Hoorcollege 1: Organisms and physical environment
Ecosysteem: het systeem dat resulteert van de interactie van de levende en niet-levende factoren in
de omgeving. Hierbij bestaat de omgeving uit biotische en abiotische factoren. Ook kijk je naar de
distributie en aantal van de organismen en ga je deze factoren bekijken.
Hiërarchie van de ecologische systemen:
1. Individu
2. Populatie
3. Levensgemeenschap
4. Ecosysteem
5. Biosfeer
Abiotische omstandigheden:
Climatisch:
o Precipitation
o Licht
o Wind
o Temperatuur
Edafisch:
o Grondtype
o pH
o nutriënten
o Topografie
Fundamentele ecologische principes:
1. Abiotische omgevingsfactoren verschillen in tijd en plaats.
2. Organismen zoeken constant naar een intern evenwicht (homeostase).
3. Organismen kunnen alleen functioneren binnen een gelimiteerde range van tolerantie en
deze verschilt per organisme.
Niche: de range van fysieke en chemische condities waarbij een soort
kan overleven en de de essentiële resources het nodig heeft om te
overleven.
Functionele relatie van een organisme met de omgeving
Verschillende dimensies (hyperbool)
De rol van het organisme in de omgeving
Habitat: de plaats waar de soort voortkomt dus de locatie waar hij te
vinden is.
Er zijn organismen (a), die er gevoelig zijn en dus een kleine tolerantie
hebben. Ook zijn er organismen (b), die niet gevoelig zijn en daardoor
veel variabele waardes van de milieufactor kunnen overleven. Een
specialist kan beter functioneren dan een generalist bij het optimum
van een bepaalde milieuwaarde.
De optimumcurve is niet een belshape en kan ook andere vormen zijn
zoals alleen rechterdeel van belshape vanaf x-as.
,Niche variabelen:
1. Condities: deze zijn te veranderen en niet consumeerbaar.
2. Resources: deze zijn te veranderen en consumeerbaar.
Stress tolerantie: de vaardigheid om het functioneren te behouden terwijl het organisme exposed is
aan verschillende condities. Een soort met een hogere stresstolerantie zal bijvoorbeeld beter
groeien / overleven dan planten met een lagere stresstolerantie.
Acclimatie: een verhoging van stresstolerantie van een individu door blootstelling aan stress. Hierbij
veranderen de tolerantiegrenzen door eerdere blootstelling waardoor het organisme beter met de
situatie omgaat en zal groeien.
Adaptatie: een genetisch bepaalde verhoging van stress tolerantie als gevolg van selectie over de
generaties.
Plantadaptaties:
Droogte / waterstress: hier wordt mee omgegaan door te verwelken
(aclimatie) of vetplantje worden en geen water weglaten (adaptie).
Waterbeschikbaarheid in bodems: zie afbeelding
Textuur van de bodem: Zand zijn grote grove korrels, zilt zijn kleinere
korrels en klei zijn hele kleine deeltjes. Het water wordt gebonden aan
de klei door het ladingsverschil en de kleine ruimtes. Zie de afbeelding
hieronder over de zuigspanning van een plant en de hoeveelheid water
per bodemtype.
Aanpassingen voor watertekort:
1. Postponement of uitdroging: de vaardigheid om uitdroging te voorkomen ondanks
verminderen waterbeschikbaarheid.
2. Tolerantie van uitdroging: vaardigheid om functies te behouden ondanks dehydratatie.
3. Droogte escape: de levenscyclus afronden voordat de droogte begint.
Aanpassingen voor overstromingen:
, 1. Elongatie
2. Aerenchym
3. Areal prop roots: bij hoog water zullen wortels naar boven groeien om zuurstof op te nemen.
Adaptaties voor lage / hoge lichtniveau’s: High-light leaves zijn wat meer generfd, hebben een dikkere
cuticula en hebben een andere bladstand / hoek. Terwijl low-light leaves wat dunner zijn, hebben een
minder dikke waslaag en zijn groter qua oppervlakte.
Zonnebladeren kunnen meer CO2 opnemen omdat de bladeren dikker zijn, maar de trade-off is dat er
meer energie naar toegaat voor het onderhoud en het licht compensatie punt dus hoger ligt (LCP).
Aanpassingen voor laag CO2-gehalte:
1. Alle CO2 vanuit de respiratie uit de wortels wordt behouden om te gebruiken voor de
kringloop.
Cation exchange complex (CEC): nutriënten kunnen zich binden aan de negatieve kleiplaatjes, dan
kunnen plantenwortels H+ uitscheiden. Dit zal hieraan binden en zo de nutriënten vrijmaken
waardoor de bodem wel zuurder wordt.
Koudbloedige dieren hoeven niet constant de temperatuur op dezelfde hoogte te houden en hebben
dus constant tijd om te jagen en kunnen langer zonder eten.
Hoorcollege 2: Populations, life history and strategies
Populatie: group of individuals of the same species in the same area at the same time. De groep rely
on the same resources, interact en interbreed.
Waarom populatie ecologie:
1. Onderzoek
2. Praktische doeleinden zoals behouden van populatiegrootte van groep.
Fundamental Equation of Ecology:
∆ N =B−D+ I −E
Om de deathrate te weten te komen, kijken we naar de life table.
Hierbij kijken we hoeveel er gestorven zijn tussen het begin en
einde van een tijdsinterval.
Survivorship curves:
Type I: High death rate in post reproductive years
Type II: Constant mortality rate throughout life span
Type III: Very high early mortality but a few survivors live long
Het exponentiële groei model:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanniekvos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.