding: man rijker & vrouw armer

 Wat je samen hebt opgebouwd moet je delen: scheiding van goederen al iets meer

 Ideologische rechtstak: maatschappelijk + iedereen komt er mee in contact
 Wettige regel GEEN eindpunt MAAR waardenafweging op dat moment
 ZELFS met hervormingen nog conservatief: gendergelijkwaardigheid heel recent
 Ons recht moet meer openstaan

Trouw aan relatie = mensen engagement aangaan
 Uit elkaar gaan op faire manier
 GEEN statistieken in BE

 Bij invoeren homohuwelijk: is het wettelijk stelsel wel aangepast?
o Emancipatie-actie: denkt niet aan nuances
o Gelijk ≠ gelijkwaardig
o Noodzakelijk zelfde wettelijk stelsel?

SECUNDAIRE STELSELS: WERKING TIJDENS HUWELIJK
AFDELING I WETTELIJK STELSEL
 Art. 215 BW: bescherming gezinswoning ZELFS bij scheiding der goederen
 NIET verkopen zonder instemming partner
 Art. 217 BW: kosten gezin eerst betalen, overschot > besparingen
 Wat doen met die besparingen? Huwelijksok -> kernvraag secundair stelsel
 Art. 222 BW: schulden verantwoordelijk
 Bv. Vrouw hoofdelijk schulden betalen
 Art. 224 BW: schenden belangen gezin door borgstellingen, schenkingen, …
 Kan w nietigverklaard & dwingende bescherming

§1 Situering
Koppels onderworpen aan primair stelsel en secundair huwelijksvermogensstelsel
 Primair stelstel = rechten en plichten gehuwden
o Art. 213 BW

1

, o Persoonlijke en paar vermogen
o Dwingend recht > vrijheid vermogen
 Secundair stelsel = vermogenssituatie
o Geen huwelijkscontract DUS suppletief
o Wettelijk stelsel

Mogelijkheden:
 VOOR huwelijk een huwelijksovereenkomst bij notaris (conventioneel stelsel)
o Gemeenschap of scheiding van goederen (“ontrouw”)
 Doen dit niet, volgens rechtswege onder wettelijk stelsel
o Art. 2.3.12, eerste lid BW
o Ook residuair v toepassing op diegene die huwelijkscontract sloten (art. 2.3.52 BW)
o Van toepassing bij voltrekking huwelijk (art. 2.3.10 BW)
 Tijdens huwelijk een huwelijksovereenkomst sluiten
o = wijzigingsakte
o Voorschriften naleven: art. 2.3.8 en 2.3.9 BW

§2 kwalificatie van de vermogens
Wettelijk stelsel berust op 3 vermogens: (art. 2.3.18 BW)
 Eigen vermogen van elk beiden echtgeoten
 Gemeenschappelijk vermogen beide echtgenoten

 Midden tussen solidariteit tussen echtgenoten en behoud autonomie en individuele
vermogensvrijheid

Autonomie = niets regelt vermogensrechtelijk vlak, eigen vermogen (art. 2.3.39 BW)
 Zuivere scheiding goederen (wettelijk/feitelijk samenwonen)
Solidariteit = alles delen (art. 2.3.29 tot 2.3.38 BW)
 De deugd zit in het midden
 Geen neutrale houding, primeert het gemeenschappelijke (= spons)
 Alles gezien in voordeel van gemeenschap (= alles behalve bewijzen) = presumptio communis

Bv. Na 2j huwelijk: €2.5M erven > gezamenlijk MAAR na 3j partner vreemd gaan: wil scheiden
 Partner krijgt helft erfenis: full solidariteit gaat te ver
 Wettelijk stelsel evolueren naar systeem van sharing van aanwinsten tijdens huwelijk zijn
aangewerfd

 Achterliggende ratio: solidariteit met trouw aan relatie
o Fair om te delen bij scheiding? (vraagstuk 2)
 GEEN erfenis & schenking
 GEEN voorhuwelijks vermogen (> niet in gemeenschap)
 Wat je opbouwt tijdens relatie uit beroep, besparingen, beleggingen (=
aanwinste)
o Vermogen niet gebonden aan huwelijk = eigen

Sensu lato aanwinsten = ook die uit eigen vermogen

 Billijk vermogenssysteem: ‘dwingend opleggen met plafond’ (bv. Profvoetballers, …)
o Indien goed inkomen verzorgt: vallen onder gemeenschap
o Ideologische politieke keuze: solidariteit hoog

3 vraagstukken:
1. Going concern: vermogen tijdens relatie? (bv. Bestuur, aandelen, verhalen, …)
2. Wat bij ontbinding stelsel/huwelijk door echtscheiding?

2

, 3. Wat bij ontbinding door overlijden?
o Relatie stop: andere aard <-> relatiebreuk
NL: inkomsten uit goederen zijn eigen
BE: maakt niet uit van waar inkomen komt DUS gemeenschappelijk
MAAR stelsel laat afwijkingen toe > huwelijkscontract
 Hoe ver kan ik gaan: gemeenschap goederen <-> scheiding van goederen (andere regels)
 Demarcatiecriteria: ligt bij beroepsinkomsten
 Bij elk huwelijksco kan je zeggen: stelsel gemeenschap OF scheiding bij toep. Demarcatiecriteria
o Uit clausule beroepsinkomsten: van rechtswege & onmiddellijk in gemeenschap ->
gemeenschap van goederen
o Gemeenschap en mogelijk afwijken voor vermogen uit goeeren
o Clausule kan heel erg op maat: bv. Behalve inkomsten aandelen van die nv (precies en
duidelijk geformuleerd)

