WHAT IS IN A NAME?
Wij vertrekken in dit beroepsonderdeel van de term ‘beroepsethiek’ en willen hiermee ook standpunt
innemen. Beroepsethiek omvat meer dan deontologie. Of nog anders gesteld: het volgen van een
code, maakt je daarom nog geen goed sociaal werker. We hopen hiermee ook duidelijk te maken dat
we resoluut gaan voor een communicatieve ethiek, een dialoogethiek waarbij de term
‘beroepsethiek’ sociaal werkers meer bewegingsruimte biedt om als beroepsgenoten onder gelijken
op basis van dialoog te kunnen onderzoeken en te kiezen wat het goede is in een bepaalde context.
Welke positie als sociaal werker wil en kan ik innemen gegeven de sociale context (cf. de ‘feiten’),
de wettelijke normen die het kader voor mijn discretionaire ruimte vormen (cf. de ‘normen’) en de
waarden die richting geven aan het beroep (cf. de ‘waarden’)?
WHOSE SIDE TO WE CHOOSE (TO BE ON)?
Dit opleidingsonderdeel richt zich in eerste instantie tot sociaal werkers in wording, maar evenzeer
tot ‘professionals’ die werkzaam zijn op de ‘sociale werkvloer’, tot lectoren en academici sociaal
werk en tot iedereen die begaan is met de ‘ziel van de stiel’ van sociaal werk. Deze ziel van de stiel
roept een aantal associaties op met het oude begrip ‘ambacht’ en behoeft toch enige nuancering.
Zijn sociaal werkers dan te beschouwen als ambachtslui die hun vak (liefst met liefde en passie)
overbrengen van meester naar leerjongen? Zal dit opleidingsonderdeel je met andere woorden leren
een sociaal werker te worden die als een morele meester, door zijn of haar expertise in sociale
‘arbeid’, andere kan bijbrengen voortaan de ‘juiste’ beslissingen te nemen bij sociale problemen?
Nee, we hebben die universele wijsheid niet in pacht maar vooral: je zou wel eens te veel kunnen
beslissen vanuit een dergelijke dogmatische meesterschapspositie als diegene die de sleutel tot
oplossingen in dergelijke dilemma’s zou kunnen aanreiken. Dit is een gevaarlijk spoor omdat de
keuze om het goede te doen, de ethiek zelf, vanuit een dergelijke instelling zou kunnen omslaan in
een logica van verplicht welzijn en geluk (Delvisch, I. 2001:12). Onze opzet is veel ‘bescheidener’:
we beschouwen ‘meesterschap’ (cf. ‘ambacht’) als iets waarnaar je telkens moet streven, als een
soort alarmlicht dat sociaal werkers wakker houdt om net niet in bovenstaande valkuil te trappen.
Moeten we desnoods al tevreden zijn als sociaal werkers in geloven in wat ze doen enkel maar de
beste bedoelingen hebben met de mensen die bij hen aankloppen? Zou bescheiden stellen we ons nu
ook weer niet op omdat meesterschap dan al vlug een loutere kwestie zou kunnen worden om
zichzelf te kunnen besturen, een kwestie van enkel te werken aan je eigen ‘persoon’, als een loutere
kwestie van persoonlijke attitudevorming. Alsof meesterschap verengd kan worden tot een
persoonskenmerk of persoonseigenschap (en waaraan ‘werken aan je persoon’ tegemoet zou kunnen
komen)?
We erkennen terdege dat ‘meesterschap’ een nuttig werkparadigma is voor sociaal werk om in hun
praktijk te blijven streven naar ‘het zo goed mogelijk doen van je job’. Het lijkt zodanig evident dat
niemand er nog over spreekt. Met dit opleidingsonderdeel willen we onder meer bijdragen tot en
woorden geven aan wat voor elke sociaal werker een bijna intuïtief weten is. Het is wat sociaal
2
, werker ‘practise wisdom’ noemen: de scherpzinnige combinatie van intuïtie, intellect, ervaring en
engagement. Dit bijna onuitgesprokene is de ziel van de stiel (Verbruggen, 2007).
