Samenvatting van het boek de Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 uit 2013 (zesde druk). Het betreft de hoofdstukken 2 t/m 6, 8, 9 en 11.
Taallijn hoofdstuk 2 interactief taalonderwijs
Pijlers van interactief taalonderwijs
Betekenisvol leren
Vindt plaats tijdens activiteiten die voor kinderen belangrijk en zinvol zijn. Kinderen willen
iets leren wat ze kunnen gebruiken in hun dagelijks leven. Het lukt het beste in een
authentieke en rijke leersituatie, waarin kinderen veel gelegenheid krijgen om zelf te
experimenteren met diverse materialen.
Sociaal leren
Sociaal leren is leren in interactie met anderen. Door de interactie (bestaat uit taalgebruik en
taalbegrip), breiden de kinderen hun woordenschat en kennis over de wereld uit. Je leert
van het taalaanbod van de ander.
Strategisch leren
Kinderen leren zelf problemen op te lossen. Zij leren methodes en strategieën die ze ook in
andere situaties kunnen gebruiken. Door het vervullen van een actieve rol bij het leren van
taal, ben je beter in staat om je eigen leerproces te sturen.
Taalinstructie in balans
Interactief taalonderwijs gat uit van een balans tussen constructief (leerlinggestuurd) en
instructief leren (leerkrachtgestuurd). Samen wordt kennis opgebouwd en ontwikkelen
strategieën. De leerkracht ondersteund door instructie en uitleg. Leren is dus actief en
constructief.
Directe instructie en oefenvormen
Onderwijzen bestaat veel meer uit het creëren van zinvolle leersituaties en uit het
begeleiden en sturen van leerlingen. Vooral binnen de fase van het technisch lezen speelt
directe instructie een belangrijke rol.
Ankers en routines
Activiteiten komen voort uit zowel ankers als routines. Een anker is een betekenisvolle
startsituatie voor taalleren. Een anker is een motiverende startactiviteit waaraan andere
activiteiten gekoppeld kunnen worden die inhoudelijk verbonden zijn aan het anker.
Bij ankergestuurd leren speelt de inbreng van de kinderen een grote rol.
Routines zijn betekenisvolle activiteiten die iedere dag (bijv.) terugkomen in de klas die
kunnen aanzetten tot communicatie. De gebruikelijke taalleerroutines worden in het teken
van het anker geplaatst.
,Taallijn hoofdstuk 3 mondelinge taal
Om goed te communiceren zijn mondelinge taalvaardigheden nodig. Mondelinge taal is het
middel om gedachten en gevoelens te benoemen en ordenen. Een goede mondelinge
taalvaardigheid is bovendien een voorwaarde voor de schriftelijke taalontwikkeling.
Schoolse taalvaardigheid is noodzakelijk of schoolse taken uit te voeren.
Ontwikkeling van de mondelinge taal
het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief:
Kinderen leren door interactie met de Hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn
personen in hun omgeving. Volwassenen staan kennis van de taal
model voor goed taalgebruik en helpen het
kind om zijn taalvaardigheid verder te
ontwikkelen. Als kinderen zelf praten, Als hij iets wil zeggen, merkt hij door de
feedback die hij krijgt dat hij iets nog niet
activeren zij hun taalleermechanisme, zie precies weet
afbeelding.
Fasen van de taalontwikkeling Hij gaat letten op de vorm van de taal die hij
Al vanaf de geboorde communiceren baby’s om zich heen hoort
met hun omgeving, door middel van geluiden
en klanken. Later gebruiken ze ook gebaren;
wijzen en grijpen om doelbewust iets gedaan Zo ontdekt hij wat hij nog niet wist en krijgt
te krijgen. Een extra mogelijkheid om te dus nieuwe kennis van de taal
communiceren zijn de eerste woordjes rond
het eerste levensjaar. In de periode daarna leren ze steeds meer woorden.
Tussen 3e en 4e levensjaar zijn kinderen steeds meer in staat om met mensen in hun
omgeving te praten. Communicatie met leeftijdgenoten tijdens spel neemt toe.
