Alles wat je moet kennen voor de geschiedenis Wereld Oriëntatie toets. Een samenvatting, alle canon vensters uitgewerkt, de bijbehorende kenmerkende aspecten en de bijbehorende pictogrammen met uitleg.
Geschiedenis herkansing
Tijdvak 1
Tijd van jagers en boeren
Prehistorie: 3000 voor Christus
Samenvatting
De mens komt oorspronkelijk uit Afrika en leefde de langste tijd van zijn bestaan als jager-
verzamelaar. Jagers-verzamelaars hadden weinig bezittingen, waardoor er veel minder
archeologische sporen zijn teruggevonden dan van de latere boeren.
In West-Europa leefde rendierjagers. Zij leefden hier als nomaden, omdat ze afhankelijk
waren van het trekgedrag van hun prooidieren.
De eerste boeren leefden rond 9.000 v. Chr. in de vruchtbare halvemaan, een gebied in het
Midden-Oosten.
Agrarische revolutie: de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw vanaf 9000. C. Chr.
bracht veel veranderingen. Er wordt gesproken van een revolutie. Boeren produceerden
meer voedsel, waardoor de bevolking groeide. Er ontstond een complexe samenleving waar
mensen zich konden specialiseren, omdat niet iedereen nog op het land hoefde te werken.
Boeren zetten de natuur naar hun hand door het kappen van bos, irrigatie en het fokken van
dieren.
Bandkeramiekcultuur 5000 v. Chr.: de eerste boeren in Midden- en West-Europa legden
akkers aan op vruchtbare lössgrond. Zij maakten aardwerk met een opvallende
bandversiering.
Trechterbekercultuur 3000 v. Chr.: een volk boeren dat hunebedden bouwde.
Grottekeningen in Frankrijk en Spanje en de vondst van kleine beeldjes worden gezien als
uitingen van religieus gevoel. Grafgiften worden gezien als geloof in een leven na de dood.
De prehistorie is de tijd waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. De kennis over de
prehistorie is voorhal gebaseerd op archeologisch onderzoek.
Kenmerkende aspecten
De levenswijze van jager-verzamelaars.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Pictogram
,Op de achtergrond een grotschildering van een jagersvolk. Op de voorgrond een pot uit
aardewerk van een boerenvolk.
Canonvensters
Trijntje
De eerste bewoners van ons land waren nomadisch. Ze jagen, vissen en verzamelen
vruchten, noten, knollen en zaden. De winter brengen ze door in een vast kamp op een
droge plek. Op de plaats waar ooit zo’n nederzetting was, is in 1997 het skelet van jager-
verzamelaar Trijntje opgegraven. Het skelet van Trijntje is het oudste menselijke skelet dat in
Nederland is gevonden.
Trijntje leefde in een groep van ongeveer 25 mensen. Samen trekken ze jaarlijks heen en
weer tussen een zomer- en winterkamp. Waarschijnlijk wonen ze in hutten, ze maakte
verfijnde vuurstenen en reizen doen ze te voet en per kano. Op het ritme van de seizoenen
leven ze van wat de natuur hun biedt, waaronder eetbare zoogdieren, vissen en vogels. De
groep gebruikt alle onderdelen van de dieren die ze vangen.
Op de tijdlijn staan Trijntje en haar stam bijna aan het einde van de periode van de jagers-
verzamelaars. Vlak hierna kwam de opkomst van de landbouw.
Hunebedden
De hunebedbouwers zijn relatief late boeren. Ze bouwde hunebeden van reusachtige
stenen, verplaatst door de ijstijd, die ze op elkaar stapelde. De hunebedden dienen als
gemeenschappelijke begraafplaats.
De hunebedbouwers wonnen in boerderijen en gebruiken houten en stenen werktuigen. Ze
maken potten (trechterbekers) van klei om voorraden in te bewaren. Zulke potten zitten bij
de grafgeschenken die ze aan gestorvenen meegaven.
,Het is niet helemaal duidelijk hoe deze mensen erin slagen om stenen van soms wel
twintigduizend kilo van de grond te krijgen. Waarschijnlijk maken ze van aarde een soort
oprit en gebruiken ze ronde boomstammetjes om de stenen overheen te laten rollen.
De hunebedden passen in een langdurige periode van prehistorische ontdekkingen en
uitvindingen die van grote invloed zijn geweest op de ontwikkeling van Europa.
In Drenthe zijn 52 hunebedden bewaard gebleven, in Groningen twee. Het moeten er echter
meer zijn geweest.
Https://geschiedenisonline.nl/tijdvak-1/
, Tijdvak 2
Tijd van Grieken en Romeinen
3000 voor Christus – 500 na Christus
Samenvatting
De agrarische revolutie leidde tot het ontstaan van stadstaten in het Midden-Oosten. Hier
ontstonden nieuwe ideeën en ontwikkelingen, zoals de eerste schrifttekens op kleitabletten.
Grieken verzamelde kennis en ontwikkelde zich in de wetenschap en de filosofie. Er
ontstonden nieuwe gedachtes over hoe een bestuur moet werken. De Griekse staat Athene
werd rond 500 voor Christus als een democratie bestuurd.
De stadstaat Rome groeide vanaf 270 voor Christus door veroveringen uit tot het Romeinse
Rijk. Er was sprake van een Grieks-Romeinse cultuur, omdat de Romeinen onder andere
religie, bouw- en beeldhouwkunst van de Grieken overnamen.
De romeinen zorgden voor veiligheid en een infrastructuur waardoor handel en steden zich
ontwikkelden. De economie steunde op slavernij van overwonnen volkeren.
Rond 50 voor Christus veroverden de Romeinen de Lage Landen. De grens liep langs de Rijn
en werd verdedigd met wachttorens en forten. De Germaanse bevolking nam romeinse
gebruiken en gewoonten over: romanisering.
De Grote Volksverhuizingen begonnen rond 250. Rond 400 trok het Romeinse leger zich
terug van de grens om Rome te beschermen. Nieuwe volken trokken het gebied binnen. Er
kwam een eind aan de agrarisch-stedelijke samenleving.
De Romeinen geloofden net als de Grieken en Germanen in veel goden. Keizers werden
soms ook tot god verklaard. Men stond tolerant tegenover andere religies, maar sommige
keizers vervolgden christenen om dat zij slechts één god erkennen.
Rond 300 stond keizer Constantijn de Grote het christendom toe. Later werd het
Christendom de verplichte staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk.
De prehistorie eindigde overal op een andere tijd. In de Lage Landen eindigden de
prehistorie met de komst van de Romeinen.
Kenmerkende aspecten:
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat.
De groei van het Romeinse imperium waar door de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde.
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsedemoes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.