§3 Werking wettelijk stelsel
 Art. 2.3.22, §3 BW: alle goederen gemeenschap tenzij bewezen dat ze eigen zijn
 Alles vermoeden van gemeenschap, tenzij bewezen
 Specifieke bewijsregels: art. 2.3.20 BW
 Eigen goed finaal gepaard gaan met eigen schuld en gemeenschappelijk goed met
gemeenschappelijke schuld
 Tav derden moeilijker: bewijzen ahdv limitatief opgesomde wettelijke bewijsmiddelen

 Lijst van eigen goederen
 Bewijskracht tussen echtgenoten onderling & volgens meerderheid niet tegenwerpelijk
aan derden
o Notariële akte is tegenwerpbaar aan 3e (met vaste datum) TENZIJ tegenbewijs
o Niet voorbeslag gemaakt
o Meerderheid: rechter bvgh om te beslissen
 Bij betwisting rechter soevereine appreciatiebevoegdheid
 Bv. Factuur auto niet genoeg: bewijzen uit eigen vermogen

§4 baten, activa van eigen vermogen
BATEN VAN DE EIGEN VERMOGENS
 Goederen eigen door hun oorsprong (art. 2.3.17 BW)
o Goederen en schuldvorderingen die aan elk echtgenoten toebehoren op dag van
huwelijk
 Datum eigendomsverwerving determinerend
 Ook verkregen ingevolge vervulling voorhuwelijkse opschortende of
ontbindende voorwaarde zijn eigen (retro-actieve werking art. 1179 oud bw)
o Verkregen door erfenis, testament of schenking
 Tenzij uitdrukkelijk bepaald dat goederen gemeenschappelijk zouden zijn (art.
2.3.22, §1, 3° BW)
 Goederen eigen uit hun aard (art. 2.3.17-2.3.18 BW)
o Accessoria: eigen mits vergoeding
 Aandelen: eigen indien ingeschreven eigen gelden, voor huwelijk, erfenis of
schenking
 Gemeenschappelijk indien gemeenschaps geld ingetekend
 Tijdens huwelijk intekenen op nieuwe aandelen: gemeenschap? NEE toebehoren
aan andere aandelen: statuut is eigen
 Statuut goed staat los van zijn financiering
 Statuut goed: gemeenschap of eigen (> mog correctie 3 bollen bis theorie)
 Statuut goed bepaald door wet: kunnen conventioneel van afwijken
 Bv. Grond eigen (erf) dus huis erop ook eigen MAAR “nestjessyndroom”


3

, o Statuut veranderen: gemeenschap maken of eigen (behalve beroepsinkomsten) ->
uittrekking/natrekking
o Grond inbrengen in gemeenschap: condities opleggen
 Bv. Statuut huis eigen MAAR funding gefinancieerd afbetaald door beide & rest door spaargeld
man en vrouw
o Moet je compenseren
o Eigen vrouw <- gemeenschap ⇆ eigen man => rechtzetten bij ontbinding stelsel
o MAAR vrouw -> man: geregeld BUITEN de stelsels (bv. Terug na 6 maanden, ook al nog
samen)
 Regel van de vergoeding: principe solidariteit
o Regel van nominalisme (= terug wat betaald)
o Wet: onvolkomen valorisme (= volgens waarde vh goed waarin geïnvesteerd is)
o Onvolkomen = enkel meegaan in + en niet in –

 Zaakvervanging (art. 2.3.18 BW)
o Punt 4: ingewerkt op het statuut
o Eigen -> gemeensch investeren -> vergoeding
o Gemeensch huis maar financiering kan statuur vervangen -> eigen
o Bv. Appartement gemeensch: man bewijzen betaald uit erfenis > zaakvervanging?
 Belegging: appartement eigen van de man
o Verband zaakwaarneming en vergoeding
o Niet mog af te wijken principe van vergoeding (Cass 2007)
o WEL ad hoc modaliteiten vergoedingen aanpassen maar niet raken aan principe

 Belegging en wederbelegging
o Sprake indien echtgenoot goed verwerft met eigen gelden
o Wederbelegging = eerst eigen goed w vervreemd, waarna dan met opbrengst daarvan
nieuw goed w aangeschaft
 Gewone onroerende (weder)belegging
 Art. 2.3.21, eerste lid BW
 Echtgenoot heeft meer dan de helft betaald -> eigen
 Dubbele formele voorwaarde: verklaring wederbelegging + aantonen
meer dan de helft met eigen middelen -> bescherming gemeenschap
o Dan appartement eigen + vergoeding geld gemeenschap
 Vervroegde onroerende (weder)belegging
 Gemeenschap prefinancieerd goed en echtgenoot die eigen goed wenst
te verwerven pas later tot terugbetaling kunnen overgaan
 Sympathie eigen vermogen
 Akte van vervroegde wederbelegging: binnen 2j terugbetalen (meer dan
helft) en vanaf dan statuut van eigen
 Komt niet vaak voor in praktijk
 Roerende (weder)belegging
 Geen verklaring wederbelegging
 Geen jurist aanwezig
 Later mog niet meer aantonen ‘eigen’
 DUS bewijsstukken bijhouden

 Individuele levensverzekeringen
o Art. 2.3.18, 5° en 6° BW: “de rechten verbonden aan personenverzekering door de
begunstigde zelf gesloten, die hij verkrijgt bij het overlijden van zijn echtgenoot of na de
ontbinding van dat stelsel”
o A (verzekeringsnemer) > B > A: vrouw overlijdt, ik krijg vergoeding



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudentabc123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.48  4x  sold
  • (1)
  Add to cart