Tussen 5e en 7e jaar ontwikkelt de communicatieve competentie van het kind zich verder en
leert het coherente gesprekken te voeren. Ook leert het kind te praten over het verleden en
ervaringen die het niet zelf heeft opgedaan.
De ontwikkeling van de communicatieve competentie wordt ook ontwikkeld doordat de
kinderen naar school gaan en daar gestructureerd taal leren. Hier worden ook de
communicatieve vaardigheden geoefend; luisteren en reageren op elkaar.
Invloed van de omgeving op de taalontwikkeling
Er bestaan tussen gezinnen verschillen in de aard en de mate van het taalaanbod. Ook
groeien kinderen op in andere sociaal-culturele en sociaaleconomische omstandigheden.
Veelvuldig en inhoudelijk praten met kinderen over zaken die het kind interessant vindt,
schept gunstige condities voor een voorspoedige taalontwikkeling. Dit is ook zo als kinderen
regelmatig worden voorgelezen en zij gestimuleerd worden tot lezen en schrijven, en bij
dingen die een kind zelf nog niet kan.
Ondersteunende omgeving in de thuissituatie is positief voor de taalontwikkeling. Met
namen analyserende gesprekken zijn stimulerend. (Hoe en waarom). Kinderen leren het
meest van gesprekken die veel vragen van hun denk- en taalcapaciteiten.
, Kwalitatief goed taalaanbod door volwassenen blijkt te leiden tot goed taalgebruik van
kinderen. Zowel de rol van volwassenen als de aanwezigheid van andere kinderen spelen
een belangrijke rol voor de taalverwerving.
In hogere sociale milieus wordt de taal vaker gebruikt in meer complexe functies, iets wat
positief is voor de taalontwikkeling van kinderen. Voor kinderen in de lagere sociale milieus
zijn de condities voor taalverwerving dus niet optimaal.
Soms wordt er thuis een andere taal gesproken dan op school. Dit kan leiden tot
communicatieproblemen. Ook verschillen de interactiepatronen en de omgangsvormen in
gezinnen uit andere culturen vaak van die van Nederlandse gezinnen. (VB: minder waarom-
vragen -> minder cognitieve eisen gesteld).
Analfabetisme, schriftelijke cultuur, voorlezen. Dit verschilt per thuissituatie en dit heeft
invloed op de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid van een kind.
De taalontwikkeling van anderstalige kinderen
De volgorde waarin de verschillende aspecten van het Nederlands wordt verworven, is voor
eerste- en tweede-taalverwervers vaak hetzelfde. Alleen het tempo verschilt.
Anderstaligen houden lange tijd problemen met bijvoorbeeld uitzonderingen in de vorming
van de verleden tijd en de voltooide tijd van sterke werkwoorden en bij meervoudsvormen.
Nederlandse kinderen leren dit in alledaagse interactie, voor anderstaligen is het aanbod in
hun omgeving hiervoor te gering. Ook in woordenschat is er achterstand. Ook hier speelt de
omgeving een rol. De Nederlandse woordenschat wordt door de omgeving weinig
uitgebreid.
Tussendoelen mondelinge communicatie PAGINA 28-30
De tussendoelen beschrijven het gewenste resultaat van ontwikkelings- en leerprocessen. Ze
geven aan welke ontwikkelingen op het gebied van taal gunstig zijn voor een voorspoedige
schoolcarrière, en geven scholen een richtlijn voor de inrichting van het taalonderwijs. De
tussendoelen markeren de belangrijkste momenten in die ontwikkeling en gelden in principe
voor alle kinderen.
1. Deelname aan gesprekken
2. Interactief leren
3. Taalgebruik
4. Begrijpend luisteren
5. Vertellen en presenteren
6. Reflectie op communicatie
7. Reflectie op taal
Aspecten van interactie
Voor het voeren van gesprekken zijn 3 aspecten van belang: taalaanbod, taalproductie en
feedback. Het is cruciaal wat een volwassene tegen het kind zegt (taalaanbod) en hoe hij
reageert op wat het kind zegt (feedback). Daarnaast is het noodzakelijk dat kinderen de kans
krijgen om zelf hun taal zo actief mogelijk te gebruiken (taalproductie).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikoomen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.