SOCIAAL WERK IS EEN SOCIAAL BEROEP
Het opleidingsonderdeel gaat niet over persoonlijke ethiek (waar ‘meesterschap’ wel vlug aanleiding
toe geeft met alle gevaren van dien), maar over beroepsethiek. Dit veronderstelt twee zaken.
1. Ten eerste, we staan voor een specifieke invullen van beroepsethiek. Het opleidingsonderdeel
zal inderdaad gaan over ‘ethiek’, waarbij we stellen dat er ‘many ethics’ zijn in plaats van
‘the end of ethics’. Er zijn vele ethieken en er zijn verschillende redelijke argumenten om te
zeggen “dat is goed”, “dat is ook goed” en “dat is misschien ook wel goed?” er is dus een
verscheidenheid. Ethiek is niet door, ze is misschien nog nooit zo nodig geweest! Of zoals de
hoogleraar Actief Burgerschap Eveline Tonkens het stelde in haar Handboek Moraliseren:
“Normen en waarden zijn er genoeg. Een normen- en waarde offensief als zodanig is niet
nodig. Het probleem is eerder dat normen en waarden niet goed rondgaan” (Tonkens,
2006:5). We gaan bijgevolg resoluut voor een communicatieve ethiek, voor een dialoog
ethiek (inter pares, onder gelijken).
2. Ten tweede, we staan voor het beroep maatschappelijk assistent. Het uitoefenen van sociaal
werk gebeurt altijd vanuit een specifieke positie, vanuit een plaats van waaruit je invloed
uitoefent binnen een sociaal veld. Juist die specifieke positie geeft sociaal werkers de
mogelijkheid en dus ook de verantwoordelijkheid om vanuit de beroepspositie stelling in te
nemen. Sociaal werk kent daarbij een heel specifieke invalshoek, namelijk sociaal werk kiest
ervoor om die mensen op de kaart te zetten die het woord niet (meer) hebben… En zich ook
de vraag te stellen of er niet meer aan de hand is?
Een daarbij passende beroepsethiek is op méér gegrond dan speciale ethische gevoeligheden, het
draagt in zich ook een ‘politiserende’ gevoeligheid. Er is gewoonweg recht op zorg en men moet in
principe aan niets voldoen om recht te hebben op sociale ondersteuning, hulp of wat dan ook. De
sociale realiteit leert ons echter ook dat er ongelooflijk veel appel gedaan wordt op sociaal werkers in
allerlei praktische getinte ethische vraagstukken, dat er daarnaast ongelooflijk veel maatschappelijke
noden zijn (en zullen zijn) en dat sociaal werkers binnen dat ethisch appel altijd voor (complexe)
keuzes staan waarbij niet kiezen geen optie lijkt. Die legitimeringen kunnen over vele zaken gaan
maar ze gaan ook over ‘wie wel en wie niet’.
Alice in Wonderland stelde daarbij een intrigerende vraag:
“Ik weet niet wat je met ‘glorie’ bedoelt”, zei Alice. “Als ik een woord gebruik…” zei
Humpty Dumpty op een nogal smalende toon, “…dan betekent het precies wat ik wil wat het
betekent – niets meer en niets minder.” “De vraag is…” zei Alice, “…of je wel kunt maken
dat woorden zoveel verschillende dingen betekenen.” “De vraag is wie de baas zal zijn – dat
is alles.” zei Humpty Dumpty. (Caroll, 1865, The Adventures of Alice in Wonderland)
Deze vraag van Alice – en het antwoord van Humpty Dumpty – wijzen op een essentieel gegeven in
communicatie. Elke communicatie gaat nooit enkel over inhoud, maar ook altijd over positionering,
omdat elke communicatie een relatiedefinitie bevat. Relaties zijn symmetrisch of complementair,
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beaupunnewaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.24. You're not tied to anything after your purchase.