Samenvatting Brein&Gedrag
Hoofdstuk 1: Inleiding
Als begeleid(st)er menselijk gedrag bestuderen vanuit verschillende gezichtspunten
(aanvullend op elkaar) bv. gedragsbiologie
Gedrag wordt beïnvloed door biologische factoren, door processen die zich afspelen in het
menselijk lichaam, 4:
o Evolutionaire biologie:
Verklaart de ontwikkeling vanuit 1 criterium reproductief succes = in welke
mate een nageslacht zeker zal zijn
Als begeleider: om een bredere visie te krijgen op het begrijpen en verklaren
van gedrag
o Genetica:
Genetisch identificeerbaar tot in detail van de psychologische en sociale
kenmerken
Als begeleider: vragen stellen over hoe we kunnen omgaan met de relatie
tussen genen en gedrag, en hoe we met die connectie moeten handelen in
onze hulpverlening
o Hormonen:
Uniek maken van elke persoon; hoe we eruit zien, ons uiterlijk en karakter
Als begeleider: kritisch en voorzichtig zijn met eenzijdige interpretaties over
hormonen (bv. hormonen bepalen al onze gevoelens en gedragingen)
o Zenuwstelsel:
Centrum van ons lichaam
Hersenen vervullen een centrale rol en sturen, besturen ons lichaam
Zorgt voor inwendige basishouding, de wisselwerking met de
omgeving en het bewustzijn
Beschadigd of ondermijnd door bepaalde factoren? Strekkende gevolgen die
niet altijd duidelijk of overzichtelijk zijn
Als begeleider: kennis over hersenstructuur, functie, werking zorgt ervoor dat
we beter menselijk gedrag begrijpen
Het bio-psychosociaal model
Als begeleider verschillende
perspectieven innemen om de
persoon beter te leren begrijpen,
3 invalshoeken
o Biologische oorzaken
o Omgevingsfactoren
o Psychologische factoren
= het bio-psychosociaal model
, Biologische factoren
Menselijk gedrag hangt af van 6 biologische factoren:
o Hersenen
o Neurotransmitters
o Hormonen
o Erfelijkheid
o Prenatale factoren
o Evolutionaire factoren
Hersenen
Alle gedragingen en gevoelens worden op één of andere manier beïnvloed of gestuurd door
het zenuwstelsel; stoornissen kunnen optreden door beschadigingen of afwijkingen in de
hersenen:
o Beschadiging in de frontale hersenen kinderen stellen, liegen meer en vertonen
een gebrek aan moreel besef
o Afwijking in de frontale hersenen depressieve mensen (rechterhelft vertoont meer
activiteit dan hun linker, vergeleken met een ‘normaal’ persoon)
o Ongeval, bloeding of ouderdom gebrek in spraak, geheugen of aandacht
Neurotransmitters
Gedrag wordt ook beïnvloed door de werking van informatiedracht tussen zenuwcellen,
neuronen overdracht vindt plaats door neurotransmitters (bestaan verschillende soorten
van) andere stoffen die neurotransmitters afremmen of activeren, wanneer die niet goed
worden verloopt de overdracht te snel of te traag
Hormonen
Verstoring in de hormoonproductie bv. agressie hangt samen met een verhoogd testosterongehalte
Erfelijkheid
Bepaalde eigenschappen staan vast doordat ze mede erfelijk bepaald zijn bv. fysieke kenmerken of
intelligentie
Syndromen met erfelijke basis bv. syndroom van Down, fragiele X-syndroom
Prenatale factoren
Gedrag van de moeder kan tijdens de zwangerschap voor bepaalde afwijkingen zorgen bij het
kind bv. roken, alcoholgebruik
Evolutionaire factoren
Later meer hierover
Omgevingsfactoren
Menselijk gedrag wordt bepaald door 4 omgevingsfactoren:
o Gezinssituatie
o Opvoeding
o Sociale omgeving
o Cultuur
, Gezinssituatie en opvoeding
Hoe is de samenstelling van het gezin?
Hoe kan je de sfeer omschrijven in het gezin?
Zijn de ouders betrokken op hun kinderen?
…
Sociale omgeving
Gedragingen en opvattingen
Sociale omgeving bestaat, hoe ouder dat het kind wordt, uit steeds meer personen en
groepen
Ouders familie vrienden klasgenoten …
Jongeren in de puberteit zijn makkelijk te beïnvloeden door hun sociale omgeving, vooral
door hun leeftijdsgroep (vrienden)
Cultuur
De oordelen, opvattingen en gedragingen die in de groep gelden (sociale omgeving) waarvan
iemand deel uit maakt, zijn grotendeels ontleend aan de maatschappij en/of cultuur waar
men deel van uitmaakt
Psychologische factoren
Menselijk gedrag kan bepaald worden door 6 psychologische factoren:
o Ervaring
o Leerprocessen
o Temperament
o Karakter
o Zelfbeeld
o Intelligentie
Nature-nurture debat
Nature standpunt:
o Hoe mensen ontwikkelen hangt grotendeels af van hun erfelijkheid/biologische
kenmerken
o Rol van opvoeder/begeleider is tot een minimum beperkt
Nurture standpunt
o Hoe mensen zich ontwikkeling wordt bepaald door hun omgeving en de opvoeding
die ze krijgen
o Mensen zijn een onbeschreven blad als ze op de wereld komen
o Rol van begeleider/opvoeder is cruciaal
, Hoofdstuk 2: Algemene
uitgangspunten en inleidende
begrippen
Verschillende perspectieven binnen het vakgebied van de psychologie:
o Cognitief perspectief
o Behavioristisch perspectief
o Psychodynamisch perspectief
o Biologisch perspectief
Duidelijk maken dat het biologische perspectief niet het enige is (staat wel centraal bij
dit OPO)
Biologisch perspectief
Verklaringen volgens Tinbergen
Formuleerden 4 vragen die leiden tot biologische verklaringen van gedrag:
o Fysiologische verklaringen
o Functionele verklaringen
o Ontogenetische verklaringen
o Evolutionaire of fylogenetische verklaringen
Fysiologische verklaringen
Geven antwoord op de oorzaken van gedrag
Het verband tussen een prikkel en het gedrag dat er door in gang gezet wordt of beïnvloed,
wordt in kaart gebracht
Relateert gedrag aan de werking van de hersenen en andere organen, soms tot op cellulair en
chemisch niveau
Functionele verklaringen
Zoeken een antwoord op de vraag wat de (biologische) functie is van gedrag, hoe de fitness –
de soms van overlevings- en voorplantingskansen – erdoor wordt verhoogd
Ontogenetische verklaringen
Schetsen de ontwikkeling van de geboorte tot aan de volwassenheid
Genen in samenwerking met omgeving monden uit in een bepaalde vorm van gedrag
Evolutionaire of fylogenetische verklaringen
Brengen gedrag of elementen ervan in verband met de ontstaansgeschiedenis van de soorten
Feedbackmechanismen en homeostase
Homeostase = het proces gericht op het bewaren van een stabiel intern milieu in een
voortdurend veranderende omgeving, door gebruik te maken van feedbackmechanismen
o = een dynamisch evenwicht
aangezien organismen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberdefraine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.18. You're not tied to anything after your purchase.