De democratische revoluties in westerse landen
Hoofdstuk 8
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
(Industriële revolutie): Omstreeks 1800 begin in Groot-Brittannië de industriële revolutie, een
ingrijpende maar geleidelijke verandering van de nijverheid die sneller, grootschaliger en goedkoper
ging produceren. Door verbeterde landbouwmethodes konden minder boeren meer voedsel
produceren. Door de technologische vooruitgang werden ook de vervoersmogelijkheden ingrijpend
verbeterd. Er ontstond een industriële samenleving, waarin meer dan de helft van de bevolking in de
steden woonde en waarin industrie en diensten de belangrijkste beroepssectoren werden. De
industrialisatie verspreidde zich in de tweede helft van de 19e eeuw naar andere Europese landen,
de VS en Japan en in de 20e eeuw naar de rest van de wereld.
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme: Vanaf 1815 ontstonden politieke stromingen als het liberalisme,
nationalisme en socialisme, die zich verzetten tegen de conservatieve monarchieën. Door de
opkomst van de burgerij en de arbeidersklasse groeide hun invloed.
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het
politieke proces (Voortschrijdende democratisering): In de 19e eeuw nam bijna overal in Europa de
volksinvloed toe, maar in sommige landen ging democratisering veel verder dan in andere. In Groot-
Brittannië en Nederland slaagde de democratisering; in Duitsland mislukte deze. Vanaf 1815 had
Nederland een constitutionele monarchie. In 1848 kwam er een parlementair stelsel, waarna het
beperkte mannenkiesrecht in stappen werd uitgebreid tot de invoering van algemeen
mannenkiesrecht in 1917. Met de invoering van algemeen vrouwenkiesrecht in 1919 werd Nederland
een parlementaire democratie.
De opkomst van emancipatiebewegingen (emancipatiebewegingen): In de tweede helft van de 19e
eeuw kwamen het confessionalisme en het feminisme op. Het waren emancipatiebewegingen die
een eind wilden maken aan de achterstelling van hun aanhangers: katholieken, protestanten en
, vrouwen. Belangrijke resultaten van deze bewegingen waren de invoering van gelijke financiering
van openbare en bijzondere scholen in 1917 en van het algemeen vrouwenkiesrecht in 1919.7
Discussies over de ‘sociale kwestie’ (sociale kwestie): De industrialisatie leidde tot het ontstaan van
de sociale kwestie: de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. In het maatschappelijk
debat hierover kwamen verschillende opvattingen over oorzaken en mogelijke oplossingen naar
voren, variërend van niets doen tot ingrijpen door de overheid. Arbeiders richtten vakbonden op om
gezamenlijk met werkgevers te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden.
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie (imperialisme): Door
de industriële revolutie hadden de Europese landen grote behoefte aan grondstoffen en
afzetmarkten en waren ze militair superieur. In de 19e eeuw veroverden ze grote gebieden in Afrika
en Azië waar ze kolonies stichtten. Ook het Chinese keizerrijk verloor een deel van zijn
onafhankelijkheid aan koloniale mogendheden.
Oefenvragen
Waar begon de industrialisatie?
Begon in Groot-Brittannië, later volgde de VS, rest van Europa en Japan
Wat zijn de kenmerkende van een industriële samenleving?
- Trek van platteland van de stad
- Grootste gedeelte bevolking woont in stad
- Fabrieken en arbeidswoningen
- Groei industrie en dienstensector
Wat waren de verschillende klassen tijdens de industriële revolutie?
- Bovenklasse: kapitalisten (fabriekseigenaren)
- Middenklasse: Ambtenaren, winkeliers
- Onderklasse: arbeiders
Wat zijn de oorzaken van de industriële revolutie?
- Britse koloniale overheersing
- Ondernemers investeren in textiel (katoen ipv wol)
- Er kwamen spinners en wevers
- Uitvinders -> stoommachines (James Watt)
Wat zijn de gevolgen van de industriële revolutie?
- Productie goedkoper, sneller en grootschaliger
- Betere kwaliteit
- Mechanisatie (machines ipv nijverheid)
- Groei en trek naar steden
Wat zijn de gevolgen van de tweede industriële revolutie?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittjonkergouw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.