Dit is een samenvatting van het vak 'Gespreksmodellen' uit het 2e semester van het 2e jaar. Deze is volledig en bevat dus zowel de PowerPoint, cursus, notities als oefeningen met antwoord.
INTRODUCTIELES
Wat bedoeld hij met kennen? toepassen
De modellen
1. Omgaan met emoties: weerstand en verbindende communicatie en slechtnieuwsgesprek
2. Oplossingsgericht werken
3. Motiverende gespreksvoering
4. Herstelgerichte benadering
5. Casusbespreking, integratie les en voorbereiding examen
Examen
- 30% examen eindopdracht
o In de stage maken
- 70% examenrollenspel met schriftelijke voorbereiding
o Inleven in de rol van SW’er
o Gespreksmodellen en communicatieve vaardigheden worden toegepast
o Een rollenspel met een externe 3e partij
o Voorbereidingstijd voorzien (schriftelijk en wordt beoordeeld)
o Je krijgt maar 8 min de tijd!
- 31 mei 4u les = het examen
- Je mag een bla(a)d(jes) meedoen naar het examen
Beginvaardigheden – herhaling vorig jaar
1. Onvoorwaardelijk empathisch ontvangen
- Onvoorwaardelijk accepteren van cliënt (niet perse van gedrag) en dit benoemen
o Met woorden, maar ook lichamelijk benoemen
- Primair voor effectieve gespreksvoering
2. Niet interpreteren
3. Aandacht gevend gedrag
- Mensen moeten hun verhaal kwijt kunnen
- Aandacht hebben en belangstelling geven aan dat verhaal waardoor beter luistere
- Nood aan reflectie over aandacht gevend gedrag
- Reflecteren over professioneel handelen en over de positieve en negatieve zaken
4. Verbaal en non-verbaal aandachtgevend gedrag
- Nauwkeurig volgen van wat de cliënt heeft gezegd;
- Laat toe zijn gedachtenspoor af te maken en verkennen;
1
, - Eigen problemen en zorgen hardop formuleren;
- De HV doet niet aan interpretatie.
- Kleine aanmoedigingen (korte verbale reacties);
- Stimuleren meer te vertellen;
- Interesse laten merken;
- Verhaal van de cliënt op gang houden.
- Non-verbale tekens die een voortdurende gespreksstimulans geven;
- Positieve reïnforcers;
- Hebben een ordende functie bij het gesprek;
- Zijn signalen om het woord te houden, door te geven, of gesprek te beëindigen.
5. Open uitnodigen tot praten en stellen van vragen
- Ruimte geven om te schetsen hoe cliënt situatie ziet;
- Open uitnodiging tot praten
- Perceptie op de situatie schetsen zonder beperking;
- Gedachten onder woorden brengen;
- Open en gesloten vragen.
Open vragen Gesloten vragen
• Staan toe zichzelf te verkennen met steun van • Weinig ruimte tot eigen inbreng;
HV; • Specifieke info;
• Hoe, wat, kan u vertellen over? • Uitgesproken vormen:
• Onderscheid in geboden ruimte; – Ja/neen
• Volledig open: – Meerkeuze
– Wat houdt u bezig, wat brengt u hier, – Suggestieve vragen.
waarover wil u praten, …
– Volledig vrij: enkel praten moet.
• Hoe is het op uw werk, wat denkt u aan het • Komen dikwijls uit referentiekader van HV
probleem te doen hoe ziet uw dagindeling • 3 nadelen:
eruit, … – Cliënt beperkt in uitingen
– Bieden minder ruimte; – Vaak suggestief omwille van
– Zoeken een bepaald deelgebied. vooropgezet idee
• Helpen bij het begin van het gesprek; – Cliënt voelt zich minder
• Brengen de cliënt ertoe ergens dieper op in te verantwoordelijk voor wat wordt
gaan: “kan u hierover iets meer vertellen”? besproken: leidt tot kortere
• Stimuleren tot verduidelijking; antwoorden: HV kan vastzitten.
• Helpen de aandacht op de gevoelens te • Wordt veel gebruikt door beginnende HV:
richten. – Pauze na open vraag is echter
• Vaak beter exploratie normaal: onderzoek van eigen
beleving.
– Weinig stiltetolerantie;
• Beperkte antwoordmogelijkheden
• Cliënt kan niet zelf antwoorden
2
,6. Wanneer open en gesloten vragen?
- Afhankelijk van doel
- Cliënt veel ruimte geven: open vragen
- Specifieke info of controle: gesloten vragen
o normaliseren
- Gesloten vragen nuttig bij:
o Verlegen mensen
o Moeilijk onderwerp aansnijden
- Er zijn echter weinig regels
- HV moet verschillende vraagsoorten in repertoire hebben
-
8. Waarom vraag
- Altijd een ‘daarom antwoord’= een keuze van de cliënt zelf, is niet altijd de waarheid. De vrijheid
van de ciënt lijkt positief, maar de vrijheid lijdt vaak tot een ander (niet- eerlijk) antwoord.
o Kan een instument zijn om de cliënt te confronteren met bv. Tegenstrijdige antwoorden
- Mensen hebben vaak beweegredenen om iets te doen
- Is open vraag die zeer adequaat kan zijn
- Aan begin contact kan dit zeer bedreigend zijn
- Gevoel van verantwoording geven vs. Intentie tot laten ordenen en exploreren van gevoelens.
