Pluriforme samenleving; een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in
levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
Cultuur; alle waarden, normen, gewoonten en andere aangeleerde kenmerken die leden
van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend
beschouwen. Belangrijke cultuurkenmerken:
Waarden > vrijheid van meningsuiting
Normen > gelijke behandeling
Kunst, sport, muziek, eetgewoonten & feestdagen
Functies van een cultuur:
1) Socialisatiefunctie; de cultuur, van de groep waartoe je behoort, bepaalt een deel
van je persoonlijkheid.
2) Mensen met dezelfde cultuur hebben een gemeenschappelijk referentiekader met
deels dezelfde normen, waarden en gewoonten > begrip voor elkaar & makkelijk
proces van uitwisselen van gedachten en gevoelens.
3) Gedrag regulerende werking; aansturen van het menselijk gedrag (denken & doen)
voor een geordend en voorspelbaar verloop.
Dominante cultuur; alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die de
meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend beschouwt.
- Subcultuur; van de dominante cultuur afwijkende cultuurkenmerken binnen een
bepaalde groep.
Pluriforme samenleving > grote culturele diversiteit; de aanwezigheid van veel
verschillende subculturen en levensstijlen. Hangt samen met diverse factoren:
1) Woonomgeving;
2) Generatie > ander referentiekader > wederzijds onbegrip;
3) Maatschappelijke positie (opleiding, beroep & inkomen);
4) Gender; de culturele verschillen tussen mannen & vrouwen. Afhankelijk van
persoonlijke keuzes & rolpatronen; algemene verwachtingen en opvattingen over
hoe iemand zich hoort te gedragen. Of je je man/vrouw voelt hoort ook bij het
begrip gender;
5) Migratieachtergrond > diverse etnische achtergronden > etnische subculturen; je
onderling verbonden voelen door je land van herkomst en de daarbij horende
cultuurkenmerken;
- Autochtoon (geboren in Nederland) & allochtoon (zelf of ouders geboren in
buitenland), wordt tegenwoordig persoon met migratieachtergrond genoemd.
6) Godsdienst en levensbeschouwing.
, (Dominante)culturen > dynamisch, verschillen in de loop van de tijd, per plaats & per groep.
Verandering vinden vaak plaats o.i.v. subculturen & tegenculturen; groepen die zich
verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen veranderen >
vrouwenbeweging jaren 60, klimaatbeweging & Black Lives Matter.
Sociale cohesie, onderlinge verbondenheid, is van belang in een samenleving. Zorgt voor:
- Rekening houden met elkaar;
- Iets voor elkaar/gemeenschap te doen;
- Onderling vertrouwen;
- Vertrouwen in media, politiek & rechtsstaat.
§4.2 Cultuur & identiteit
Waarin verschillen culturen van elkaar?
Belangrijkste kenmerken cultuur worden telkens overgedragen aan nieuwe leden via
socialisatie; proces waarbij iemand (on)bewust de cultuurkenmerken van de groep(en) waar
hij/zij bij hoort, aanleert. Speelt ook een rol bij cultuurveranderingen.
- Socialiserende instituties; groepen en organisaties die specifieke waarden, normen
en gewoonten overdragen (school, werk, vrienden, sportclubs, overheid, media).
Socialisatie vindt v.r.n.l. plaats via imitatie (het nadoen van gedrag) & informatie
(formele/informele regels).
Onderdeel van het socialisatieproces = sociale controle; de manier waarop mensen anderen
stimuleren/dwingen zich aan de geldende normen te houden. Te onderscheiden in:
- Formele controle: bijv. door de overheid gecheckt worden op fietsen met licht aan.
- Informele controle: bijv. je vrienden spreken je aan op je asociale gedrag.
Vind plaats in de vorm van:
- Positieve sancties: diploma (formeel) of compliment (informeel).
- Negatieve sancties: boete (formeel) of terechtwijzen (informeel).
Socialisatie leidt tot internalisatie; het eigen maken van waarden, normen en gewoonten en
het automatisch aannemen van gedrag wat de omgeving verwacht.
Socialisatie veroorzaakt de ontwikkeling van persoonlijke identiteit; het beeld dat iemand
van zichzelf heeft. Hangt voor een deel samen met je sociale identiteit; het deel van je
zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen waarmee je je verbonden voelt.
Wie ben ik? > aangeboren eigenschappen & aangeleerde cultuurkenmerken.
Belangrijke dimensies spelend bij (dominante/sub)cultuurverschillen:
1) Grote vs. kleine machtsafstand = mate waarin minder machtige leden van een
groep/samenleving de ongelijke verdeling accepteren.
- Grote machtsafstand > gehoorzaamheid & volgzaamheid.
- Kleine machtsafstand > assertiviteit & mondigheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.