Overzichtelijk weergegeven en uitgewerkte aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak Geschiedfilosofie zoals gegeven aan de Radboud Universiteit. Belangrijke begrippen zijn dikgedrukt, en alles staat uitgebreid in eigen woorden uitgelegd
11-04-2023: introductie
Waarom?
Het bedrijven van geschiedenis is niet vanzelfsprekend; het vinden van een reden
waarom we dit doen is onderdeel van geschiedfilosofie
Hoe bepalen we welk verleden we onderzoeken? Is alles geschiedenis? Ook hier houdt
geschiedfilosofie zich mee bezig
Welke methoden worden gebruikt? Hoe kom je tot ware kennis, wat zijn de
voorwaarden hiervoor?
o Hoe verhoudt geschiedenis zich tot de sociale wetenschappen, die veel
vastomlijndere methodes hebben?
Soorten geschiedfilosofie
Substantiële (speculatieve) geschiedfilosofie : gaat op zoek naar de aard, de zin
en het doel van het historische proces; zoekt naar patronen en hun betekenis
Analytische geschiedfilosofie: op zoek naar de formele kenmerken van
historische kennis en de validiteit ervan; welke methoden gebruiken?
Substantiële geschiedfilosofie
In de oudheid dacht men dat geschiedenis een cyclisch karakter had, dat er bepaalde
ontwikkelingsfasen waren die steeds terug zouden keren
Christendom:
o Men geloofde in een lineaire geschiedenis: alles zou leiden naar het einde der
tijden, de terugkeer van Jezus en het Laatste Oordeel; theologen zagen
meerdere fasen in de geschiedenis
o Augustinus stelde dat alleen het geloof in God belangrijk was, de rest deed er
niet toe; hij zag 6 fasen in de geschiedenis, maar deed geen uitspraak over hoe
lang ze waren
o Anderen stelden juist dat de hele geschiedenis een plan van God was
o Ze menen voortekenen te zien van het einde der tijden en komen met
mogelijke data waarop het zou kunnen gebeuren
o Bossuet (bisschop) en Leibniz (filosoof) schreven veel over de goddelijke
voorzienigheid, en Leibniz meende dat de mens in de best mogelijke wereld
leefde; anders had God de wereld wel anders geschapen
In de Verlichting werd men kritischer op deze christelijke ideeën: Condorcet meende
dat de geschiedenis op een wetenschappelijkere manier benaderd moest worden; hij
deed dit en zag 10 ontwikkelingsstadia in de geschiedenis die zouden leiden naar de
overwinning van de rede en de ondergang van het absolutisme
19e eeuw: Hegel, Marx, Comte:
o Hegel:
Zag de geschiedenis als de verwerkelijking/vervolmaking van de rede
de geschiedenis was volgens hem een strijd tussen de rede en
irrationaliteit; de rede wint altijd en zorgt ervoor dat de samenleving
zich steeds hoger ontwikkelt
o Marx:
Neemt deel van Hegels theorie over; volgens hem is echter niet de rede
de drijvende kracht achter de geschiedenis, maar zijn dit materiële
verhoudingen
Er is een continue strijd gaande tussen sociale klassen om materiële
zaken
Hij ziet een lineair pad van de slaveneconomie van de oudheid naar het
feodalisme van de middeleeuwen, het kapitalisme en uiteindelijk de
communistische heilstaat
o Comte:
, Was ook een aanhanger van het vooruitgangsdenken en zag 3 fasen in
de geschiedenis
Een theologische fase, waarin mensen geloofden in bovennatuurlijke
zaken
Een metafysische fase, waarin mensen geloofden in abstracte zaken en
filosofische systemen
Een positivistische fase, waarin mensen geloofden in harde,
verifieerbare feiten en patronen
20e eeuw:
o Spengler, Toynbee en Kennedy propageren weer ideeën van een cyclische
geschiedenis
o Fukuyama meende dat het einde van de geschiedenis was gekomen met de val
van de USSR en de overwinning van liberale democratieën
o Hier is veel kritiek op gekomen:
Popper bekritiseert de noodzakelijkheid die van dit soort ideeën
uitgaat; volgens hem is de samenleving niet zo maakbaar als Fukuyama
denkt en zijn er geen wetten die de loop van de geschiedenis bepalen
Geschiedkundige theorieën zijn volgens hem niet te testen (want in
ieder tijdperk zijn net iets andere omstandigheden) en dus zijn het
geen wetenschappelijke theorieën
Isaiah Berlin stelt ook dat niets in de geschiedenis onvermijdelijk is;
bovendien hebben maatschappijen die zijn gebaseerd op een
speculatieve theorie (bijv. communistisch Rusland) meestal gefaald
o Speculatieve theorieën zijn taboe geworden; maar wat heeft geschiedenis dan
voor zin, als je er geen lessen uit kunt trekken en de toekomst er niet mee kunt
voorspellen? veel historici hebben latente overtuigingen over de zin, het
doel en patronen in de geschiedenis:
Kwantificerende geschiedschrijving probeert nog steeds
(sociaaleconomische) wetten aan te tonen; je kan echter natuurlijk niet
alles kwantificeren
Global history: het schrijven van een universele geschiedenis waarbij
je stelt dat één factor de drijvende kracht achter de hele geschiedenis is
18-04-2023: het verleden in het heden
Wat is het verleden?
Mensen onderhouden verschillende relaties met het verleden (zie boek van Paul)
Historici onderhouden ook relaties met het verleden, waarvan één of meerdere ten
grondslag liggen aan hun historische interesse
Persoonlijk verleden: een eigen verhaal met unieke ervaringen, die je je op een
bepaalde manier herinnert en die je identiteit vormen
Collectief verleden: sommige ervaringen deel je met anderen en deze worden
vervolgens op een bepaalde manier gezamenlijk geconstrueerd, afhankelijk van
herinneringen en de context, in monumenten, feestdagen, etc. (Maurice Halbwachts
beschreef dit fenomeen)
o Verschillende groepen herinneren zich gebeurtenissen op een andere manier
o Zij gaan hun visie als de waarheid zien komen met elkaar in conflict;
verschillende ‘memory regimes’ gaan de strijd aan
o Sommige memory regimes worden nationaal aangestuurd, bijv. die van WOII;
dit beïnvloedt de manier waarop mensen over dit verleden gaan denken, zelfs
de mensen die ooggetuige waren wan WOII
o Veel historici houden zich bezig met het ontkrachten van memory regimes en
het ontmythologiseren van het verleden; is het grote publiek niet altijd blij
mee, dat wil juist heroïsche verhalen zien die de identiteit bevestigen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialhermitcrab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.