- Kan leiden tot schijnverklaringen
- Kan leiden tot defensieve opstelling
o Waarom drinkt u zo veel vs. Heb je een idee waarom je zo veel drinkt?
1. Kan heel snel aanvallend zijn, oordelend zegt dat het dringend is om aan te
werken
Je legt de macht van de verantwoording bij de cliënt
Je antwoord kan heel verschillend zijn
Normaliseren is zeer normaal
-
9. Minimale aanmoediging tot praten
- Cliënt stimuleren verder te praten en te verdiepen in verhaal;
- Onderscheid tussen intern referentiekader exploreren vs. Vragen naar nieuwe onderwerpen
buiten referentiekader cliënt.
3
, E-in vragen E-ex vragen
- Explorerende vraag binnen - Niet doorgaan op gedachtenspoor van
referentiekader; cliënt, maar nieuwe informatie
- HV sluit aan bij de laatste uiting van de vragen.
cliënt en zijn gedachtenspoor:
o Verduidelijking;
o Nadere info;
o Stimuleren tot exploratie thema.
- Kan u dat verduidelijken;
- Hoe bedoelt u dat;
- Kan u daar een voorbeeld van geven;
- Kan u daar iets meer over vertellen.
- Ook vragen naar nieuw materiaal zijn
mogelijk:
o Doorvragen om probleem te
concretiseren;
o Helder maken van kader
waarbinnen probleem zich
voordoet.
o De verduidelijking is een
gesloten vraag gesteld bij een
beleving (open vraag).
12. Onjuist vraaggebruik
- Vragen die cliënt afremmen om situatie te exploreren:
o Te veel vragen tegelijk:
Vraag-antwoordpatroon;
o Meerdere vragen tegelijk:
Vertrekt vanuit korte vraag opnieuw formuleren met diverse
antwoordmogelijkheden:
Leidt tot verwarring;
Wellicht slechts 1 vraag beantwoorden die minst bedreigend is.
- Kan je me daar een voorbeeld van geven? Ik bedoel, hoe zal je moeder reageren als je dat doet?
Wordt ze dan boos of zal ze het accepteren omdat je toch haar zoon bent? foute zin
- Voorbeeld: Schrok je toen erg? En was je toe overrompeld? Werd je bang of agressief? Hoe is dat
afgelopen?
Kan je me daar een voorbeeld van geven? Ik bedoel, hoe zal je moeder reageren als je dat doet?
Wordt ze dan boos of zal ze het accepteren omdat je toch haar zoon bent?
te veel vragen, suggestief
zou moeten gaan over de dochter. Wat doet dat met jou? Wat hield je tegen om toch niet thuis te
slapen?
4
, - Meerkeuze vragen:
o Cliënt kan niet in eigen woorden antwoorden;
o Antwoordmogelijkheden worden beperkt.
o Ben je dan opgewonden of doet het je niets?
o Zou je dan willen weglopen of hem een klap geven?
- Suggestieve vragen:
o Stelling waarbij een bepaald antwoord verwacht wordt;
o Of cliënt dwingt de dingen te zien zoals de HV ze ziet;
o Hoe moet de cliënt denken.
o Maar zou je kunnen zeggen dat dit veel beter is voor je?
o Vind je ook niet dat een kind zijn ouders moet respecteren?
o Zeggen je ouders niets van dat drinken?
o Denk je ook niet dat je dit met je vriendin moet uitpraten?
Je beïnvloed de gedachten van de cliënt, jij weet/ kan het beter
- Beschuldigende vragen:
o Hoe haal je het in je hoofd om zoiets te doen?
o Wat had je daar dan ook te zoeken?
- Gevolgen:
o Zelf-exploratie van cliënt vermindert;
o Cliënt komt in afhankelijke positie;
o Ontstaan van vraag-antwoord patroon;
o HV heeft de verantwoordelijkheid voor inhoud van gesprek;
o Roept ongewenste gevoelens bij cliënt op;
o Cliënt wordt niet in zijn waarde gelaten.
13. Gebruik van stiltes: verschillende soorten
- Cliënt meent uitgepraat te zien en laat stilte:
o HV toont begrip en stimuleert om verder te praten;
- Stilte indien ook HV niet weet hoe gesprek verder gaat:
o Idee ontstaat dat de HV een oplossing moet bieden;
- Stilte die ontstaat als verhaal van cliënt stokt:
o Cliënt is aan het nadenken;
o Cliënt vindt het moeilijk om verder te praten;
o Cliënt weet niet wat hij verder nog zou moeten vertellen over onderwerp.
- HV bepaalt welke stilte het is en hoe te reageren.
14. Luistervaardigheden
- Waarneembare uitingsvormen van een empathische houding;
- Vele benamingen:
o Spiegelen
o Actief luisteren
o Reflecteren
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadeclerck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.